Politiek

Niet consumptie is ware rijkdom maar vervullen van arbeid

24-06-2015 18:30

De bekende autofabrikant Henry Ford liet ooit met veel trots zijn machines zien aan de voorman van zijn vakbond. “Ik vraag me af hoe mijn robots de contributie voor hun vakbond gaan betalen”, zei hij met een grijns op zijn gezicht. Die grijns verdween toen de vakbondsleider antwoordde dat hij zich afvroeg hoe de robots de auto’s gingen kopen.

Economische beloften blijken leugens

De reden van deze anekdote is dat de economische beloften die het volk van Nederland zijn opgespeld steeds duidelijker leugens blijken. “De vergrijzing zal voor een enorme vraag naar arbeid zorgen!”, zo werd ons jarenlang voorgehouden. De realiteit is dat dit werk door technologie wordt overgenomen. Bankmedewerkers zijn er bijvoorbeeld steeds minder en op de boerderij worden koeien gevoerd en gemolken door robots. De automatisering van de haven van Rotterdam levert banen op in termen van software-schrijven en machineonderhoud, maar kost netto natuurlijk arbeidsplaatsen.

De vergrijzing levert minder extra werk op dan gedacht, want de kanteling van het sociaal domein betekent dat steeds meer neerkomt op onbetaalde mantelzorgers. Daarbij is er nog de ‘maatschappelijke tegenprestatie’ – het schoonhouden van stations verdringt bijvoorbeeld schoonmaakwerk. Ten slotte leiden de open Europese grenzen tot import van goedkopere arbeid uit streken als Polen en Roemenië. Om nog te zwijgen over de ‘massa-immigratie’ uit Afrika.

Game- en websitedesign

Ik neem als voorbeeld afgestudeerden op game- en websitedesign. Ze ontwikkelen games na hun studie maar meer als hobby dan als werk, omdat ze feitelijk te weinig inkomen genereren met de arbeid waarvoor ze zijn geschoold. Ze vullen hun inkomen aan met arbeid die de lager geschoolden verdringt, bijvoorbeeld werk in een winkel. Stel – je bent een werkgever. Als jij een hbo’er achter je toonbank kunt krijgen, waarom zou je dan nog een laaggeschoolde inzetten? Hier komen de ‘uitplaatsingstrajecten’ van gemeenten in het spel.

Oftewel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden gesubsidieerd aan het werk geholpen door ze goedkoper en dus aantrekkelijk te maken voor werkgevers. Bot gezegd: tegen een caissière met programmeeropleiding is alleen nog te concurreren door laagopgeleiden wiens arbeid wordt gesubsidieerd door de belastingbetaler. De baan die men er aan de ene kant in drukt valt er aan de andere kant uit.

Omscholing

In diens boek Waar blijft die baan? (2014, p146) verwacht Renzo Verwer ook van omscholing weinig heil. “Er zijn bijna 700.000 werklozen en zo’n 100.000 tot 200.000 openstaande vacatures.” Ofwel omscholingstrajecten leveren vooral banen op voor de omscholers. Sociale werkplaatsen worden uitplaatsbureau’s en een deel van de clientèle vult de posities van de uitplaatsingcoördinators. Ook de sollicitatiecursussen worden verzorgd door mensen die eerst cliënten waren. Wie houden we voor de gek?

Nu zegt de wet van Say dat dit in beginsel niet uitmaakt, omdat met ieder product dat gemaakt wordt inkomens worden verdiend. Alle inkomens, die met het maken van alle producten zijn verdiend, creëren zoveel koopkracht dat alle gemaakte producten ook afgezet kunnen worden. Maar met hoeveel dog-groomers en wedding-planners kunnen we de economie belasten? Ook loopt dit op tegen de constatering van de vakbondsman, dat iemand met een robotfabriek producten fabriceert die hij zelf niet opkoopt. Een directeur van een bouwbedrijf zei het als volgt: “Een machine uit Korea kost mij 300.000 € en zet per dag meer stenen weg dan een aantal bouwvakkers bij elkaar. Maar een machine heeft geen huurhuis nodig.”

Besteedbaar inkomen

Vaste lasten nemen een steeds groter deel van onze uitgaven in; het besteedbaar inkomen is in Nederland klein ten opzicht van andere West-Europese landen. Fenomenen als Marktplaats, AirBnB, Kickstarter, Bitcoin en Uber maken iedere consument tot ondernemer, maar hoeveel valt er nu feitelijk te ondernemen? Het grootste deel van ons geld gaat op aan telefonie, elektriciteit, huur, medicijnen, sigaretten, brandstof, supermarkt en belasting. Dat is het ‘grootkapitaal’ waartegen het individu, de startende ondernemer, feitelijk niet kan concurreren.

Een klein stukje van de uitgaven-schijf is nog over voor het midden- en kleinbedrijf, maar dat stukje slinkt. Zeker met de voorgenomen BTW-verhoging van het belastingplan, waarvan enkel de ‘basisbenodigdheden’ uitgezonderd blijven. Dit is goed voor de lagere inkomensgroep en goed voor het grootkapitaal, maar krimpt de middenstand. Het grootkapitaal heeft een schaalvoordeel en kan altijd het goedkoopste product leveren. Ook de immigratiestroom kan hier weer genoemd worden, want dit zijn mensen met weinig inkomen die boodschappen bij de Aldi of Lidl doen. Niet bij de slager of bakker die iets duurder is en nét dat extra stukje kwaliteit levert.

