LONDEN (ANP) – Vaak was hij er al dichtbij, maar steeds ging het mis. Voor Arjen Robben viel zaterdagavond op Wembley eindelijk alles op zijn plaats. Met een assist en het winnende doelpunt bezorgde de Nederlandse aanvaller zijn club Bayern München de winst van de Champions League. Huilend van vreugde liet hij zich na het laatste fluitsignaal even op het 'heilige' gras van de Londense voetbaltempel vallen. Eindelijk zette hij de kroon op zijn carrière vol pieken en dalen.
Toen Robben zich ruim een uur voor de aftrap even op het veld van Wembley liet zien, stond zijn gezicht strak. Met op zijn hoofd een grote koptelefoon probeerde de 'vleugelflitser' uit Bedum zich in zijn eigen wereldje te focussen op wat komen zou. Ongetwijfeld schoten de hoogte- én dieptepunten uit zijn carrière toen in flitsen aan hem voorbij. Want Robben en finales, dat bleek de afgelopen jaren geen gelukkige combinatie. In 2010 verloor hij er twee in amper 2 maanden tijd. Eerst met Bayern de finale van de Champions League tegen Internazionale, vervolgens de WK-finale met Oranje tegen Spanje.
Die wedstrijd om het mondiale goud, op 11 juli 2010 in Johannesburg, blijft Robben waarschijnlijk zijn hele leven achtervolgen. Hij leek daar in Soccer City op weg naar een doelpunt, maar de voet van de Spaanse doelman Iker Casillas voorkwam dat. Eén centimeter maakte het verschil tussen eeuwige roem en een dramatische misser. Vorig jaar had Robben in de finale van de Champions League tegen Chelsea wederom de beslissing op zijn schoen. Hij mocht in de verlenging aanleggen vanaf 11 meter, maar zag hoe zijn strafschop werd gekeerd door doelman Petr Cech van Chelsea. De Engelsen wonnen vervolgens in München na penalty's. Wéér net niet, wéér een verloren finale.
Op Wembley moest het dan eindelijk de avond van Robben worden. In de eerste 45 minuten speelde Robben een hoofdrol, maar niet op de manier zoals hij dat wilde. Twee keer kwam hij oog in oog met doelman Roman Weidenfeller te staan. Bij de eerste kans, na een half uur spelen, prikte hij de bal uit een lastige hoek tegen het lichaam van Weidenfeller aan. Vlak voor rust had Robben de hoek voor het uitzoeken toen hij de bal via de rug van Mats Hummels wat fortuinlijk mee kreeg. Hij trapte de bal echter hard op het gezicht van de keeper.
Het leek weer het bekende verhaal te worden, tot Robben na een uur wél van doorslaggevende waarde was. Uit een moeilijke hoek vond hij voor het doel ploeggenoot Mario Mandzukic, die de score opende (1-0). Kort na de gelijkmaker van Ilkay Gündogan was Robben dicht bij een doelpunt, maar hij liet zich aftroeven door Hummels. In de 89e minuut, na een hakje van Franck Ribéry en een paar snelle tikjes tegen de bal, vielen dan toch nog alle puzzelstukjes in elkaar voor Robben.