Opinie

SID LUKKASSEN – Culturele samenhang is de dragende voorwaarde voor een immigratiestaat

01-07-2018 17:57

Europa is in de greep van het migratiedebat. Dit speelt in Italië maar ook in Duitsland. Merkel zal het moeilijk hebben om met gezellige beelden van nationale verbroedering de aandacht af te leiden van haar politieke falen, nu Duitsland in het voetbal is vernederd door Korea. In Nederland en Vlaanderen houden DENK en de Islampartij de gemoederen bezig. Gestaag verschijnen er nieuwe boeken over dit thema, zoals onlangs een boek door Sam van Rooy.

Angst voor nieuwe dominante identiteit

Men bediscussieert de houdbaarheid van de sociale voorzieningen maar ook de betekenis van culturele fenomenen. Moeten man en vrouw elkaar bijvoorbeeld de hand kunnen geven? Is dit vrijblijvend of dienen zulke omgangsvormen ook publiekelijk te worden afgedwongen? Waarom worden discussies over culturele achtergrond en omgangsvormen überhaupt relevant − welke angst steekt hierachter? Is dit het onbehagelijke gevoel om gedomineerd te worden door een groep van buitenaf die hier zijn regels komt opleggen? Door de linkerzijde is dit onbehagen vaak bestempeld als ‘xenofobie’, om zo het debat over deze vragen te ontwijken.

Bevolkingsverandering versus individualisme

Zoals Herman de Croo van de Open VLD onlangs aanstipte, heeft dit onbehagen een anker in de realiteit als er wordt gekeken naar de cijfers uit de grote steden van mensen met een andere afkomst. Hun geboortecijfers en een door religie gesterkt groepsgevoel leggen een zekere interne zwakte bloot van de ontvangende gastheercultuur: dit wil zeggen dat deze onderlinge loyaliteiten bedreigend kunnen overkomen op sterk geïndividualiseerde mensen.

De Croo gaat zelfs zover dat hij zegt dat een blanke N-VA burgemeester als Bart de Wever, gelet op de toename van het aantal zwarten en moslims, in Antwerpen nooit meer het ambt zou kunnen bemachtigen. De O-VLD staat bekend als een liberale partij, maar kennelijk zijn iemands meritocratische verdiensten als staatsman ondergeschikt gemaakt aan de ‘representativiteit’ van demografische verschuivingen? Zoals ik in mijn boek Avondland en Identiteit hebt aangekaart, kunnen groepen met hechte onderlinge banden en sterke tradities nogal dreigend overkomen op individuen die zelf niet het gevoel van zulke wortels kennen.

Tijd van onbehagen

Als er inderdaad van een dergelijke interne zwakte sprake is, dan zal het niet helpen om verontwaardigd te zijn over de symptomen alleen. Dan moet er worden gekeken naar het nu al veertien jaar durende debat over deze kwesties, in het bijzonder naar de Nederlandse filosoof Ad Verbrugge. In 2004 schreef hij het boek Tijd van onbehagen. De verschijning ervan was een vereiste om tot professor te bevorderen. Later liet hij in een gesprek bij Café Weltschmerz doorschemeren dat zijn bevordering wegens het boek was tegengehouden, omdat het niet in het goede ideologische vaarwater viel.

Dit wil zeggen dat het boek scherpe kritiek ventileerde op het doorgeslagen individualisme, het sociaal atomisme en de geblakerde randen van de multiculturele samenleving. De Vlaamse denker Dirk Verhofstadt schreef een duidelijk liberaal-humanistische repliek. De problemen zouden niet door individualisme zijn veroorzaakt, maar door een systeem van sociale uitkeringen dat mensen beloont voor het misbruiken ervan. Een systeem dat vanuit naastenliefde was opgestart wakkerde inmiddels berekenend gedrag aan.

Culturele samenhang als dragende voorwaarde

Wie had er nu gelijk? Zij hadden beiden gelijk. Een immigratiestaat kan alleen nieuwe mensen blijven opnemen als er sprake is van saamhorigheid en een samenbindend nationaal besef (factoren die Verbrugge onderstreept), maar minstens zo noodzakelijk is individuele zelfredzaamheid (wat Verhofstadt benadrukt). Een systeem van voorzieningen vereist sociale cohesie en wederzijdse solidariteit, en daarnaast culturele identificatie en burgerlijke discipline. Dit alles samen vergt weer een sterk onderwijs.

Naast familiesaamhorigheid is er ook een vrijheidsgezindheid nodig. Wij zien echter dat etnische en religieuze loyaliteiten door veel migranten zijn overgeërfd vanuit het land van herkomst, die vaak sterker blijken dan de nieuwe loyaliteit aan het land van hun toekomst. De problemen die de culturele cohesie onder het sociale systeem ondermijnen, zijn vaak deel van de bagage waarmee de migranten aankomen. Men ontvlucht een radicaal moslimland en eist vervolgens hier dat er weer rekening wordt gehouden met religieuze voorkeuren. “Het dragen van een boerka is een islamitisch grondrecht!”, zoals het onlangs klonk. Een dergelijk statement laat zien dat migranten hebben geleerd om te denken in termen van rechten en niet van plichten.

Synergie tussen Roofstaat, islamdiscours en aangestelde liberalen

Dan speelt nog mee dat boeken als Roofstaat er voortdurend inpeperen hoe slecht dat koloniale en roofzuchtige ‘Witte Westen’ wel niet is, wat een synergie aangaat met het islamitische leerstuk van het ‘zegel der profeten’ − oftewel de islam is als laatst geopenbaarde godsdienst moreel superieur en anderen (dhimmi’s) moeten zich naar de islam toe bewijzen.

Dit krachtige groepsgevoel staat dus tegenover een nogal liberaal-individualistische cultuur. Vandaar het onbehagen op straat, dat niet snel lijkt te zullen verdwijnen. Onbehagen is here to stay. Maar dit leidt tot een nog verergerende reactie − namelijk dat degenen die het zich kunnen veroorloven, zich terugtrekken in eigen ivoren torens: de zogenaamde aangestelde liberalen. Welgestelde optimisten die praten over hoe iedereen ‘die het écht wil’ kansen en mogelijkheden heeft, maar zelf geen moeite doen om buiten hun bubbel te treden.

Conclusie: weinig opgeschoten

Sommige sociaal-democratische partijen in Europa zien intussen deze problemen onder ogen. Dat is misschien een kleine winst, maar zoals ik al in de bundel Cultuurmarxisme concludeerde, zijn de arbeiders als kiezers al lang overgelopen naar nationaalconservatieve partijen. Ondertussen blijven de culturele instituties linksidentitaire bolwerken: zij houden de regie over subsidiestromen en blijven het verhaal in de talkshows en dagbladen bepalen. Dit zijn vaak lelieblanke hoogopgeleide netwerken ondersteund door ‘knuffelmigranten’ met een kosmopolitisch wereldbeeld. De rest van de samenleving neemt dit bolwerk steeds minder serieus maar staat bij gebrek aan een Nieuwe Zuil vooralsnog machteloos.

Door de beeldvorming die het genoemde netwerk rondpompt, worden de bewindsvoerders met een meer realistische zienswijze (in België bijvoorbeeld Theo Francken) in diverse media nog steeds afgeschilderd als racistische haviken. Het maakt moedeloos dat veertien jaar debat weinig heeft veranderd, want zowel het verhaal van Verbrugge als dat van Verhofstadt zou voor de hedendaagse situatie perfect kunnen worden herhaald.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens