Opinie

‘Wij’ kan niet zonder ‘zij’

07-04-2016 16:42

Na de aanslagen in Brussel wordt het weer “wij” tegen” zij,” meent de leider van de islampartij NIDA, Nourdin el Ouali, in Nieuwsuur. De strijd tegen het wij/zij-denken is niet nieuw. In 2011 was het oud-premier Wim Kok die deze tegenstelling wilde uitbannen. Dat lijkt op het eerste oog een goede zaak, maar dat valt nader beschouwd tegen.

Ik zal aantonen dat Kok met zijn pleidooi tegen het wij/zij-denken de taal verkracht; de mens zoals deze uit de evolutie voortgekomen is, afkeurt; het staatsbestel opblaast; en de ander niet in diens waarde laat. Daarmee toont hij zijn ware gezicht. Kok mag zijn ideologische veren dan wel afgeschud hebben, een socialistische vogel is hij gebleven.

Enkel een alomvattend “wij”

Om een tweedeling in de samenleving te voorkomen, keert Kok zich heftig tegen ieder zogeheten wij/zij-denken: “Het heeft geen pas om mensen in vakjes te delen; om in wij/zij te denken of te praten. Waar dat wel gebeurt, moet dit met kracht bestreden worden.” Voor Kok bestaat er geen “zij,” maar enkel een alomvattend “wij.” Nieuw is die gedachte allerminst. Jannah Loontjens herinnert zich hoe in de jaren ’90 al tijdens colleges over een politiek “wij” gediscussieerd werd. ‘Het ideale “wij” dat politici voor ogen had moeten staan, had een “wij” moeten zijn dat iedereen, ongeacht religieuze of culturele achtergrond, zou kunnen omsluiten.’

Maar – denk ik dan – waar een “wij” bestaat, bestaat bijna per definitie ook een “zij.” Binnen de beslotenheid van een gezin, zijn de buren een “zij.” Gedacht vanuit een klas zijn leerlingen in een andere klas een “zij.” Vanuit het perspectief van een land zijn burgers van andere landen een “zij.” En ja, mensen met een andere religieuze of culturele achtergrond blijven als je het erover hebt toch een “zij.” Alleen vanuit de mensheid als geheel kun je spreken over een “wij” zonder “zij.” Voor sommige kwesties is een dergelijk globaal perspectief een zinvolle invalshoek. Maar het heeft geen pas om ieder “zij,” waar het functioneel is, categorisch te willen elimineren.

“Zij” staat niet voor vijandschap

Een hardnekkig misverstand is dat “zij” staat voor vijandschap. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet. Dat de verschillende gezinnen in een straat elkaar allemaal als “zij” beschouwen, betekent heus niet dat ze elkaar naar het leven staan. Ook is het niet zo dat een land per definitie met het buitenland op voet van oorlog leeft. Integendeel, landen kunnen goede relaties met elkaar onderhouden. Denk maar aan de blijken van medeleven uit de hele wereld die België na de aanslagen mocht ontvangen.

Ook ik ben een “zij”

Een matigende gedachte is dat het bestaan van een “zij” betekent dat jezelf in de ogen van anderen ook met enige regelmaat als een “zij” beschouwd wordt. Het is dus ook je eigen belang dat een “zij” goed behandeld wordt. “Wij” en “zij” zijn trouwens relatieve begrippen. Dat je niet alles met elkaar deelt, betekent niet dat je niks met elkaar deelt. Natuurlijk beschouw je de ander als een “zij,” maar ook als een “wij.” Vanuit het perspectief van het gezin zijn de buren een “zij,” maar als straat- of buurtgenoten zijn diezelfde buren een “wij.”

Eerste hoofdzonde – Ontkennen dat wij/zij-denken taalkundig is verankerd

Vanuit socialistisch/marxistische hoek bezondigt men zich er vaker aan de werkelijkheid via de taal te willen veranderen. Daartegenover moge het onschuldig lijken dat onlangs nog de Volkskrant het woord “allochtoon” uit het vocabulaire van haar redacteuren heeft geschrapt. Het onderscheid tussen “wij” en “zij” betreft evenwel niet enkel het schrappen van een woord (“zij”), maar het beschadigen van een diep in iedere taal verweven grammaticale basisstructuur (ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij).

Die structuur willen verminken, is een ernstig op te vatten vorm van Newspeak. Mensen raken onthand in hun normale taalgebruik, omdat zij zich onterecht gecorrigeerd voelen. Newspeak noem ik een eerste hoofdzonde van het socialistisch/marxistische gedachtegoed.

Tweede hoofdzonde – Ontkennen dat wij/zij-denken evolutionair is verankerd

Weinig dieren zijn sociaal zo sterk ontwikkeld als de mens. Dat heeft ermee te maken dat mensen op een specifieke manier samenwerken om te leven en te overleven. Zodoende ontwikkelen mensen warme gevoelens voor de gemeenschap waartoe ze zichzelf rekenen. Gedurende lange tijd waren dat betrekkelijk kleine leef- en werkgemeenschappen. Omdat niet iedereen deel uitmaakt van dezelfde kleine gemeenschap kennen mensen zoiets als een “wij” en een “zij.” Psychologen erkennen tegenwoordig dat een onderscheid tussen “wij” en “zij” evolutionair in de mens verankerd is. Wie van het “zij” af wil, is dus niet tevreden met de mens zoals deze door de evolutie is voortgebracht. De mens zoals deze nu eenmaal is, moet dus wijken voor een versie die beter past bij de gedroomde maatschappij. Ook nu weer geldt dat het vooral in socialisme/marxisme niet ongebruikelijk is de mens te laten wijken voor de maatschappij. Na Newspeak beschouw ik dit daarom als een tweede hoofdzonde waarmee het socialistische/marxistische gedachtegoed behept is. Ook Kok weet zich daar niet aan te onttrekken.

