De coup is mislukt, Erdogan blijft aan de macht. En hij zal na de coup machtiger zijn dan ooit te voren. Want deze coup biedt hem de gelegenheid om de Turkse overheid, het juridisch systeem en het leger van zijn tegenstanders te zuiveren, en zijn eigen positie te verstevigen. Dat is de conclusie die we uit de gebeurtenissen van de afgelopen dagen in Turkije kunnen trekken. Veel is er al gezegd over de coup. Voor alle duidelijkheid, militairen zouden nooit de regering van een land mogen vormen. Zij dienen in hun barakken te blijven. Een coup is dan ook, zelfs al is het tegen een despoot als Erdogan gericht, onder alle omstandigheden fout. Maar veel analyses die de afgelopen dagen geschreven zijn over de coup missen de rol van religie bij de gebeurtenissen van afgelopen vrijdag. Religie, en dan met name de politisering van religie, speelde op verschillende niveaus hierbij een rol. Omdat deze factor geen blinde vlek mag zijn zal in dit stuk geprobeerd worden om de rol van gepolitiseerde religie bij de Turkse coup te duiden.
Voor zover de feiten nu bekend zijn draaide de coup om de al jaren teruggaande clash tussen de Hizmet beweging van Fethullah Gülen en de AKP van Erdogan (alhoewel Gülen dit in alle toonaarden ontkent). De eerste een politiek-islamitische (islamistische) beweging, de tweede een islamistische partij. De Gülen en de AKP waren ooit bondgenoten in het terugdringen van seculiere invloeden in Turkije, maar Gülen keerde zich tegen Erdogan toen hij te machtig werd en de belangen van Gülen begon te bedreigen. Vanaf dat moment waren beiden onverzoenlijke vijanden, en heeft Erdogan ernaar gestreefd de politiek, media en het juridisch systeem te zuiveren van alle Gülen-aanhangers. De enige institutie waarbinnen zij nog wel sterk vertegenwoordigd waren was het leger. Het lijkt er nu op dat de resterende Gülen-aanhangers binnen het leger geprobeerd hebben om een coup te plegen, als laatste wanhoopspoging om Erdogan’s regime omver te werpen. Een poging die jammerlijk mislukt is, en die Erdogan de mogelijkheid zal bieden om Turkije te zuiveren van de laatste invloeden van de Gülen.
De coup draaide dus in wezen om de clash tussen twee Turkse islamistische stromingen, die van de Gülen en de AKP. De Gülenisten probeerden de coup te plegen, de AKP-aanhang ging de straat op om de coup te voorkomen. Beide groepen werden in hun handelen voor een belangrijk deel gedreven door religie. De Gülenisten zijn ervan overtuigd dat de visie van hun leider op de islam de enige juiste is, en dat zijn woord dan ook moet worden nagevolgd. De invloed van Gülen moet dan ook te allen tijde uitgebreid worden, zodat deze visie alsmaar meer verspreid kan worden. Deze gedachte ligt aan de basis van het systematisch uitbreiden van de macht en invloed van de Gülenbeweging, zowel in Turkije als daarbuiten.
Dit heeft ertoe geleid dat Gülenisten zich overal genesteld hebben: in de politiek, in de overheid, in de rechtspraak, in de media etc. De aanhang van Gülen vormt dan ook een getrouwe schare van gelovigen, die geactiveerd kan worden zodra Gülen dat wil. Zij zijn (waren) vertegenwoordigd binnen alle lagen van de bevolking, maar met name sterk aanwezig in de bovenlaag, mede doordat de Gülenbeweging altijd sterk geïnvesteerd heeft in onderwijs, en lange tijd in Turkije een groot netwerk van Gülenscholen runde. Het doel van deze scholen was niet alleen om de eigen aanhang op te leiden, maar ook om ervoor te zorgen dat hoogopgeleide Gülenisten die succesvol waren in de Turkse maatschappij de beweging meer macht en invloed op alle niveaus op zouden leveren. Het was dit netwerk van aanhangers dat zich op bevel van Gülen uiteindelijk tegen Erdogan en de AKP keerde.
Tegenover de Gülenisten staan de aanhangers van Erdogan en zijn partij, de AKP. Ook zij handelen voor een belangrijk deel vanuit een religieuze visie. Erdogan en de AKP staan voor de terugkeer van de (politieke) islam in de Turkse politiek, het onderwijs en op straat. Onder Erdogan is Turkije, na jaren van van bovenaf opgelegde secularisatie, structureel geïslamiseerd. Op zowel het niveau van de overheid als op het niveau van de samenleving. In de ogen van de AKP aanhang is Turkije dan ook fundamenteel een islamitisch land, en dient de islam een belangrijke rol te spelen in de politiek, de wetgeving en de publieke ruimte. Het is Erdogan als enige Turkse politicus in de afgelopen 100 jaar gelukt dit voor elkaar te krijgen, daar waar vele islamistische voorgangers faalden. Zijn aanhangers zijn hem daarvoor ook oneindig dankbaar, en naast een politieke geniet de Turkse President dan ook een zekere religieuze status. Erdogan is voor veel Turkse islamisten de verlosser waar zij zolang op gewacht hebben.
