Lees ook: CNN-journalist Christiane Amanpour baseert pleidooi voor waarheid op nepfoto
Ik ben blij dat het wederhoor van College Tour naar aanleiding van mijn artikel CNN-journalist Christiane Amanpour baseert pleidooi voor waarheid op nepfoto in zijn geheel is weergegeven. Om de tekst te analyseren verander ik nu echter de volgorde van de zinnen. Allereerst plaats ik de eerste zin en de twee laatste zinnen ik achter elkaar. De tussenliggende zinnen komen daarna aan de orde.
Het resultaat ziet er dan als volgt uit:
“Natuurlijk wist de redactie van het artikel in het blad Living Marxist waarin de berichtgeving van ITN over kamp Trnopolje in twijfel werd getrokken en zelfs als leugenachtig werd betiteld. (…) Voor ons was het geen aanleiding om deze kwestie te bespreken, omdat de foto in de uitzending diende om de gruwelijkheden uit de Balkan-oorlog te illustreren. Niet om opnieuw aandacht te besteden aan een poging van een blad de berichtgeving daarover af te doen als leugenachtig.”
Wat er nu staat is dat een omstreden foto, zonder toelichting dat deze omstreden is, wordt gebruikt omdat van deze foto bekend is dat deze bijzonder effectief is in het opwekken van afschuw.
De uitzending van College Tour met Christiane Amanpour staat helemaal in het teken van journalistiek: de gast is journalist, de presentator is journalist, gast en presentator praten over journalistiek, het publiek zijn studenten journalistiek, en hun vragen gaan ook over journalistiek. In dié context is het géén thema dat een foto waarvan bekend is dat deze associaties met de holocaust oproept, misschien wel ronduit misleidend is. Eén mogelijkheid is dat de studenten weinig weten over de geschiedenis van de foto en net zo onbevangen tegenover de foto staan als het publiek in 1992. In dat geval blijkt het voor College Tour niet bezwaarlijk om studenten journalistiek in dezelfde val te laten lopen als het publiek destijds.
Minstens zo bezwaarlijk is echter als de studenten wél op de hoogte waren van het feit dat de foto omstreden was, maar dat die omstandigheid blijkbaar niet aan het televisiekijkend publiek hoefde te worden verteld. De boodschap naar de studenten toe is in dat geval dat je televisiekijkers heus niet hoeft te vertellen wat je als journalist wél weet.
Volgens mij leidt dit tot een beroepsattitude waarbij de journalist zichzelf een gidsende rol ten aanzien van zijn publiek toemeet. Ook als de vraag tijdens de opnames wel gesteld is, maar bij de montage eruit is geknipt, kunnen de studenten, door Uitzending Gemist te kijken, in retrospectief vaststellen dat College Tour het niet nodig acht de televisiekijker op de hoogte te brengen van de discussie rond de foto.
Aart Brouwer beschrijft hoe naar aanleiding van de Balkancrisis begin jaren ’90 een controverse onder journalisten ontstaat, over de vraag wat de rol van journalisten in oorlogs- en crisisgebieden moet zijn: “Moeten we in een conflict partij kiezen op grond van persoonlijke overtuiging, bijvoorbeeld uit betrokkenheid bij de onderliggende partij? Dat kan betekenen dat de goede zaak een vervalsing waard is, misschien wel twee, of eigenlijk talloze vervalsingen. (…) Of moet een journalist in alle omstandigheden allereerst de waarheid boven tafel brengen, ongeacht de politieke en menselijke gevolgen?”
Christiane Amanpour verdedigt in College Tour de stelling dat partij kiezen en streven naar waarheid best met elkaar te combineren zijn. Het gaat volgens haar om objectiviteit, niet om neutraliteit. Mooi gezegd! Echter, door gebruik te maken van een omstreden foto en dat niet benoemen, bewijst zij dat zijzelf dat principe niet waarmaakt. College Tour maakt dat principe ook niet waar: door Amanpour te laten begaan, en geen kritische vragen te stellen over de foto, werkt College Tour mee aan de leugen van Amanpour.
