RIJSWIJK (ANP) – Burgemeesters blijven steeds minder lang op hun post zitten. Vooral sinds 1980 zitten ze steeds korter in één gemeente, zo blijkt uit een data-analyse van nieuwsite Sargasso en het ANP.
Sinds 1900 houden burgemeesters het gemiddeld genomen ruim 13 jaar uit in één plaats. Maar in de jaren 80 was dat nog maar 10 jaar, in de jaren 90 ruim 8 jaar en in het afgelopen decennium nog maar 5,5 jaar. Al kan dat laatste getal wat vertekend zijn, omdat een aantal burgemeesters nu nog op hun post zit en niet is meegenomen in de berekening.
Desalniettemin herkent het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) dit beeld. ,,De hele samenleving wordt mobieler, mensen stromen sneller door. Zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid'', legt een woordvoerder uit. ,,De leeftijd waarop iemand burgemeester wordt is in al die jaren ook behoorlijk gestegen.'' Daardoor gaan de bestuurders sneller met pensioen.
,,Bovendien is het burgemeesterschap steeds meer een taak geworden die veel van je vraagt'', legt de woordvoerder uit. Iets wat Henk Dekker, hoogleraar politieke socialisatie en integratie aan de Universiteit Leiden, herkent. Volgens hem zijn zware portefeuilles vaak naar wethouders gegaan, maar wordt van burgemeesters meer en meer verwacht dat ze zich met andere lastige zaken bezighouden, zoals bijvoorbeeld het vergroten van de opkomst bij verkiezingen en integratie.