Erdogan-aanhangers zijn eveneens sterk vertegenwoordigd in alle lagen van de bevolking, maar zijn aanhang bestaat qua harde kern, waarvan velen afgelopen vrijdagnacht de straat opgingen, vooral uit religieuze fanatici en lageropgeleiden. Tijdens de demonstraties tegen de coup en voor Erdogan waren dan ook vooral religieuze teksten te horen. Ook riepen de moskeeën non-stop op burgers de straat op te gaan. Deze aanhangers gingen niet primair de straat omdat ze tegen het leger waren, of voor de democratie, maar omdat ze Erdogan steunden. En omdat zij bang waren dat een coup door het leger een nieuw seculier tijdperk, en daarmee een verregaande inperking van de islam in het onderwijs, binnen de overheid, de wetgeving en de publieke ruimte op zou inluiden, waarbij Turkije zich weer meer zou oriënteren op Europa en het Westen. De aanhang van Erdogan wilde dit koste wat kost voorkomen. Zij zien liever een Turkije dat aansluiting zoekt bij het islamitische oosten, een Turkije dat door Erdogan getransformeerd wordt tot een milde variant van de Arabische Golfstaten, met een nog grote invloed voor de moskee, en met een rol voor de islam op elk niveau in de politiek, de wetgeving en de samenleving.
Religie speelde in deze laatste episode in de clash tussen Gülen en Erdogan dus een prominente rol. Op drie niveaus. 1) Op het niveau van het mobiliseren van religieuze instituties 2) op het niveau van het de overtuigingen van de aanhangers van beide kampen en 3) op het niveau van het toekennen van religieuze status aan de leiders van beide kampen.
Aan de kant van de Gülenisten is de Hizmetbeweging natuurlijk zelf een belangrijke religieuze institutie. Een institutie die overal haar wortels heeft, en die scholen en moskeeën controleert. Haar aanhangers zijn onderdeel van de beweging op grond van hun religieuze principes. Op basis van deze principes bedrijven ze dan ook politiek. Fethullah Gülen is de religieuze leider van deze beweging, en eveneens de hoogste religieuze autoriteit.
Bij de Erdoganisten speelden moskeeën een cruciale rol bij het mobiliseren van steun. Veruit de meeste moskeeën in Turkije vormen een bastion van steun voor Erdogan, en worden bestuurd vanuit de door de AKP gedomineerde Turkse overheid. Zij kregen dan ook een directe opdracht vanuit het ministerie voor religieuze zaken om van zich te laten horen. Voor de Erdoganaanhang is politiek religie, en religie politiek.
Veel Erdoganisten gingen dan ook de straat op vanwege hun vanuit religieuze principes gemotiveerde steun voor Erdogan. Religieuze teksten waren dan ook overal te horen, en sommige religieuze fundamentalisten begingen wandaden jegens ongewapende soldaten. De aanhang van Erdogan ging niet in het minst de straat op vanwege de absolute loyaliteit aan de leider, een leider aan wie zij een haast religieuze status toekennen, en die zij zien als een verlosser.
We kunnen de gebeurtenissen rondom deze coup dus niet duiden onder de rol van religie hierbij te onderkennen. Europa mag dan grotendeels geseculariseerd zijn, in Turkije speelt religie een steeds grotere rol. Zo ook bij deze coup. De politisering van religie is een feit in Turkije, waar religie en politiek inmiddels amper meer van elkaar te scheiden zijn. De toekomst zal in dit opzicht niet veel verbetering brengen. Erdogan zal de coup aangrijpen om zowel de Turkse staat als de Turkse samenleving nog verder te islamiseren, volgens zijn eigen versie van de islam uiteraard. Dit zal met name ten koste gaan van de vrouwenrechten, de individuele vrijheden, en de positie van religieuze minderheden.
Het zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot een nieuwe grondwet, en een presidentieel systeem gebaseerd op islamitische uitgangspunten. Dit zal de voltooiing zijn van een proces dat sinds Erdogan aan macht is (in eerste instantie met de hulp van Gülen) is ingezet, en het zal het einde betekenen van het secularisme in Turkije. Turkije zal daarmee, net als veel andere landen in het Midden-Oosten, een land zijn waar zowel moskee en staat als religie en politiek niet gescheiden zijn, wetten (deels) worden gebaseerd op de islam en de islam eveneens het onderwijs en de publieke ruimte domineert. Het nieuwe, islamitische Turkije, zal een land zijn waar vele islamisten in de regio naar op zullen kijken. Een voorbeeld dat ze maar al te graag na willen volgen.