GRONINGEN – Buitensporig agressieve ratten reageren een stuk socialer als zij worden behandeld met het ‘knuffelhormoon’ oxytocine. Dat concludeert gedragsfysioloog Federica Calcagnoli in haar onderzoek waarop ze maandag promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Calcagnoli diende ratten die een ‘indringer’ – een mannelijke rat – in hun kooi op bezoek kregen het hormoon rechtstreeks toe in het brein. Waar de beesten eerder opgefokt reageerden, werd de sfeer in de kooi nu een stuk vriendelijker. Dieren die eerst dreigden en gingen vechten met de ongenode gast, kalmeerden op slag en gedroegen zich weer normaal als zij oxytocine via een pompje kregen ingespoten. Dat effect bleek opvallend lang te duren, tot minimaal een week na het experiment.
Niet alleen inspuiten in het brein bleek goed te werken; oxytocine toedienen via de neus van de ratten leverde hetzelfde sociale resultaat op.
Belangrijke vondst
”Het is een belangrijke vondst dat oxytocine agressie selectief remt en normaal sociaal gedrag stimuleert”, zegt Calcagnoli’s copromotor Sietse de Boer. ‘’De middelen die nu op de markt zijn, kennen ontzettend veel bijwerkingen waardoor patiënten sociaal afstompen.’’
Wetenschappers denken al langer dat het ‘knuffelhormoon’ oxytocine van invloed is op sociale relaties. Tijdens knuffelen stijgen oxytocineniveaus in de hersenen en de stof versterkt onder andere de band tussen een liefdespaar.