“De schrijver van het artikel in LM, Deichmann was destijds nooit ter plekke geweest en de rechter oordeelde dat alles wat hij beweerde van ‘hearsay’ was.”
Cruciaal in deze zin is de betekenis van het woord ‘destijds’. Gesuggereerd wordt dat Deichmann om zijn artikel te schrijven, nooit naar Trnopolje is afgereisd. Welnu, hij is wél afgereisd. In zijn artikel beschrijft Deichmann uitvoerig hoe hij eind 1996, vanuit zijn achtergrond als bouwingenieur, ter plekke is gaan onderzoeken hoe dat nu precies zat met dat kamp, de gebouwen, en de omheining. Hij beschikte over uren ruw beeldmateriaal van het Britse journalistenteam dat op 5 augustus 1992 kamp Trnopolje bezocht. Door de filmopnamen te vergelijken met de situatie aldaar kon hij achterhalen vanaf welke plek en vanuit welke richting de opnamen gemaakt zijn en kon hij ook reconstrueren hoe de situatie ter plekke die dag was. Zo kon hij zijn gegronde vermoeden verifiëren dat niet de kampbewoners, maar juist de journalisten zich op omheind terrein bevonden. Ook kon hij op die manier nagaan dat het kamp tijdens de opnamen niet omheind was. Zijn onderzoek ter plekke was overigens niet enkel technisch van aard. Hij heeft ook diverse ooggetuigen gesproken om zich nóg beter een voorstelling te kunnen maken hoe het kamp functioneerde.
Dat Deichmann niet al in 1992 in Trnopolje is geweest kan hem onmogelijk kwalijk worden genomen. Jeremy Irvin, Penny Marshall, Ian Williams en Ed Vulliamy konden Trnopolje enkel bezoeken op basis van een uitnodiging van Radovan Karadzic, de toenmalige president van de Bosnische Serven. Twee dagen eerder, op 3 augustus, had het journalistenteam zelfs een persoonlijke ontmoeting met Karadzic. Karadzic liet het Britse team filmen om geruchten te ontzenuwen dat er concentratiekampen waren.
De opmerking dat de rechter oordeelde dat alles wat Deichmann beweerde hearsay was, is waarschijnlijk afkomstig van John Simpson. Daarover later meer.
Wat ik me hier afvraag, is wat hearsay in de context van de rechtspraak in Engeland betekent. In normaal spraakgebruik kan het ‘van horen zeggen’ betekenen, maar ook duiden op geruchten of roddel. In een juridische context spreekt men van hearsay evidence (hoorgetuigenis) en van hearsay witness (hoorgetuige). Al googelend kwam ik een in London gepubliceerd juridisch boek tegen met als titel: Evidence in criminal procedings: hearsay and related topics. Via de zoekfunctie vond ik 948 hits op hearsay. Mij conclusie hieruit is dat als een Engelse rechter het over hearsay heeft het daarmee nog geen uitgemaakte zaak is wat daar nu precies mee bedoeld is.
Juist is dat de Engelse vertaling van Deichmanns artikel, The picture that fooled the world, in LM Magazine van februari 1997, aanleiding was voor de rechtszaak. Het artikel was echter eerder a; verschenen in gerenommeerde tijdschriften in Europa. De oorspronkelijke versie Es war dieses Bild, das die Welt in Alarmbereitschaft versetzte was Duitstalig. De overgang van Living Marxist naar LM Magazine behelsde trouwens ook een overgang naar een post-marxistische invalshoek. Het is niet zo dat LM Magazine toentertijd nog stug vasthield aan orthodox marxistische standpunten.
“Deichmann trad overigens later op als getuige voor de verdediging van Dulko Tadic, die werd veroordeeld door het Joegoslavie-tribunaal wegens misdaden tegen de menselijkheid. Maar dit terzijde.”
Het woord ‘later’ suggereert dat hij na de rechtszaak over zijn artikel geradicaliseerd is door zelfs op te treden als getuige voor de verdediging van een oorlogsmisdadiger. De vork zit iets anders in de steel: het was niet later maar eerder. Al in het gewraakte artikel uit 1997 schrijft Deichmann dat hij in het verleden heeft gewerkt voor het Nederlandse advocatenkantoor Wladimorff & Spong. (Gerard Spong is overigens ook gast geweest bij College Tour, maar dit terzijde.) Professor Wladimorff was de advocaat van Dusko (niet Dulko) Tadic. De taak van Deichmann was een inhoudelijk neutraal en zakelijk bericht op te stellen over hoe Tadic in de Duitse media vertoond werd om daar in de rechtszaal over te berichten. Via dit werk stootte hij op de beelden van de magere man, Fikret Alic, achter prikkeldraad. Over deze beelden is hij vervolgens, als onafhankelijk journalist, gaan schrijven.
“Maar na de rechtszaak daarover en de uitspraken van het Joegoslavie-tribunaal is onomstotelijk vast komen te staan dat Trnopolje een kamp was waarin mensen gevangen werden gehouden, gemarteld, verkracht en vermoord.”
Het laatste deel van deze zin komt woord voor woord overeen met een zin uit een artikel uit 2012 in The Guardian, waarin wordt beschreven dat BBC-coryfee John Simpson zich verontschuldigd bij Ed Vulliamy. Beiden zijn dan sinds kort werkzaam bij The Observer. Vulliamy is één van de vier journalisten die op 5 augustus 1992 kamp Trnopolje bezochten. Simpson verontschuldigt zich voor het feit dat hij ten tijde van de rechtszaak partij koos voor LM Magazine.
Het artikel over de verontschuldiging van Simpson is overigens ook het enige artikel dat ik heb gevonden, waarin in relatie tot de rechtszaak in 2000 gerept wordt van hearsay. De zin waarvan het laatste deel overeenkomt met die uit het wederhoor luidt in zijn geheel: “Merdzanic insisted that Trnopolje was a camp where Muslims were imprisoned, beaten, tortured, raped and killed by their Serb guards.”
De uitspraak wordt dus toegeschreven aan ene Merdzanic. Merdzanic nu is een Bosnische moslimse arts die in de rechtszaak tegen LM Magazine optrad als kroongetuige voor ITN.
Ik weet niet of deze ene zin een accurate weergave is van de getuigenis van Merdzanic. Wel weet ik dat zijn getuigenis nooit is betwist door de verdediging van LM Magazine. Deichmann schrijft in zijn artikel over de rechtszaak dat ook hij onder de indruk was van de getuigenis van Merdzanic. Voor de vraag of de beelden van het journalistenteam misleidend waren achtte Deichmann Merdzanics getuigenis echter van geen belang. Volgens hem zette de verdediging van ITN de getuigenis vooral in om ‘moraalpunten’ te scoren bij de jury.
“Dat de mensen op de beelden tegen hun zin en onder bewaking en ook achter hekken, muren en andere barrières gevangen werden gehouden.”
Wat er in 1992 allemaal in Trnopolje is gebeurd is in retrospectief moeilijk te achterhalen. Niet moeilijk is het echter om te bepalen hoe de rechtszaak in 2000 verlopen is: die was immers openbaar.
Over deze rechtszaak heb ik een drietal artikelen geraadpleegd: het artikel van Aart Brouwer in De Groene Amsterdammer, het artikel van Rolf Hartzuiker in de Volkskrant en het artikel van Thomas Deichmann in Novo. Uit alle drie de artikelen komt naar voren dat de bevindingen van Deichmann – dat de beelden misleidend waren omdat de filmploeg van ITN en niet de aanwezigen in het kamp achter prikkeldraad stonden – door de rechter bevestigd zijn.
Deichmann beschrijft dat de rechtbank ook al in een vroeg stadium erkend heeft dat het kamp ten tijde van de opnamen niet door prikkeldraad omheind was. Hartsuiker zegt op basis van bestudering van het ruwe beeldmateriaal van de Britse filmploeg te kunnen staven dat Trnopolje ten tijde van de opnamen géén concentratiekamp was. De reden waarom LM Magazine toch voor smaad veroordeeld is heeft alles te maken met de archaïsche Engels smaadwet, die stelt dat smaad pas bewezen is als bewezen is dat de misleiding opzettelijk heeft plaatsgevonden.