Eigen keuzes maken

Liberalen vinden dat mensen meer eigen keuzes moeten kunnen maken. Niet langer al die verplichte verzekeringen en pensioenstelsels; zelf sparen voor je toekomst. Een makelaar kan bijvoorbeeld een eigen potje aanleggen voor het geval hij een been breekt. Dit maakt het des te vreemder om spaargeld te belasten, zoals het nu-voorliggende belastingplan voorneemt.

Voorgaand voorbeeld brengt ons op het zorgstelsel. Nu betaalt een gezin in Nederland +/- 11.000,- euro aan zorg per jaar. Van de 259,6 miljard begroting gaat 72,9 miljard naar zorg en 77,6 naar sociale zekerheid en arbeidsmarkt; van het wegbezuinigen van de JSF koopt Nederland één ochtend zorg. Dit land geeft wereldwijd het grootste percentage van het bruto nationaal product uit aan langdurige zorg – veel meer dan Denemarken en Duitsland. Het feit dat je verplicht verzekerd bent maakt het moeilijk om kapitaal op te bouwen waarmee je kunt investeren in het oprichten van een eigen onderneming.

Medicijnprijzen staan min of meer vast (zo onderzocht KRO eens dat een paracetamol 0,0015 euro kost; het doosje en de bijsluiter 4 cent), het huisartsenmaatschap bepaalt zelf hoeveel artsen jaarlijks worden opgeleid; tekenend voor de vervlechting van de medische lobby met de wetgeving van ons land is het beruchte ‘beste Els’ briefje van Bolkenstein aan minister Borst. Het doel van dit briefje was het opnemen van een specifiek medicijn binnen het geneesmiddelenvergoedingssysteem.

Zorgkosten stijgen

Daar komt bij dat de zorgkosten in ons land meer stijgen dan dat de economie, zelfs in de meest rooskleurige scenario’s, jaarlijks groeit. De jongere bevolkingsleden zijn steeds minder in aantal en zullen steeds meer moeten mantelzorgen. Zo houden zij minder tijd over voor arbeidsuren. De enige manier waarop ik dit op termijn nog goed zie komen, is een volledige privatisering van de zorg gekoppeld aan een vorm van basisinkomen.

Dat de privatisering tot nu toe onbevredigend is geweest komt doordat er nooit echte vrije concurrentie is gekomen – we hielden wettelijk opgelegde verplichte afnames met te hoog vastgestelde prijzen en te veel managers, waarvan de kosten door de belastingbetaler worden opgebracht. Deze privatisering zal gepaard moeten gaan met het onttakelen van de medisch-farmaceutische lobby.

Overleven

Het weghalen van zorg bij de overheid is een kwestie van overleven. Over iedere euro is te debatteren: geef je hem uit aan defensie, wetenschap of zorg? Wie iets anders kiest dan zorg geldt als ‘koud’, ‘kil’ en ‘inhumaan’, wat met een zorgbehoevend vergrijzend electoraat plus een ontgroenende bevolking onvermijdelijk leidt tot verstikking van onze beschaving door stijgende zorgkosten en een groeiende overheid. De omslag is pijnlijk maar wel noodzakelijk. Stel je zit als rijke op een boot en de boot dreigt te zinken. Gooi je dan je schatkist overboord of spring je zelf?

Het basisinkomen en privatisering leiden tot een kleinere overheid (minder bureaucratische lagen qua uitkeringsregulatie en repressie) en meer bestedingsvrijheid voor de consument: zelf sparen, zelf verzekeren, zelf risico dragen. Basisinkomen maakt fiscale verruimingen overbodig, waarvan blijkt dat dit geld niet naar consumenten en ondernemers vloeit maar naar ‘veilige’ bedrijven met staatssteun. Hoewel het nader moet worden uitgewerkt is helder dat het voorbehouden moet zijn aan inwoners met Nederlands staatsburgerschap, wat een aanzuigend-destabiliserend effect voorkomt.

Iedereen een ambtenaar

De conclusie is dat de ontwikkeling van de arbeidsmarkt het liberale vertoog voor problemen stelt. Men wil dat mensen tegenprestaties leveren voor hun uitkering, dat maakt echter van iedereen een ambtenaar. Enerzijds moet je zuinig en verantwoordelijk omgaan met geld – ‘spaarpotten-ideologie’ – anderzijds is het “koop dat huis, koop die auto – geld moet rollen!”, aldus de premier.

Een fundament van liberaal denken is: “Ik heb er voor gewerkt dus ik heb recht op meer dan een ander, die niet werkt”, maar door de automatisering kan niet iedereen meer werken. Naast spierkracht vervangen machines nu ook denkkracht. Of er moeten schijnbanen worden gecreëerd die weinig toevoegen en waarschijnlijk geen vervulling bieden.

Piketty

Afsluitend kunnen we nog wijzen op Piketty – waar het belachelijke plan om mensen zelf te laten sparen voor hun risico’s maar ze daarbij te belasten op dat spaargeld – dus vandaan komt. Want Piketty stelt rijkdom gelijk aan kapitaalstromen maar eigenlijk zouden we moeten nadenken over de rol en invulling van de productiefactor arbeid. Hoe zorgen we dat arbeid een vervullende activiteit is waarin alle aspecten van het menselijke een rol spelen?

Mogelijk zou zo’n nieuwe visie het accent verleggen van productie-efficiëntie naar meer humanistisch-liberale waarden als zelfontplooiing. Misschien is de ware rijkdom van het leven niet de consumptie van het geproduceerde maar het vervullen van de arbeid.