Roze stofzuigertjes zijn seksistisch. Zwarte Piet is racistisch. En als je dat niet inziet ben je dom. Ofzo. Want stel je voor dat je een keer zou zeggen: “Ik weet niet of roze stofzuigertjes wel seksistisch zijn, ik weet niet of Zwarte Piet racistisch is, ik ben er nog niet over uit.” Want inderdaad, als je als leek gaat zoeken naar de oorsprong van Zwarte Piet, is het inderdaad een lastig verhaal. Geen idee of we te maken hebben met racistische motieven uit vervlogen tijden. Je zou je zelfs kunnen afvragen of die motieven er niet juist de laatste decennia zijn ingeslopen. Degenen die 100 procent zeker zijn van de racistische oorsprong – hebben waarschijnlijk niet de moeite genomen om verder te kijken dan de neus lang is. We weten het namelijk niet, er zijn diverse historische verklaringen. Maar ja, ‘ik weet het zo net nog niet of we hiermee te maken hebben’ klinkt niet sexy – nuance schreeuwt niet lekker natuurlijk.
Want je moet wat vinden, sterker nog: je moet wat vinden op grond van definities waar jij zelf nog niet eens over uit bent (of het misschien wel mee oneens bent). Nou, mag ik even zelf bepalen wanneer ik de tijd rijp vind om ergens wat van te vinden? Bovendien staat het recht om gehoord te worden niet gelijk aan het recht om serieus te worden genomen.
De reden waarom ik beide discussies en verontwaardiging niet geheel serieus kan nemen, is tweeledig. Allereerst omdat ik van mening ben dat je een discussie altijd moet voeren op gelijke gronden. Daarom is het wel handig als je gelijke definities hanteert. Als je het daarover eens bent, kun je het pas gaan hebben over regenboogkleurige Pieten. Voordat je die gemakzuchtige zevenmijlslaarzen aantrekt, is het misschien velen malen interessanter om te discussiëren over wanneer wij als maatschappij iets racistisch of seksistisch vinden. Ten tweede omdat ik het idee heb dat het maar om een ding gaat: jezelf neerzetten als maatschappelijk betrokken persoon met een correcte moraal. En hoe doe je dat? Heel simpel: gewoon iets benoemen als zijnde ‘fout’ en je er vervolgens van afkeren. Want wie kan er nou niet tegen iets ‘fouts’ zijn? Wie is er nou vóór seksisme, of vóór racisme? Niemand toch? Precies.
Het is een soort Stalinistische prescriptieve vrijheid van meningsuiting, met een doodsimpele definitie: ‘Wij bepalen op voorhand de framing van wat goed en fout is, en als je niet tegen hetgeen bent wat wij als fout bestempelen, dan ben je zelf fout’.
Ondertussen zie ik ellenlange Facebookdraadjes of opinie-artikelen met tientallen comments voorbij schuiven op het internet, die inhoudelijk niets anders zijn dan semi-intellectuele selfies waarin mensen over elkaar heen ejaculeren door elkaar uit te leggen hoe ontzettend eens ze het met elkaar zijn, en hoe erg het allemaal is, die Pieten en die roze stofzuigertjes, en hoe egoïstisch en dom “les autres” allemaal zijn. Want zíj hebben voortschrijdend inzicht, mensen. Voortschrijdend inzicht!
Zie hier het Debat in Nederland anno 2013. Waarom zou je discussies voeren op gelijke gronden, als je je gelijk kunt halen door je eigen spelregels op te dringen en iedereen die zich daar niet aan conformeert, op voorhand te diskwalificeren?