Nieuws uit (goed)gelovigenland! In Vlaanderen is (alweer) consternatie ontstaan over een geloofskwestie. Het schooljaar begint er traditioneel op 1 september. Probleem: net op die dag vieren moslimgelovigen hun offerfeest. Gevolg: er wordt vanuit de katholieke onderwijskoepel voorgesteld om het schooljaar in scholen met een grote moslimpopulatie te laten beginnen op 4 september. Directeurs van concentratiescholen – in bepaalde Brusselse wijken bedraagt het percentage moslims meer dan 90% – zouden zelf kunnen beslissen om het schooljaar later te laten aanvangen, ‘kwestie van de onderwijskansen van de moslimjongeren te kunnen waarborgen.’
Nu ben ik allicht slecht geplaatst, want atheïst en dus bevooroordeeld. Maar hoe is het (in godsnaam dan nog wel) mogelijk dat anno 2017 religieuze overwegingen nog steeds een rol kunnen spelen in het beleid van scholen en/of andere instellingen? Akkoord, de Belgische grondwet uit 1831 garandeert zoiets als “godsdienstvrijheid”. De vraag is alleen of het recht om een godsdienst te mogen belijden überhaupt nog in een grondwet zou moeten staan, laat staan dat ‘geloven’ als reden moet mogen worden gebruikt om het recht te kunnen verwerven op deze of gene speciale behandeling? Deze ganse thematiek wordt zelfs nog prangender wanneer men weet dat zogenaamde “officieel erkende godsdiensten” door de overheid (de belastingbetaler) gesubsidieerd worden.
Dat mensen in premoderne tijden nood hadden aan een uitzicht op verlossing (in het hiernamaals, want het leven op aarde was doorgaans kort en hard) valt nog te begrijpen. Hetzelfde geldt overigens ook voor mensen in gebieden waar de beschaving amper doordringt, zoals in afgelegen berggebieden waar bevolkingsgroepen nog net zo leven als 1000 jaar geleden. Dat echter ook mensen die over een immense hoeveelheid informatie kunnen beschikken – en dat is in de westerse wereld toch het geval – nog steeds vastklampen aan allang door de wetenschap gefalsifieerde opvattingen uit het premoderne tijdperk, valt veel minder te begrijpen. Indien dergelijke opvattingen dan nog eens invloed gaan uitoefenen op het leven van alle mensen die niet gelovig zijn – en in een geseculariseerde wereld zoals de onze zijn dat er nogal wat – wordt het al helemaal te gek.
Miljoenen euro’s worden er uitgegeven aan het subsidiëren van sprookjes. In de toekomst zullen er in Vlaanderen bovendien alsmaar meer moskeeën ‘erkend’ worden, wat ervoor zal zorgen dat de bedragen aan subsidies enkel zullen toenemen. ‘Op die manier kan er controle worden uitgeoefend op die instellingen’ is dan het klassieke antwoord op de vraag of zoveel geld doorsassen naar ‘geloven’ wel verantwoord is. Want waarin onderscheidt een ‘erkende godsdienst’ zich van bijvoorbeeld sekten of bijgeloof?
Sekten: ‘Een sekte is een geloofsgemeenschap met opvattingen en gebruiken die zich onderscheiden van overige geloofsgemeenschappen die behoren tot dezelfde stroming als de sekte. Sekten zijn vaak gesticht door een charismatische leider met een nieuwe leer of openbaring.’ (definitie Wikipedia) Deze definitie kan zonder probleem worden getransfereerd naar tal van erkende geloven. Same shit, different name.
Bijgeloof: ‘Bijgeloof (ook wel volksgeloof of alternatieve religiositeit genoemd) is een niet op godsdienst gebaseerd geloof. Het houdt meestal in dat er iets veroorzaakt zou kunnen worden door het bovennatuurlijke krachten of machten.’ (definitie ecyclo.nl) Waarin die ‘bovennatuurlijke krachten of machten’ die bijgeloof kenmerken zouden verschillen van de ‘bovennatuurlijke krachten of machten’ die ook erkende geloven kenmerken is mij een raadsel.
Een veel gehoorde tegenwerping op kritiek zoals die van atheïsten zoals ik, is dat ‘iedereen toch mag geloven in wat hij wil’ en dat ‘zolang je er geen last van hebt, het toch geen kwaad kan?’ Wel, kijk: ik heb er wel last van en het kan (in bepaalde gevallen althans) wel degelijk kwaad. Om te beginnen betaal ik mee voor de fantasietjes van allerlei vaak onaangename reli-fanaten. Die fanaten spuwen te pas en te onpas hun gal over “ongelovigen” zoals ik en wensen atheïsten (of andersgelovigen, want zo consequent in hun haat voor anderen zijn ze wel) alle onheil ter wereld toe. Ongelovigen worden niet zelden als minderwaardig en onrein beschouwd. Wat ronduit xenofoob is, maar goed.
