Opinie

De terreur van het gelegenheidsrelativisme

26-11-2017 13:36

U kunt Dr. Sid Lukkassen financieel steunen. Hij is bezig met een onderzoek naar de waarde van het Verlichtingsdenken en een Leitkultur voor de huidige tijd – en hoe dit vooruitstrevende denken wordt ondermijnd. Ook duikt hij in de zin en onzin van het begrip ‘cultuurmarxisme’. Meer informatie bij crowdfundplatform Uit de Kunst.

 

“Welke mening op een zeker moment overheerst, is geen kwestie van waarheid maar van macht.” Zo luidt een constatering die vaak wordt toegeschreven aan Friedrich Nietzsche. Wie de uitspraak doordenkt, begrijpt de kern van het huidige ‘post-truth’ tijdperk, waarin wij sinds Donald Trump zijn beland.

De terreur van het gelegenheidsrelativisme

Maar feitelijk niet sinds Trump, zo betogen dr. Maarten Boudry en Steije Hofhuis. Het post-truth tijdperk begon toen het relativistische postmodernisme de overhand kreeg:

 

“Wie afwijkt van de links-ideologische lijn krijgt in de academische wereld voortdurend met relativistische debatobstructie te maken. Maatschappelijk is het mogelijk een nog groter probleem. Aanzienlijke delen van ons progressieve    establishment gebruikten decennialang schaamteloos dit gelegenheidsrelativisme: bijvoorbeeld als het ging over immigratie of de natiestaat. Het was een kwestie van tijd totdat hun ideologische tegenstanders hetzelfde zouden doen.”

 

Want om leugens te kunnen ontmaskeren moet men er om te beginnen van overtuigd zijn dat er een objectieve waarheid bestaat. Een demagoog is niet te ontmaskeren door hem te confronteren met subjectieve ‘interpretaties’. U kent het cliché wel, waarbij pijnlijke feiten worden weggerelativeerd met: “dat is jouw waarheid”. Alles is relatief, een kwestie van cultureel bepaalde blikvelden, waarnemingen zijn selectieve uitsnedes, geen historicus kan over de eigen schaduw heenkijken, in de natuurwetenschappen is de waarnemer deel van de waarneming, enzovoorts. Totdat het om de klimaatbelangen ging: toen zag plots een documentaire het licht met de naam ‘An Inconvenient Truth’. We noemen het relativisme in de postmodern-progressieve kringen dus terecht gelegenheidsrelativisme.

Zonder een beroep op de waarheid om ideologische verschillen te overstijgen, geldt slechts de wet van de sterkste. Waar interpretaties botsen zal de dominant(st)e zegevieren. Dus geen kwestie van waarheid, maar van macht – geen kwestie van objectiviteit maar van retorica. Postmoderne academici hebben generaties lang alles gerelativeerd onder het mom “dat is een interpretatie” – nu Trump hetzelfde doet wekt dat morele verontwaardiging op.

Serieuze dreigementen

Die verontwaardiging is echter niet terecht – de links-academische wereld gedraagt zich minstens zo bullebakkerig als Trump. Neem nu het lot van Alice Dreger, bedreigd door wetenschappers, pardon activisten uit – hoe kan het ook anders – de ‘progressieve’ hoek:

 

“Ik kan ze niet over een kam scheren, maar bij sommige types is hun rechtvaardigheidsgevoel zo sterk dat ze er heel ver voor gaan, tot persoonlijke aanvallen en serieuze dreigementen aan toe. Vaak draait het om identiteitspolitiek, zoals vrouwenrechten of mensenrechten.”

 

Wat zich eens ‘progressief’ noemde, staat vandaag te boek als regressief links. Dit kamp zet zich af tegen Trump, maar hoe tolerant zijn ze nu zelf? Dit is wat ook Warren Treadgold zich afvraagt:

 

“50-plus years of university dominance, leftists offer nothing new when it comes to scholarship. In applying postmodernist theories repetitively and uncritically to every subject, leftist scholars necessarily arrive at the same few stale conclusions time and again. Only the rigor and honesty of traditional scholarship allow for the flourishing of new knowledge. And in effectively barring that practice from universities, postmodernists have fashioned and ennobled a regime of obscurantism.”

 

In Canada werd docente Lindsay Shepherd onder druk gezet op de Wilfrid Laurier University. Dit was nadat ze een video van Jordan Peterson toonde over zijn bezwaren tegen het verplichte gebruik van alternatieve gender-voornaamwoorden. Uit het gesprek dat Shepherd opnam bleek dat de Hitler-vergelijking uiteraard niet mocht ontbreken.

De wortel van dit totalitaire, drammerige en verstikkende gedrag ligt ingebakken in de moderniteit zelf, beter gezegd in de Franse Revolutie. Dat is althans de analyse van dr. Eric C. Hendriks, neergepend in de NRC:

 

“De twee unieke nieuwe eigenschappen van de moderniteit – activistisch idealisme en totalitaire sturingsdrang – bleken nauw met elkaar verweven te zijn. Sterker nog: het slechtste van de moderniteit, haar totalitaire hang, kwam voort uit haar meest idealistische gelijkheidsstreven.”