Derde hoofdzonde – Ontkennen dat wij/zij-denken staatsrechtelijk is verankerd

Een derde hoofdzonde heeft ermee te maken dat het “zij” ook verankerd is in de wet. Denk bijvoorbeeld aan de vreemdelingenwet of aan artikel 2 van de grondwet. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen Nederlander en vreemdeling. Leuk of niet, maar dat onderscheid is essentieel voor de rechtstaat zoals we die kennen. Nederland bestaat bij de gratie van een onderscheid tussen “wij” en “zij.” Als je dat onderscheid schrapt hebben alle 7 miljard mensen in de wereld in Nederland dezelfde rechten als u en ik. Nederland houdt dan op te bestaan.

Nu kan het marxisme staatsondermijnende tendensen niet ontzegd worden, maar het zal toch niet de bedoeling van Kok zijn daarin mee te gaan, door het begrip “vreemdeling” geheel en al uit de wet te schrappen?

Vierde hoofdzonde – De ander niet als anders erkennen

Eerder heb ik uitgelegd dat het een misverstand is dat “zij” voor vijandschap staat, en dat het een relativerende gedachte is dat ik, vanuit andermans perspectief, ook een “zij” kan zijn. Nu blijkt het zelfs mogelijk het “zij” positiever te beoordelen als het “wij.” De joodse filosoof Emmanuel Levinas beschrijft schrijft de “Ander” regelmatig bewust met een hoofdletter om het onophefbaar anders-zijn van de ander te benadrukken. De ander kan en mag door mij niet gebruikt worden voor eigen doeleinden en is nooit ongewild te integreren voor mijn eigen doeleinden. Door iedereen al te snel als een “wij” te zien, doe je dus tekort aan het anders zijn van de ander. Journaliste Hind Fraihi, die 10 jaar geleden al over radicalisering in Molenbeek berichtte, omschrijft vergoelijkend denken over de ander juist als een verholen vorm van racisme. ‘Denken dat er alleen maar goeie moslims zijn, dat het allemaal theedrinkers en couscouseters zijn, is miskennen dat er een grote diversiteit bestaat binnen de moslim-gemeenschap. Wees maar zeker dat daar ook slechteriken tussen zitten,’ zegt ze in Humo. Alles en iedereen in de mal van het eigen gedachtegoed persen, is overigens een onhebbelijkheid die het socialisme/marxisme maar al te eigen is, en die ik daarom als haar vierde hoofdzonde bestempel. Daarmee is overigens niet gezegd dat deze ideologie slechts vier hoofdzonden kent.

Waar een goedige Kok “wij” en “zij” als én diffuus geheel beschouwt, blijkt Afshin Ellian in een interview in de Volkskrant van 26 maart wél in staat de ander als anders te erkennen. ELlian hekelt politici en topambtenaren die denken dat alle religies ongeveer hetzelfde zijn en dat je terreur kunt bestrijden met uitkeringen en subsidies. “Door discriminatie word je geen jihadist. Als je dat denkt, is dat niet alleen een kinderachtige, maar ook een gevaarlijke misvatting.” Hij ziet jihadisten als diepgelovige mensen die vanuit hun geloof extreem gewelddadig zijn. Elian zegt: “In alles wat ik tegen hen heb, wil ik u wel zeggen: ik heb respect voor ze.” De ander als anders erkennen betekent in zijn geval dus dat je respecteert maar allerminst vergoelijkt.

Multiculturalisme ontmaskerd als wereldrevolutie

Al met al weet een bedachtzaam en bedaard overkomende Kok met zijn strijd tegen het wij/zij-denken een viertal ernstige hoofdzonden niet te omzeilen. Daaruit blijkt hoe slecht onderbouwd die strijd tegen het wij/zij-denken eigenlijk is. Ook wordt die strijd ontmaskerd als een socialistisch/marxistische strijd die, net als het jihadisme, een wereldwijde strijd is.

Nu kan men denken: de PvdA staat op minder dat 10 zetels; het socialisme van Kok heeft zijn beste tijd gehad. De strijd tegen wij/zij-denken leeft echter voort in het multiculturalisme dat nog veel aanhang kent. Daarom is het niet onbelangrijk dat ook dit multiculturalisme als een incarnatie van socialistisch/marxistisch gedachtegoed te ontmaskeren. Het multiculturalisme blijkt niks minder dan een marxistische wereldrevolutie met andere middelen te zijn. Waar het marxisme staatsondermijnend is, ondermijnt het multiculturalisme de cultuurgemeenschap. Al dat geneuzel over “binden” en “de boel bij elkaar houden,” is slechts een achterhoedegevecht.