AMSTERDAM – De makers van 2/11 Het spel van de wolf, een speelfilm over de nasleep van de moord op Theo van Gogh, suggereren dat de aanslag op de filmmaker te voorkomen was geweest. “We hadden genoeg materiaal voor een tiendelige televisieserie”, aldus producent Gijs van Westelaken in het AD.
Hij schreef de film, die donderdag in première gaat tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht, samen met columnist Theodor Holman. De twee waren goede vrienden van de cineast. De AIVD had volgens de makers aanwijzingen dat Van Gogh doelwit was. Maar het bewijs – afgeluisterde telefoongesprekken – is opeens verdwenen.
In de film, met Susan Visser als teamhoofd van de AIVD, worden betrokkenen van destijds met naam en toenaam genoemd. Van de Westelaken: “We hebben niet juridisch laten uitzoeken of dat wel is toegestaan. Als er betrokkenen zijn die bezwaren hebben, dan merken we dat later wel.”
Opgeofferd
De makers suggereren in de film dat Van Gogh werd opgeofferd om een grotere vis te vangen. “Dat is een stelling die je in een fictiefilm wel kunt onderzoeken. Of het waar is? Ik denk dat wij er wel heel dichtbij zitten. In elk geval hoop ik dat de politiek er goed naar gaat kijken.”
2/11 Het spel van de wolf wordt op het NFF vertoond en is vanaf volgende week te zien in de bioscoop. Op 2 november, exact tien jaar na de moord, zendt de VPRO de film uit op NPO2.