MOSKOU (ANP/RTR) – De troepen van de Syrische regering hebben 85 procent van het land vrijgemaakt van terroristen of rebellen. Dit zei een Russische bevelhebber betrokken bij de strijd in Syrië, Aleksander Lapin, dinsdag tegen Russische media. De extremisten van Islamitische Staat domineren volgens Lapin nog circa 27.000 vierkante kilometer in Syrië, een land met een oppervlakte van ruim 185.000 vierkante kilometer.
De Syrische burgeroorlog barstte in 2011 los tijdens protesten tegen de dictatuur van de clan van president Bashar al-Assad die het land al sinds 1970 in zijn greep heeft. Het Kremlin heeft het bewind van de Assads altijd gesteund. In september 2015 greep Rusland militair in om de ondergang van het uitgeputte regime van Bashar al-Assad te voorkomen. Toen regeerde Assad naar schatting nog slechts 20 procent van het land. De rest was voornamelijk in handen van soennitische extremisten die de sterkste rebellengroepen vormen.
De Russische officier lijkt in zijn berekeningen geen rekening te houden met het autonome Koerdische noorden van het land waar Assad feitelijk niets te vertellen heeft. De Koerden zijn wel bondgenoten in de strijd tegen soennitische extremisten.