 

Staat zonder baleinen

Trump heeft ons attent gemaakt op het post-truth tijdperk, maar is er, zo zal duidelijk zijn, niet de vader van. Hij is bedreven in het bespelen van een massa losse individuen, sneeuwvlokjes die ronddwarrelen in een landschap zonder centrale waarheden om hen op te richten. “Als je de oorspronkelijke baleinen langzaam uit de maatschappij trekt” – lees: de centrale stichtende waarheden kapotrelativeert – “dan is het logisch om je af te vragen welke nieuwe structuren daarvoor in de plaats moeten komen.” Zo concludeert dr. Esther van Fenema dat de nieuwe maatschappelijke structuur de structuur is van de sneeuwstorm. Via relativisme is de bevolking teruggebracht tot een verzameling elementaire deeltjes die klaar zijn om zich demagogisch te laten bespelen.

Verschillende landen zoeken momenteel naar oplossingen voor wat we met Van Fenema kunnen omschrijven als “de sneeuwstorm dynamiek”: daarin beheersen plotselinge hypes de beeldvorming en gaan dan abrupt weer liggen. Het is belangrijk op te merken hoe de progressieve elite hierdoor van toon verandert. Waar men in de vroege jaren 2000 nog meende dat het internet nieuwe gemeenschapszin binnen een topos van directe politieke participatie zou faciliteren, is er nu een digitale crackdown gaande. Dit is onder het mom “jacht op fake news!”

China gaat ons voor

Het vertrouwen in burgers is onder technocraten lager dan ooit – controle is wat de klok slaat. Precies wat de romans Brave New World (1932) en The Circle (2013) ons voorspelden. We zien dit zowel in China als in de EU:

 

“Not only has Chinese authoritarian rule survived the Internet, but the state has shown great skill in bending the technology to its own purposes, enabling it to exercise better control of its own society and setting an example for other repressive regimes. China’s party-state has deployed an army of cyber-police, hardware engineers, software developers, web monitors and paid online propagandists to watch, filter, censor and guide Chinese internet users. The internet was expected to help democratize China. Instead, it has enabled the authoritarian state to get a firmer grip.” (Bron)

 

Oftewel, hippies dachten dat de technologie van het internet een emancipatoire techno-utopie zou scheppen met democratie, transparantie en toegankelijkheid als hoogste goed voor iedere wereldburger. Ze dachten dit omdat ze Brave New World niet lazen. Bovendien is een emancipatoire medeverantwoordelijkheid belastend voor wie niet over de netwerkjes beschikt om zijn of haar invloed te laten gelden op het niveau van de macht. Grote bedrijven hebben hier professionele lobbyisten voor in dienst – vanzelfsprekend kan de participerende burger hier niet tegenop.

De burger als workforce waaraan ze niets verschuldigd zijn

Sterker nog er wordt gelobbyd voor instrumenten die de invloed van sociale media campagnes kunnen beperken. Tekenend hiervoor was de reactie van de Chinese staat op de rellen in Londen enige jaren terug, toen bekend werd dat de relschoppers zich organiseerden via het internet. Daar kreeg de democratie met zijn ongereguleerde sociale media een koekje van eigen deeg, aldus China. De Westerse elites hebben daarvan natuurlijk geleerd.

Een prachtig voorbeeldje zien we in de Claremont Review of Books. Daarin schrijft Christopher Caldwell dat de Amerikaanse ceo’s hun bedrijven hebben geoutsourced naar armere landen omdat ze liever werken met een personeelsbestand aan wie ze niets verschuldigd zijn. Diezelfde houding hebben ze nu ook ten aanzien van de politiek van hun thuisland: ze zien burgers aan wie ze niets verschuldigd zijn. Oftewel de notie van politiek burgerschap is eigenlijk maar stom voor die kosmopolitische ceo. Al die lui die je niet kan ontslaan en die toch nog iets te zeggen hebben. Wat een gek en achterhaald systeem. Gelukkig voor hen kunnen ze sinds kort de sociale media tycoons inhuren om dat klootjesvolk even op een ander spoor te zetten, dat meer efficiënt is en meer aansluit bij deze tijd.

Newspeak-campagnes door de EU

In de EU, ondertussen, hebben we een soort Ministerie van Waarheid, oftewel de democratie en haar media in actie: Newspeak-campagnes door onszelf betaald. Er zit zoveel geld achter die machine – hoe is voor gewone burgers niet met democratische middelen te stoppen? Sowieso: welke journalist laat zich vertellen hoe hij of zij propaganda-conform verslag moet doen? Dan ben je feitelijk geen journalist meer, maar een apparatsjik. Wie de documenten doorneemt valt van de ene verbazing in de andere.

En zo belanden wij in het huidige ‘post-truth’ maatschappijtype waarin niets gaat om het vermogen om de waarheid te onthullen, en alles draait om het vermogen sociale indrukken te sturen. Vandaag gaat het om kneedbare gladde jongens die binnen teams van lichtgewichten moeten passen. Om vlotte dames die omhoog komen door de echo’s in de echokamer na te praten. Kortom: een door-en-door nepotistische maatschappij waarin de kracht van het individu niet meer tot zijn recht kan komen.