Daarnaast hebben gelovigen sowieso een vertroebelde relatie met de wetenschap. Op zich zou je dit als niet noodzakelijk problematisch kunnen beschouwen. Echter, de cognitieve dissonantie die optreedt indien geconfronteerd met wetenschappelijke feiten zorgt bij vrome, religieuze mensen niet zelden voor hysterische woede-uitbarstingen. Een voorbeeldje is de evolutietheorie, zoals bekend niet erg populair onder lui die gelóven dat de eerste mens (een man, uiteraard) uit klei werd geschapen (en vrouwen uit de rib van Adam.) De arrogante en agressieve uitvallen naar leerkrachten die echte wetenschappen willen uitleggen aan hun leerlingen zijn in scholen met hoge concentraties moslimgelovigen dan ook zo talrijk dat sommige scholen de evolutieleer uit hun lessenpakket hebben geschrapt. Omdat al die gelovigen (‘leer over ons geloof, dan zal je zien hoe mooi het is!’) kroost voorbrengen dat al evenzeer op gespannen voet zal leven met de wetenschap, zal de druk op geseculariseerde samenlevingen enkel toenemen. De toegeeflijkheid en tolerantie van gelovigen kennende zal zulks uitmonden in een steeds inkrimpend speelveld voor mensen die aan wetenschap (of enig ander tijdverdrijf waar gelovigen aanstoot aan nemen) willen doen. Zeker in het licht van het binnenhalen van duizenden en duizenden orthodoxe gelovigen uit vooral moslimlanden is deze bekommernis zeer terecht.
Tot slot nog iets over het zogenaamde respect dat we gelovigen zouden verschuldigd zijn. Respect is een erg rekbaar begrip. Het feit dat ik bepaalde geloofsstellingen van gelovigen in vraag stel kan bijvoorbeeld al genoeg zijn om mij ‘een gebrek aan respect’ te verwijten. De uiteindelijke consequentie van zo’n mentaliteit is dat geloven in vraag stellen bij wet verboden wordt. Dat is het begin van het einde. In een geseculariseerde samenleving zou er net veel meer ruimte moeten ontstaan om al die geloofsridders te confronteren met hun ridicule denkbeelden.
Neen, ik heb geen respect voor het feit dat je gelóóft dat de aartsengel Gabriël jouw profeet een persoonlijk bezoekje heeft gebracht tijdens zijn epileptisch insult. Neen, ik heb geen respect voor het feit dat je vijfmaal per dag op een matje in de richting van een zwarte steen ligt te janken. Neen, ik heb geen respect voor je gelóóf dat dagelijks laat zien ‘hoe mooi’ het wel niet is door mensen op te blazen, homo’s te haten, ongelovigen te verachten, cartoonisten ‘die geen respect tonen voor de profeet’ neer te knallen en meer van dat. Respect, beste gelovige, is in mijn wereld iets dat je moet verdienen. Je krijgt dat niet ‘omdat je gelovig bent.’ Je kan respect krijgen als individu, als mens. Dat noemt men humanisme, een stroming die in West-Europa al enkele eeuwen oud is. Jouw denkbeelden (jaja, ook religieuze) daarentegen zijn in westerse maatschappijen (vooralsnog) even feilbaar als alle andere. Zich vragen stellen over, kritiek uiten op en zelfs spotten met gelovigen mag hier. Aan inquisiteurs die geloofscritici vervolgen ‘omdat ze geen respect hebben voor het geloof’ hebben we geen behoefte.
Om terug te komen op het islamitische offerfeest en het uitstellen van de eerste schooldag in Vlaanderen: neen, dank u. Op zich zou het niet eens zo heel problematisch hoeven te zijn, ware het niet dat het zich allemaal opstapelt. Onverdoofd slachten, bidruimtes, halalafdelingen in winkels, aparte zwemuurtjes voor vrouwen: de invloed van religie op onze maatschappij neemt eerder toe dan af, terwijl het omgekeerde eigenlijk zou moeten plaats vinden. Als er geen halt wordt toegeroepen aan deze tendens dreigen we met zijn allen in een theocratie terecht te komen.
Religieus geïndoctrineerde bevolkingsgroepen moeten niet het idee krijgen dat hun op hol geslagen verzinsels een speciale behandeling verdienen. Integendeel. Wat mij betreft mag die theologische waanzin ontmoedigd worden, door bijvoorbeeld alle subsidies die er naartoe vloeien stop te zetten. Er zijn ongetwijfeld veel nobelere en nuttigere doelen waar dat weggegooid geld naartoe kan gaan. Geloof zit in je hoofd en moet absoluut niet gefaciliteerd worden door de overheid.