CANNES – Martin Scorsese koestert dierbare herinneringen aan zijn eerste bezoek aan het festival van Cannes. De toen dertigjarige regisseur presenteerde in het festivalonderdeel Quinzaine zijn film Mean Streets. “Het was de eerste keer dat ik überhaupt met een film naar het buitenland ging”, vertelde Scorsese (nu 75) woensdag in Cannes. “Ik genoot er vooral van dat het zo anoniem was. Niemand kende mij en alle mogelijkheden lagen open.”
De regisseur, nu bekend van meesterwerken als Taxi Driver, Raging Bull, Goodfellas en Wolf of Wall Street, gaf een presentatie ter gelegenheid van de uitreiking van de Carosse d’Or die hij woensdag ontving. De prijs wordt onregelmatig uitgereikt aan innovatieve regisseurs met een imposant oeuvre. “De eerste keer Cannes verliep in een roes”, vertelde Scorsese. “Ik had doorlopend ontmoetingen met vage geldschieters, veelbelovende acteurs en andere regisseurs. Niemand kende mij en ik deed er alles aan om dat te veranderen.”
De Amerikaanse filmmaker reflecteerde ook op zijn oeuvre. De thema’s die hij in Mean Streets verkende, keerden met grote regelmaat terug in zijn werk. “Het New York van de jaren vijftig en zestig heb ik als een gevaarlijke plaats ervaren, op heel veel niveaus”, vertelde hij. “Wat doet dat met goede mensen? En als een goed mens iets slechts doet om te overleven, maakt dat hem dan meteen een slecht mens? Hoe hou je je staande als goed mens in een wereld die dat eigenlijk totaal niet is? Bestáát goed eigenlijk wel?”
Zijn films gaan vooral over de relaties tussen mannen. “Dat was de wereld die ik van huis uit kende”, aldus Scorsese. “Ik had een broer, en ik had veel ooms. In die mannenwereld voelde ik mij ook als regisseur thuis; dat is altijd de habitat geweest die ik kende en begreep.” Verantwoordelijkheid en loyaliteit zijn ook kenmerkende thema’s voor de iconische filmer. “Ik hield heel veel van mijn oom, die wel het zwarte schaap van de familie was. Hij klopte altijd bij mijn vader aan als hij in de problemen verkeerde, en mijn vader bleef hem onvoorwaardelijk steunen. Dat heb ik van huis uit ook meegekregen: het is niet erg om soms te falen, het gaat erom hoe we daar mee omgaan.”