DEN HAAG – Om elektronisch stemmen bij verkiezingen mogelijk te maken is een investering van zeker tussen de 260 en 365 miljoen euro nodig. Dat heeft minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer geschreven.
Hierbij gaat het alleen nog maar om investeringskosten voor de leverancier. Bovenop komen voor de overheid nog een reeks kosten voor onder meer de aanbesteding, de begeleiding en aansturing van de ontwikkeling van de apparaten en de opbouw van deskundigheid, aldus de bewindsman. De kosten voor alleen onderhoud en ondersteuning per verkiezing kunnen al tot circa 2 miljoen euro oplopen.
Dit blijkt uit onderzoek van de commissie Elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal (commissie-Van Beek). In 2014 schatte de commissie de investeringskosten nog tussen de 150 en 250 miljoen euro.
Papieren stembiljet
De gemeenten voelen trouwens niets voor elektronisch stemmen. Zij pleiten voor een nieuw model (papieren) stembiljet dat elektronisch kan worden geteld. Ook de Kiesraad adviseerde dat na de laatste verkiezingen van 15 maart.
Het huidige stembiljet is te groot. Stembussen zitten dan snel vol en een groot stembiljet is lastig voor de kiezer. Bij de verkiezingen van maart stonden 28 partijen op het stembiljet.
Een nieuw kabinet moet uiteindelijk een besluit nemen.