NEW YORK (ANP) – De Amerikaanse aandelenmarkten gingen dinsdag voor de tweede dag op rij omlaag, hoewel de verliezen minder groot waren dan maandag. Naast de opnieuw sterk dalende olieprijzen speelden tegenvallende cijfers over de economie in de Verenigde Staten de beurshandel parten.
De Dow-Jonesindex met daarin de dertig belangrijkste Amerikaanse beursfondsen stond zo’n drie kwartier voor de slotbel 0,6 procent lager op 17.398 punten. De bredere S&P 500 verloor 0,7 procent en kwam uit op 2007 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq zakte 1 procent tot 4607 punten.
Kort na opening van de beurzen werden cijfers bekendgemaakt waaruit bleek dat de groei in de Amerikaanse dienstensector in december verder is teruggezakt dan economen hadden voorspeld. Ook werd bekend dat de orders voor fabrieken in de VS in november sterker zijn gedaald dan verwacht.
JPMorgan Chase
De sterkste daler onder de hoofdfondsen was de bank JPMorgan Chase, met een koersval van 2,6 procent. Creditcardmaatschappij American Express, technologieconcern IBM en industriegigant General Electric verloren rond de 2 procent van hun beurswaarde.
Beleggers zochten hun heil bij defensievere fondsen, bedrijven die doorgaans ook bij economische tegenwind blijven presteren. Farmaceut Merck was de sterkste stijger in de Dow met een winst van 3 procent. Detailhandelsconcern Wal-Mart en frisdrankproducent Coca-Cola kregen er meer dan 1 procent bij.
Verizon
Verizon (plus 1,6 procent) werd dinsdag door Bloomberg in verband gebracht met een mogelijke overname van of samenwerking met internetaanbieder AOL. Het persbureau beriep zich op welingelichte bronnen. AOL werd 2,9 procent meer waard.
Farmaceut Salix Pharmaceuticals, de samenwerkingspartner van het Nederlandse biotechnologiebedrijf Pharming, won 2,8 procent. Het bedrijf maakte bekend dat bestuursvoorzitter Carolyn Logan deze maand aftreedt na kritiek op haar manier van leidinggeven.
De prijs van een vat Amerikaanse olie van 159 liter zakte 3,6 procent tot 48,22 dollar. Brentolie werd een prijs van met 51,30 dollar per vat 3,4 procent goedkoper. De euro was 1,1898 waard, tegen 1,1935 dollar aan het einde van de beurshandel in Europa.