MAASTRICHT – De handel in kunst heeft flink te lijden onder de economische malaise. De wereldwijde kunst- en antiekmarkt is vorig jaar met 7 procent gekrompen, tot 43 miljard euro. De belangrijkste reden voor de terugloop vormde de afkoeling van de Chinese markt, waar de kunstverkopen daalden met 24 procent. China is niet langer meer de belangrijkste kunstmarkt in de wereld. Nu hebben de Verenigde Staten hun toppositie heroverd.
Dat blijkt uit een rapport dat is uitgegeven door de Tefaf, de kunst- en antiekmarkt die vanaf vrijdag te bezoeken is in Maastricht. Ook Nederland heeft te maken met de krimp, vooral op kunstveilingen. Daar is de handel in 2011-2012 teruggelopen met bijna 23 procent. De gemiddelde prijs van een kunstwerk op veilingen in Nederland is wel gestegen, met 22 procent naar 12.983 euro.
Het aandeel van Nederland in de wereldwijde kunstmarkt is zeer bescheiden en bedraagt minder dan 1 procent. De Verenigde Staten hebben een marktaandeel van 33 procent. China viel terug naar 25 procent, terwijl het Verenigd Koninkrijk 23 procent van de wereldwijde kunsthandel voor zijn rekening neemt.
Handelaren zien dat verzamelaars en beleggers vooral belangstelling hebben voor topstukken van naoorlogse en hedendaagse kunstenaars. Zo werd het schilderij The Scream van de Noorse kunstenaar Edvard Munch vorig jaar in New York geveild voor een recordprijs van 120 miljoen dollar. Kunstkopers proberen ,,hun risico's te minimaliseren door zich te richten op de meest bekende kunstenaars'', concluderen de onderzoekers.