DEN HAAG (ANP) – Hoewel kunstliefhebbers houden van kunst, bezoeken slechts weinigen daadwerkelijk voorstellingen of musea. Dat blijkt uit het rapport Kunstminnend Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat dinsdag is aangeboden aan minister Jet Bussemaker (Cultuur).
Het SCP vroeg in 2009 ruim 1500 Nederlanders van 16 jaar en ouder in welke kunstvormen ze geïnteresseerd zijn en of ze weleens naar een voorstelling of tentoonstelling gaan. Ruim 82 procent gaf aan interesse te hebben in populaire kunst, zoals popmuziek, cabaret en film. Ruim de helft (53 procent) van de ondervraagden houdt van klassieke kunstvormen, zoals klassieke muziek, beeldende kunst en dans.
Slechts een derde van de deelnemers die zich interesseert in populaire of klassieke kunst maakt weleens een cultureel uitstapje. De helft daarvan gaat naar de film of naar een beeldende kunstexpositie. De belangrijkste reden om geen museum of dansvoorstelling te bezoeken, is dat ’het er gewoon niet van kwam’.
Andries van den Broek, onderzoeker bij het SCP, zegt dat dit vooral het gevolg is van de zogenoemde concurrentie om de vrije tijd. ,,Mensen hebben meerdere interesses en daarnaast nog allerlei verplichtingen. De keuze om iets te doen valt niet altijd in het voordeel van de kunst.’’
Het SCP concludeert eveneens dat jongere generaties een culturele voorkeur hebben voor populaire kunst die op latere leeftijd niet zal veranderen, een conclusie die Van den Broek niet optimistisch stemt. Van den Broek: ,,Als jongeren in hun vrije tijd al niet naar klassieke muziek luisteren of naar een toneelstuk gaan, zullen ze dat niet opeens wel doen als ze 40, 50 of 65 jaar zijn.’’
Vooral voor musea en de klassieke muziekbranche kan dit in de toekomst een probleem worden. ,,Vroeger werden hartstochtelijke verhalen verteld over hoe goed cultuur voor je. Cultuur roept nu een negatief beeld op. Musea houden er al rekening mee dat ze op den duur moeten fuseren. Het merk 'cultuur' heeft komende jaren een zetje in de rug nodig.’’