AMSTERDAM – Spotify verdient miljoenen aan de onlineverhuur van muziek, maar artiesten zien daar weinig van terug. Te weinig, vinden sommigen. Maar de verwachtingen van de artiesten liggen te hoog, zo beweert Spotify-topman Mark Williamson.
Williamson is verantwoordelijk voor de banden tussen artiesten en Spotify. Hij probeert tijdens Amsterdam Dance Event uit te leggen hoe het bedrijfsmodel van de streaming-dienst in elkaar steekt. “Van de ongeveer 78 miljoen dollar die we elke maand verdienen aan abonnementen en advertenties houden we ruwweg 23 miljoen zelf en gaat 54 miljoen in een pot voor royalty’s. 12 miljoen gaat naar muziekuitgevers en 42 miljoen gaat naar de platenlabels. Aan hen vertellen we welk aandeel elke artiest heeft gehad in de totale opbrengst, en die bepalen op basis van hun contracten en na aftrek van alle kosten hoeveel ze afdragen aan muzikanten”, zo legt hij uit aan De Volkskrant.
Williamson heeft begrip voor de muzikanten die vreemd opkijken van de vergoedingen die soms zo goed als niks zijn voor nummers die duizenden keren of meer worden beluisterd. “Maar het oude model, de verkoop van cd’s, begrijpt ook niet iedereen. Bij Spotify hebben muzikanten wel te maken met minder strijkstokken.”
Het bedrag van uitgekeerde royalty’s stijgt wel flink. “Tussen 2009 en 2012 keerde Spotify 390 miljoen uit. In 2013 was dat het totaalbedrag van één jaar. In 2014 gaan we daar weer flink overheen.” Het bedrijf wil daarom niet afstappen van de gratis toegang tot zijn muziekcollectie, volgens Williamson de sleutel tot succes. “Mensen, en vooral jongeren onder de 30, betalen niet meer voor muziek. Als je mensen na twee weken lidmaatschap om geld gaat vragen, haken ze af.”