Opinie

Waarom 2018 het jaar van de cryptocurrencies wordt

03-01-2018 15:05

Een jaar of vijf geleden gaf de Duitse liberaal Alexander Plahr op sociale media het advies om Bitcoin te kopen. Plahr was één van de bezorgde burgers in het grondwettelijk proces tegen het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Hoewel hij in de materie was ingevoerd, leek de administratieve rompslomp rond het investeren in Bitcoin me veel gedoe. De discussie over digitaal geld heb ik sindsdien gevolgd.

Een stervend beschavingsstadium

Cryptocurrencies zijn een controversieel onderwerp omdat ze nog grotendeels ongereguleerd zijn: hierdoor is niet alles evengoed te vertrouwen. De discussie laaide weer op toen prof. David Engels terloops een steenrijke investeerder aanhaalde. De betreffende werd rijk met valuta speculatie, en gedraagt zich sindsdien als mecenas voor alles wat te maken heeft met Oswald Spengler.

Mijn naïviteit bleek toen ik inbracht dat Spengler juist zeer kritisch was over speculeren met geldkoersen: dit doorklieft namelijk de economische band tussen financiële transacties en de productie van tastbare welvaart. “Precies”, zo zei Engels. “Het inzicht is dat we in een stervend beschavingsstadium zijn beland en maximaal van deze situatie dienen te profiteren.”

Tulpenmanie

Deze kleine voorgeschiedenis noopt tot een vooruitblik op 2018 en maakt het noodzakelijk om de voors en tegens van cryptocurrencies tegen elkaar af te zetten. Mensen zijn bezorgd over de computerrekenkracht die het ‘minen’ van de digitale valuta kost – dit vergt veel energie en zou ten koste gaan van het milieu. Zeker nu de VS beleggers toestaat om Bitcoinfutures te verhandelen. In Nederland zijn ondertussen Amsterdam en Arnhem de Bitcoinhoofdsteden: diverse aankopen kunnen er in Bitcoin kunnen worden voldaan.  Indrukwekkend was het nieuws dat Blaricum meer zoekopdrachten naar Etherium uitvoerde dan diverse metropolen.

Verhalen die echter ook vaak het nieuws halen, gaan over mensen die rechtszaken aanspannen tegen investeringsadviseurs. Ze hebben zich dan laten overhalen om veel geld te pompen in een belegging die achteraf niet rendabel blijkt: dit is natuurlijk niet anders dan gokken met je geld. En, let’s face it, cryptocurrency is uiteindelijk hetzelfde. Het kan maar zo eindigen als met de tulpenbollenhausse van 1634 tot 1637. Ongetwijfeld werd het einde van de tulpenmanie afgekondigd met de kritische vraag: “Die tulpenbollen zijn dan wel zo veel geld waard, maar wat kun je er eigenlijk mee?” Spengler zag het scherp.

Cryptocurrencies moreel verantwoord

De vraag is echter: is geld op de bank zetten niet óók gokken met je geld? Iedereen weet dat met de Griekse schuldencrisis, de economische penarie in Italië en problemen rond diverse banken, de euro al langs de afgrond is gescheerd. De Europese leiders bereiken voorlopig nog geen consensus over hoe het verder moet met de migratiecrisis: conflicten kunnen oplopen en voor de politieke unie kan dit maar zo einde verhaal zijn. Het soevereiniteitsvraagstuk blijft prangend en we kennen genoeg populaire politici (zoals Baudet) die niet alleen uit de politieke unie, maar ook uit de euro willen.

Zo bezien is er een sterk moreel argument voor het investeren in cryptocurrencies. Mensen willen niet met hun spaargeld opdraaien voor de transferunie die er links- of rechtsom toch wel komt. Zo bezien is investeren in cryptocurrencies een moreel verantwoord antwoord op de kunstmatig lage rente op ons spaargeld, wat ECB beleid is om de schulden van Zuid-Europa beheersbaar te houden.

Cryptocurrencies beteugelen overheden

Het interessante aan cryptocurrencies is de eindigheid ervan. Er is een beperkt aantal Bitcoins, en juist hierdoor stijgt de prijs per Bitcoin. Dit is iets heel anders dan het monetaire beleid van onze overheden, die steeds maar geld bijlenen en bijdrukken. Vroeger was er nog een gouden standaard, tegenwoordig is het bijna alleen China dat nog de tastbare grondstoffen onder controle heeft die uiteindelijk de waarde van haar munteenheid garanderen. Volgens rumoeren overweegt de Chinese staat in te stappen in de digitale munteenheid NEO – investeerders zetten hier momenteel geld op in.

