Dit artikel hoort bij de reeks ‘Cultuur en Politiek’, gefinancierd door crowdfunding. Draag vandaag nog bij aan deze interessante reeks artikelen via crowdfundplatform VoordeKunst!
Nog scherp staat me de regenachtige ochtend voor ogen dat ik vroeg met de bus naar Brussel moest. Het miezerde en omdat er toch geen klanten waren dronken de taxichauffeurs koffie in het bushokje. Ze begonnen een gesprek over Uber – ze maakten zich ongerust over inkomensderving. Het liep zó hoog op dat één van hen me aansprak. “Hé, jij daar! Je zit daar wel zo stil te luisteren, werk jij soms voor Uber? Als ik er achter kom dat jij voor Uber werkt, dan sleep ik je voor de rechter!” Droogjes merkte ik op dat als ik voor Uber werkte, dat ik dan zeker niet in dat weer en op dat tijdstip op een bus zat te wachten.
Ik blik op het voorval terug omdat het een uitstekende gelegenheid biedt om de discussie te openen over de voor- en nadelen van innovatie. En van het eenzijdige pr-verhaal hierover, dat de politiek (lees: de ‘kartelocratie‘) bewust in stand houdt.
Dat zit als volgt. Bedrijven als Uber, maar ook bijvoorbeeld hipsters die met hun Apple en caffè latte in een fruitbar startups bijeen zitten te appen, worden door de elite naar voren geschoven als ‘you can do it!’ propaganda. De boodschap is: als individu heb je je lot in eigen hand – wees ondernemer van je eigen leven, innoveer! Als het mislukt dan ligt het probleem niet bij het systeem maar bij jou.
Dat een steeds groter deel van het inkomen in Nederland opgaat naar vaste lasten – naar artikelen waarop individuen niet tot nauwelijks kunnen concurreren – houdt de elite slim onbesproken. Denk bijvoorbeeld aan de torenhoog opgestuwde huizenprijzen: zowel huur als koop. De elite wil niet dat jij een rigged system aankaart maar dat jij die hipster wordt: wil dat jij die gedweeë “zoek het bij jezelf” mentaliteit aanneemt. Want dat maakt kneedbaar, meegaand en ongevaarlijk.
In dit deel van de serie ‘Cultuur & Politiek’ nemen we de cultuur van de startups onder de loep. Die is, zo mag blijken, verwant aan de hipster-cultuur. Ik hoor u al denken: Maar is een startup niet gewoon een bedrijf starten? Neen – het verschil daartussen ligt precies op het vlak van branding en van cultuur. Bij het onderwerp “een bedrijf starten”, denkt men aan een kantoorpand huren, mensen in dienst nemen en een boekhouding voeren. Saai en bureaucratisch. Bij “startup” denken we aan quinoa eten en caffè latte drinken uit een mango met een laptop op je schoot.
Het accent ligt hierbij op het hippe imago van de startups: aan hoe rendabel ze zijn gaat men dikwijls voorbij. En dit betreft écht niet alleen de gesubsidieerde lucht die wordt geprogrammeerd in apps. Hoeveel barbiersshops, duurzame moestuinen op een dakterras, alternatieve hopbiertjes en fairtrade koffietrucks kan een markt aan?
Recent kreeg ik een reportage over Uber onder ogen. Wat blijkt: als je alles tegen elkaar afrekent – het geld wat de chauffeur per rit aan Uber afdraagt, wegenbelasting, benzine en de APK – dan rijdt je min of meer je auto op. Zo bezien is Uber-chauffeur-zijn dus iets wat je doet als je tussen twee banen inzit, en je ondertussen je auto opeet. Je rijdt je auto op maar voelt je een onafhankelijke en wendbare ondernemer. Toch een heel ander beeld dan dat van de nieuwe Steve Jobs.
Een ander voorbeeld is de tekstschrijfster die overbodig gemaakt wordt door een zoekmachine optimalisatie tool. Hiervoor bestaat een gesubsidieerde startup in Arnhem. Dit vernietigt echter alle creativiteit in het beroep: je poogt enkel de sterkste tien zoekwoorden in één tekst te proppen. Nu verschijnen de gesubsidieerde apps die dit in een macro’tje gieten. Wat gaat de samenleving hierop vooruit? Deze ontwikkeling versterkt in eerste opzicht vooral de monopoliepositie van Google.
De ratrace die bedrijven onderling aangaan spekt uiteindelijk vooral de kas van Google. Bedenk dat één bedrijf ervoor zorgt dat vrijwel alle bedrijven hun marketingbudgetten verhogen. Investeringen die dienen om vindbaar te zijn, maar niet de kwaliteit van het product vergroten. Bovendien vloeit een aanzienlijk deel van deze investeringen naar Google.
Sowieso is het idee van de startups al eerder geprobeerd in de tijd van Neelie Kroes. Toen dacht men nog dat in de internet-samenleving mensen gingen ondernemen vanaf het platte land. Iedereen was immers met iedereen verbonden – waarom niet ondernemen vanuit de natuur? Omdat we echter in een kartelocratie leven, zijn incrowd netwerkjes en ‘mensen kennen’ relevanter dan talent. En om goed te kunnen netwerken moet je mensen toch fysiek treffen: dit verkaart de verhuisbeweging van jonge mensen naar de Randstad. Uiteindelijk pompte Neelie miljoenen guldens in ICT-startups waarvan het merendeel faalde. Vandaag tracht men om met ‘kraamkamers’ en ‘incubators’ innovatie op te wekken. Ook doet het via stadsplanning bijeenproppen van gesubsidieerde whizzkids sterk denken aan de maakbare samenleving van weleer.
Het deel van de elite mét dossierkennis zal ongetwijfeld bekend zijn met het falen van de ICT-startups. Maar denkt ondertussen: “het zal onze tijd wel duren”. Zij rekenen eerder vier jaar vooruit dan veertig jaar, en verkopen jongeren zoals gezegd de branding: “U bent de nieuwe Steve Jobs.” De sociaal-liberale monocultuur suggereert dat startup-apps dé oplossing zijn voor een vergrijzende en vereenzamende samenleving. Maar wie het uiteendrijven van Nederland in een kosmopolitisch- en een nationaal-georiënteerd burgerschap volgt, die weet dat innovatie niet de lijm is tussen deze kloof.
Onderaan de streep blijft staan dat de politieke elite liever uitkijkt naar de volgende verkiezingsperiode dan het land toekomstbestendig te maken voor de langere termijn. De millenials houden zij ondertussen zoet met de Steve Jobs belofte. Alsof een netwerk van gesubsidieerde fake-banen de motor van de toekomsteconomie zou kunnen zijn.
Dit artikel hoort bij de reeks ‘Cultuur en Politiek’, gefinancierd door crowdfunding. Draag vandaag nog bij aan deze interessante reeks artikelen via crowdfundplatform VoordeKunst!