We gaan weer kerken bouwen. Sommigen klinkt dit als muziek in de oren (neem nu Robert Lemm). Wat de constatering ”we gaan weer kerken bouwen” betekent, verschilt wellicht van wat u in eerste opzicht vermoedt.
We beginnen met (een begrip van) wat een rationele open discussiecultuur is: een cultuur die geacht wordt de democratie te dragen. De parlementaire democratie is een formeel machtsspel dat zich afspeelt binnen instituties: het publieke debat is het levensbloed van dat spel, de voedingsbodem. Waarden als rationaliteit, logica en feitenkennis maken dat het bloed vrijelijk kan stromen, van het hart naar het lichaam en het brein.
Als deze waarden opdrogen, dan vervliegt het bezielende elan van de democratie. Andere visies zullen dan weer onze zielen aanzuigen: premoderne wijzen om de macht te organiseren en soevereiniteit vorm te geven keren mogelijk terug. De macht zal zich weer op andere manieren present willen stellen, omkleed met begeestering, magie, mystiek en het sacrale.
Een democratie die waarden veronderstelt als overleg, transparantie, feitenkennis en rationaliteit, kan niet standhouden onder de mediadynamiek die opstijgt uit de zogeheten pisnichtgate:
”Uw columnist Youp Van ’t Hek schrijft graag en veel over ‘poten’, bij voorkeur vieze. Van deze zelfbenoemde vrijdenker straalt een nare benepen geur af die het ergste doet vermoeden over wat hij echt van homo’s vindt. […] Hij is gewoon een laf mannetje dat zijn kleingeestige bangheid overschreeuwt. Dit is geen ‘Mokumse gein’ zoals Van ’t Hek denkt, maar een stuitend gebrek aan besef van maatschappelijke veranderingen en kwetsbaarheden.”
Het is de vraag hoe je dergelijke aantijgingen op een objectieve en rationele manier kunt afweren, als je eenmaal de stap hebt gezet naar het publieke debat, de politiek of zelfs komedie en satire –essentiële zaken voor een open discussiecultuur. ”Er stijgt een benepen geur van hem af die het ergste doet vermoeden over wat hij echt van homo’s vindt.” Speculeren over iemands ware denkbeelden op basis van een opmerking die niet zo ver hoeft te gaan als wat door de beschuldigende wordt gesuggereerd.
Als de beschuldiging eenmaal googelbaar is, zullen toekomstige werkgevers je erop afrekenen en mogelijk schrikt de controverse zelfs potentiële klanten en afnemers af. Op 22/2/2018 gaf Wierd Duk vele voorbeelden in de Telegraaf, waaronder ondernemer Kees en Haye van der Heyden. ”Van mijn directeur moest ik stoppen met mijn politieke inzichten te ventileren op sociale media. Ik kon kiezen: doorgaan of mijn baan kwijtraken.” Het is een strategie waartegen je je feitelijk niet meer op een rationele manier kunt verweren – en dus is de volgende logische stap de bouw van een nieuwe kerk.
Als eenmaal zo’n ‘ongevoelige’ uitspraak is gedaan kunt u wel wanhopig deugsignalen gaan uitzenden: uzelf vastleggen op selfies omringd met homo’s, moslims of leprapatiënten zo u wilt. Het deugvertoon kan nooit volledig genoeg zijn: hooguit ontstaat er een dynamiek waarbij degene die het minst ver gaat in het deugvertoon verdacht zal zijn en zal worden uitgesloten. Met rationaliteit heeft dit niets meer te maken.
Wat we krijgen is een communistisch klapfestijn: destijds durfde niemand als eerste te stoppen met klappen voor de leider, want hij of zij was geen goede communist. Vandaag betekent dit: we kunnen Joost Niemöller wel denouncen, maar als we dat eenmaal hebben gedaan, wie is dan de volgende? Is dan Geerten Waling aan de beurt? Of… vult u zelf maar in. Het zal nooit meer stoppen.
Neem nu het ‘vraaggesprek’ tussen Jordan Peterson en Cathy Newman. ”Er zijn vooral mannen in jouw publiek” zegt Newman – dat wordt dan gezegd alsof het iets slechts is. De opmerking wordt gedaan om later te suggereren dat geweld en intimidatie door mannen in het dagelijkse leven terugslaat op Petersons achterban. Ook worden marginale extreemrechtse studieclubs grootgemaakt in kranten, om zo angst te zaaien en die angst weer te verbinden met bepaalde sprekers en politici. Al met al is dit een Post-Habermasiaanse situatie: de ”Machtsfreie Dialog” is dood en begraven.
