DEN HAAG (ANP) – Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag wijst dinsdag vonnis in de zaak tegen de Malinese voormalige jihadist Ahmad al-Faqi al-Mahdi. Die is aangeklaagd voor de vernieling van mausolea en een moskee in 2012 in de Malinese stad Timboektoe. De grafmonumenten van middeleeuwse sjeiks stonden op de Werelderfgoedlijst van Unesco, maar werden door de extremisten als afgoderij beschouwd.
Mahdi kan mogelijk dertig jaar gevangenisstraf krijgen, maar de aanklagers eisten elf jaar omdat hij heeft meegewerkt. Tijdens de zittingen in augustus heeft hij spijt betuigd en om vergeving gevraagd.
De zaak tegen Mahdi is het eerste proces wegens vernieling van cultuurschatten, wat het ICC als oorlogsmisdaad beschouwt. De aanklager vergeleek de vernielingen in Timboektoe met de verwoestingen die terreurgroep Islamitische Staat aanrichtte in de Syrische stad Palmyra.
Mensenrechtenactivisten vinden het jammer dat Mahdi niet ook wordt vervolgd voor seksuele en andere misdrijven tegen de burgerbevolking.
