Opinie

Doordrukken Verdrag Marrakesh past in autocratische lijn naar escalatie negatief burgersentiment

09-12-2018 13:33

Maandag 10 december komen afgevaardigden van landen uit alle windstreken samen om het veelbesproken Verdrag van Marrakesh te ondertekenen. Het verdrag is hier op TPO al eerder samengevat. Deze samenvatting eindigde met de conclusie dat een aanvullende verklaring (‘een inlegvelletje’) noodzakelijk was. Inmiddels is duidelijk dat Nederland op zo’n aanvullende verklaring gaat aansturen, al is opmerkelijk genoeg de tekst van deze verklaring nog nergens opgedoken.

Nu, ongeveer zes weken nadat eindelijk de discussie over dit verdrag losgebarsten is, ziet het politieke speelveld er echter een stuk anders uit en is het maar de vraag of een aanvullende verklaring, of zelfs de handtekening zelf, nog zin heeft zelfs al zóu men van de veronderstelling uitgaan dat het verdrag waardevol en noodzakelijk is.

In het woord verdrag is de intentie besloten een soort van ‘bondgenootschap van gelijkdenkenden’ aan te gaan, juist omdat het een niet juridisch bindende overeenkomst is. Het verdrag zou dus tot doel hebben ‘de neuzen dezelfde kant uit te krijgen’. Nu echter zoveel landen zich hebben teruggetrokken uit dit bondgenootschap lijkt het er op uit te draaien dat het verdrag niet anders tot stand komt dan slechts door een meerderheid van stemmen. Daarmee wordt het bondgenootschap een feestje waarvan sommige bezoekers al hebben aangekondigd eigenlijk liever niet te komen.

En daarom is het niet langer de vraag of het goed of slecht is voor Nederland om te tekenen, maar of het überhaupt nog zin heeft. Nogmaals, in een scenario waarin men het verdrag waardevol zou vinden zouden slechts de spreekwoordelijke braafste jongens van de klas er trouw aan zweren, maar de problemen liggen natuurlijk juist bij de dissidenten. Het zou een beetje als een gilde van eerlijke burgers zijn die verklaren niet in te zullen breken, maar daarbij voorbij gaan aan de intenties of handelswijzen van de inbrekers, die immers niet mee zullen tekenen.

Wat nu? Voor Mark Rutte en Stef Blok biedt de huidige situatie een mogelijkheid om te scoren. Wat ze kunnen doen is op de bijeenkomst ter tafel brengen dat er een gewijzigde situatie is waardoor het verdrag misschien dan wel niet terzijde moet worden geschoven, maar wel moet worden heroverwogen en geherformuleerd. De filosofie van het verdrag zou moeten zijn ‘leave no man behind‘, ofwel: tot een verklaring te komen die door iedereen kan worden omarmd.

‘Situatie in Frankrijk toont aan dat draagvlak van Europese politiek afgenomen is tot niveau van een zekere brug in Genua’

Vanzelfsprekend wás dit pact natuurlijk al een gigantisch compromis en voldeed het al aan die voorwaarde, maar dat is maanden geleden. Inmiddels ziet het schaakbord er nou anders uit. Voor Rutte en Blok betekent het uitstappen van al die landen een breekijzer om alsnog te kunnen morren aan het verdrag en gewoon de schuld van de situatie naar goed Nederlands politiek gebruik bij een ander te leggen. Dat moet dan maar. Het alternatief is dat we straks sowieso zitten met een getekend verdrag waarvan achteraf het draagvlak altijd ter discussie zal blijven staan. Als een huwelijk met een mits en een maar.

Het is in de afgelopen weken duidelijk geworden dat de bedoeling van het verdrag is om op de één of andere manier controle te krijgen over migratiestromen, maar via de omweg van een verklaring die zich vooral richt op rechten van migranten. Controle is hier het toverwoord. Hoewel die controle de bedoeling van het verdrag wordt dat niet expliciet genoemd omdat anders bepaalde landen misschien eens niet zouden willen meewerken. Maar intussen zitten we juist wél met landen die niet meewerken.

Opvallend is dat juist het document dat, volgens Klaas Dijkhof via ‘diplomatie’ betracht de huidige migratieproblematiek onder controle te krijgen, zélf een diplomatiek abces geworden is. Kijk alleen maar naar de situatie in België.

De strategie moet dan ook zijn om, zonder gezichtsverlies, te besluiten het pact tegen het licht te gaan houden om ‘onwillige landen tegemoet te komen’. Daarmee gaat het een tijdje op de lange baan. En dat geeft de mogelijkheid om het evenwichtiger te formuleren en gewoon meer expliciet te zijn in de doelstelling van de tekst: controle.

Voor een gebalanceerd bondgenootschap is het van belang klare wijn te schenken en gewoon in dat verdrag te zetten wat men nou eigenlijk wil. Te formuleren of controle over migratie aan de natiestaten is of niet. Alleen door die controle bij natiestaten te leggen kan men ze zover krijgen om terug aan tafel te komen.

Enige hoop geeft de huidige atmosfeer rondom de Brexit. Ook deze overeenkomst was tot op de laatste letter in steen gegoten maar ook hier gaan stemmen op om desnoods terug naar de onderhandelingstafel te gaan. Het kán dus wél.

Alles wat nodig is, is iemand die de olifant in de kamer durft te benoemen. Een politicus, een staatsman, die niet bang is desnoods met een ‘duveltje uit een doosje’ te komen. Te verwachten valt dat de eerste die zijn mond open trekt aan de vergadertafel een zucht van verlichting bij de anderen creëert. Om dan tot een overeenkomst komen die wél gedragen wordt door de bevolking van de zich verbindende landen.

De situatie in Frankrijk toont aan dat het draagvlak van de Europese politiek afgenomen is tot het niveau van een zekere brug in Genua. Het doordrukken van deze overeenkomst past in een lijn van autocratie die bijdraagt tot escalatie van negatief burgersentiment.

Mark Rutte: druk de puist uit en begin met heronderhandelen. Het is dát, of een sprookjesdocument ondertekenen.