Newman gebruikt de tactiek: ”So what you are saying is…” Waarmee dan steeds een extremere positie wordt neergezet dan wat Peterson betoogt. Een spreker is zo voortdurend bezig met het ontmantelen van dergelijke misrepresentaties, en komt nauwelijks toe aan het maken van een eigen punt. Enkel de delen waarin de spreker op deze misrepresentaties reageert halen vervolgens het nieuws. Zo kan zelfs de meest belezen persoon voor het volk worden opgevoerd als een mafkees. In contrast hiermee is het goede aan websites dat de auteur er gedachten kan uitdrukken in de zuivere vorm die hij of zij er zélf voor kiest.
Veel media zijn er niet blij mee dat het verhaal van Cathy Newman op TV door Peterson is weerlegd. Dus komt er een mediacampagne. Eerst wordt daarbij het onderwerp veranderd. Niet meer ”Newman is ingemaakt in het debat”, maar: ”Er is naderhand dreigende taal gebruikt op het internet naar Newman!”
Vervolgens gaan de mainstream media aan het werk. ”Jordan Peterson heeft een aanhang onder ‘Alt-Right’.” aldus Engelse en Nederlandse kranten. Dit voert de aandacht weg bij de primaire bronvideo van het debat. De discussie verschuift naar Petersons opvattingen. Oftewel: ”Peterson wordt omringd door gemene mensen op het internet – hij is vast even slecht.” Dit is wat de gemiddelde, niet-ingevoerde lezer daarvan moet meenemen.
Nu gaat het over gemene taal op het internet – de inhoud waarmee Peterson het debat won is naar de achtergrond verdwenen. De val sluit zich: Peterson zal nu door de media worden uitgedaagd om zijn eigen achterban te denouncen. Zijn weigering om dit te doen, hoe nuchter en getemperd ook verwoord, zal worden uitgelegd als impliciete steun aan het hatende gedrag. Dit is vervolgens de perfecte bron om oneindig veel hitpieces tegen Peterson te publiceren in de mainstream media. Wie overweegt om hem opnieuw uit te nodigen voor een uitzending, zal worden neergezet als iemand die haat en dreigementen in de hand werkt.
Of men begint met ”zijn critici zeggen over hem dat…”, of ”voor zijn critici is hij een…”. Op deze wijze kunnen allerlei karakteriseringen op iemand worden losgelaten zonder dat er een basis in de realiteit voor hoeft te zijn. De kop hoeft maar te worden opgeschreven of het kwaad is al geschied. Vervolgens komen de algoritmes, die – afhankelijk van de levensbeschouwelijke grondtoon – de ene kop versterken en de tegenkop verzwakken. Het hitpiece dat u een ‘nazi’ noemt gaat omhoog in de rankings: het stuk dat u vrijpleit met de feiten keldert onderaan de zoekresultaten.
Natuurlijk versterkt de komst van de nieuwe communicatiekanalen dit allemaal met een factor tien. Twee politici voeren één debat, maar maken twee verschillende video’s. Waarin hun eigen hoogtepunten worden gemaximaliseerd en de sterke punten van de tegenstander worden weggeknipt of afgezwakt.
Deze ontwikkelingen kweken enclaves waarin iedereen voor eigen parochie preekt en waar dezelfde begrippen totaal uiteenliggende associaties opwekken. En nee, de NPO is géén neutrale scheidsrechter. Dus trek dit gewoon consequent door: voeg de theorie naar de praktijk in plaats van een dode en bedrieglijke theorie over ‘open debat’ in stand te houden. Geef gewoon eerlijk toe dat het era van het democratische debat als open en eerlijk overredingsproces ten einde is. Bouw die kerken want de kerkgangers zijn er toch al. Ze zitten alleen nog in het verkeerde gebouw, het gebouw van het parlement, waar hun wensen niet meer zullen worden vervuld.
De enige manier om aan het bovenstaande te ontkomen, is het bouwen van een eigen kerk. ”Ik wil gewoon debat, ik wil dat feiten en meningen botsen”, is evident niet meer vol te houden in deze situatie. Feiten zijn namelijk ondergeschikt gemaakt aan morele verontwaardiging en framing.
Daarom wil ik weer kerken: mooie verhalen om de achterban mee te bezielen. Zodat we geen totale maatschappelijke uitsluiting hoeven te vrezen, omdat we elkaar hebben, en elkaar zullen ondersteunen en versterken. Mijn call to action is hierbij om anderen dit stuk te laten lezen en mij een verhaal, een ervaring of een probleem toe te sturen. Hierover kan ik weer publiceren om de ”kerk” verder uit te denken.