Premier Mark Rutte gaf woensdagavond toe dat sommige uitspraken van kabinetsleden over niet-gevaccineerden tijdens de coronacrisis mogelijk als ‘hard’ zijn ervaren. Ook had hij graag meer willen luisteren naar mensen die het niet eens waren met de coronavirusmaatregelen. Hierover publiceert NU.nl.
Hij verklaarde dat de uitspraken niet hard bedoeld waren, maar dat ze werden gedaan naar aanleiding van verhitte debatten binnen het kabinet, met name over het coronaviruspaspoort. De Tweede Kamer debatteerde woensdag over het eerste rapport van het Veiligheidsberaad, dat bijna een jaar geleden werd uitgebracht.
De regering benadrukte tijdens de Covid-19 pandemie herhaaldelijk het belang van vaccineren. Er was bijna een eis voor een vaccinatiebewijs voor bepaalde plaatsen die onderscheid zou hebben gemaakt tussen de rechten van gevaccineerden en niet-gevaccineerden. Rutte stelde dat het onderscheid om dwingende redenen is gemaakt.
Mensen die om welke reden dan ook niet gevaccineerd wilden worden, werden tijdens de crisis steeds mondiger met protesten en anti-regeringscampagnes. Ook de kritiek van het kabinet op deze groep groeide.
Rutte reageerde dat hij destijds met iedereen in gesprek probeerde te gaan en voorzichtig was met zijn woorden, maar dat je moet oppassen met wat je zegt. “Misschien onbedoeld, maar zeker niet bedoeld”, aldus Rutte.