Met vergrijzing en oplopende zorgkosten in het vooruitzicht, zijn cryptocurrencies hét aangewezen alternatief dat de fluïde omgang met geldpersen door overheden zal beteugelen. De roekeloze kwantitatieve verruiming zal geen zin meer hebben voor overheden, wanneer burgers dit extra geld in cryptocurrencies beleggen. De nieuwe digitale geldmarkt die zo ontstaat maakt burgers onafhankelijker van hun overheden – mede hierom hoort u zo vaak “bubbel!” roepen.

De voorstelling van cryptocurrencies als bubbel, maakt vooral indruk op conformistische geesten. Want echte backing van ons geld (gouden standaard) hebben we sinds het opgeven van het akkoord van Bretton Woods niet meer. Nu was dat stelsel in 1944 ingevoerd omdat de beurscrash van 1929 Hitlers opkomst had aangevuurd: de economie steunde op aandelen waarvan de waarde slechts met andere aandelen werd gedekt – zonder gouden standaard stortte de beurs in als een kaartenhuis. Enfin, uiteindelijk leert de geschiedenis slechts dat de mensheid niet uit de historie wil leren.

Buiten het systeem durven denken

De overheid probeert ons wanhopig te laten geloven dat iedereen meeprofiteert van de economische groei. Wat blijkt – en hierop wijs ik ook in Levenslust en Doodsdrift – “Het CBS laat in statline zien dat de werkloosheid tussen 2013 en nu met 210.000 daalde. Mede dankzij een definitiewijziging waarbij iedereen met 1 uur werk per week al niet meer tot de werklozen werd gerekend (was 12 uur).”

Voor velen is het steeds moeilijker om op organische wijze een arbeidsplek in de samenleving te vinden – voor hen is cryptocurrency is een alternatief. We hebben het hier over mensen die buiten het systeem durven denken en niet per se politiek correct zijn: zij onderzoeken cryptocurrency als serieuze optie. Wegens hun non-conformisme worden zij geweerd uit het systeem, maar hierdoor dénken zij ook buiten het systeem. Hier zien we hoogstwaarschijnlijk de early adopters van het digitale geldsysteem.

Who guards the guardians?

Thomas Hobbes zette uiteen hoe mensen een externe regelbewaker nodig hebben om te garanderen dat we onze contracten nakomen. Hobbes noemde dit het ‘sociaal contract’: dit verbond behelst dat als wij het te bont maken, de staat ingrijpt om de regels te waarborgen. In het globale tijdperk ontstaat echter een situatie waar mensen de overheden, banken en staten wantrouwen. Op het globale speelveld heerst de vraag: ‘who guards the guardians?’ We kijken hoopvol naar technologieën die de menselijke grilligheden niet meer hebben. Technologieën als blockchain, waarbij ieder eigenstandig blokje instaat voor de betrouwbaarheid van ieder ander eigenstandig blokje. Ons vertrouwen én soevereiniteit komen meer en meer bij dergelijke technologieën te liggen. Cryptocurrencies zijn een voorbode.

Mede daarom is het onwaarschijnlijk dat de cryptocurrencies in de voorzienbare toekomst de tulpenbollen achterna gaan. Kijk naar deze cijfers: eind 2014 ging er 4,3 miljard dollar om in de cryptocurrencies markt. Eind 2015 was dit 6,8 miljard. Eind 2016 was dit 16 miljard en eind 2017 was dit 330 miljard. Daarnaast is sparen via cryptocurrencies interessant voor mensen met studieschulden, omdat beleggen en sparen met eigen vermogen via specifieke constructies belastingaftrekbaar is.

Vraag cryptocurrency accounts overtreft aanbod

Er zijn natuurlijk wel accounts nodig om cryptocurrencies te kunnen kopen, om te voorkomen dat het fenomeen aan grootschalige witwaspraktijken ten prooi valt. Het feit dat de vraag naar deze accounts al weken het aanbod ver overtreft, zegt genoeg over hoeveel geld er in 2018 de crypto markt zal invloeien. De bottom line is, als je geld omzet in cryptocurrency kun je winnen of verliezen, maar als je het op je rekening laat staan verlies je met het voorgenomen beleid (ECB-inflatie, negatieve rente en belasting op spaargeld) sowieso.