Op de ledendag van Forum voor Democratie (FvD) afgelopen zaterdag was een opvallende spreker te gast: oud-staatssecretaris Henk Bleker van het CDA, die aangaf regelmatig met Thierry Baudet te sparren over beleid. Hoewel dit niet heel bijzonder lijkt is het een significant wapenfeit: het heersende beeld van FVD is dat de partij met name gevestigde partijen als CDA en VVD links laat liggen, zich liever richtende op een krachtige oppositierol. Blekers optreden op de FVD-ledendag lijkt dit te ontkrachten: een signaal dat de partij op termijn heel andere, zeer ambitieuze plannen heeft.
In zijn speech betoogde Bleker dat de gevestigde partijen FVD serieus moeten gaan nemen. Met een ledental van 31.000 dat nog steeds sterk toeneemt en vooruitzicht op een indrukwekkend aantal zetels komende verkiezingen kunnen gevestigde partijen het zich eigenlijk niet meer veroorloven om FVD op basis van vooroordelen weg te zetten. Blekers boodschap was duidelijk: FVD moet een serieuze optie worden voor samenwerking met andere partijen. Baudet voegde hier na de speech aan toe dat FVD altijd nauw bij haar idealen zal blijven, maar dat voor politieke invloed altijd strategische compromissen gesloten moeten worden.
Deze realistische, volwassen houding van FVD staat ver af van het hardnekkige beeld van FVD dat in de media en bij politici van andere partijen vaak terugkomt: een frivole, schreeuwerige partij die alle andere partijen afdoet als corrupt en om die reden nooit in staat zal zijn om te besturen. Ik denk dat dit beeld nooit echt geklopt heeft: FVD was altijd al een pragmatische partij, maar wel eentje met een langetermijnvisie.
De opkomst van FVD begon stormachtig met een onverwachte deelname aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 met twee Kamerzetels als resultaat. Vanaf dat moment weet de partij zich goed te profileren in politiek en media, waarbij de partij ervoor koos om een harde oppositiekoers te varen tegen kabinet-Rutte III. Met slechts twee zetels lukte het FVD om niet alleen frames als “partijkartel” tot gemeengoed in het Nederlands publiek debat te maken, maar kreeg de partij het ook voor elkaar om zichtbaarder te zijn dan de veel grotere PVV in het verzet tegen het migratieakkoord van Marrakech en het Klimaatakkoord.
Achter de schermen werd ondertussen gewerkt een stabiele politieke partij. Hierbij kreeg het FVD-bestuur uit allerlei hoeken het verwijt dat FVD op een weinig democratische manier bestuurd werd. De kiezer leek zich weinig van die kritiek aan te trekken: de partij bleef stabiel op ongeveer 15 zetels in de peilingen staan. Het belangrijkste effect van dit resolute partijbeleid was dat de partij op een korte stormachtige periode begin 2018 na vrijwel zonder interne conflicten was en zo haar interne verhoudingen en ideologie kon consolideren. Op deze manier trapte FVD niet in de val die bijvoorbeeld de LPF na de moord op Pim Fortuyn de kop kostte. FVD overleefde, als eerste nieuwe rechtse partij sinds de PVV, haar beginfase.
Die beginfase is nu bijna voorbij. Wanneer FVD bij de aanstaande Provinciale Statenverkiezingen misschien wel 10 procent van de stemmen behaalt verandert het speelveld volledig. Met twee zetels in de Tweede Kamer is hard oppositie voeren eigenlijk de enige manier om invloed uit te oefenen zonder ondergesneeuwd te raken door grotere partijen, maar met 6 à 8 zetels in de Eerste Kamer is FVD een factor van betekenis. Hoewel het me onwaarschijnlijk lijkt dat FVD direct deals zal sluiten met de regeringspartijen in ruil voor tastbare politieke wapenfeiten – zoals Chris Aalberts eerder al schreef zal het kabinet veel liever met GroenLinks samenwerken – wordt het oppositiepotentieel van FVD ineens een stuk groter. Ook kan een grote FVD-fractie in de Eerste Kamer gunstiger onderling portefeuilles en verantwoordelijkheden verdelen dan de tweemansfractie in de Tweede Kamer dat nu kan. Hierdoor kunnen bekende kritieken op FVD, zoals minder aandacht geven aan kleinere beleidsportefeuilles en vergaderingen missen, opgelost worden en zal de partij in de ogen van sceptici die nu twijfelen tussen bijvoorbeeld de VVD en FVD professioneler overkomen.
Een groter, professioneler FVD heeft alle middelen in huis om succesvol samen te werken met andere partijen, mits die partijen serieus met FVD om willen gaan. Hier zijn mensen als Henk Bleker en Hans Wiegel van groot belang: partijprominenten van de gevestigde, centrumrechtse partijen die bereid zijn om FVD een kans te geven. Dit is ook in hun eigen belang: de rechtervleugels van de VVD en het CDA komen ideologisch veel meer overeen met FVD dan met Groenlinks of D66. En reken er maar op dat die rechtervleugels in het verweer komen als het kabinet ervoor kiest om een deal te sluiten met GroenLinks in de Eerste Kamer.
Misschien gebeurt het zelfs al voor de volgende Tweede Kamerverkiezingen dat FVD via haar Eerste Kamerfractie enkele rechtse voorstellen aan een meerderheid kan helpen, maar eigenlijk is dat niet eens heel belangrijk. Belangrijker is dat FVD in de Eerste Kamer kan bewijzen het rechtse alternatief te zijn als de centrumrechtse partijen moe zijn van continue samenwerking met links-progressieve partijen. Peilingen van Maurice de Hond gaven afgelopen weken al aan dat de achterbannen van de VVD en het CDA zacht gezegd niet al te blij zijn met dure klimaatmaatregelen en ruimhartig asielbeleid. Na volgende Tweede Kamerverkiezingen is het heel goed mogelijk voor FVD om uitgesproken rechts beleid voor het eerst sinds de val van Rutte I mogelijk te maken.
Natuurlijk is het alles behalve zeker dat alles zo zal lopen. Er zijn grote risico’s: FVD-standpunten over de EU en directe democratie vormen een grote uitdaging bij samenwerking met centrumrechts, en er is altijd een kans dat de gevestigde partijen blijven weigeren met FVD samen te werken in een poging het huidige politieke status quo te behouden. Toch was de toespraak van Henk Bleker op de ledendag een veelbelovend voorbeeld van hoe FVD niet alleen scherp oppositie wil voeren maar ook daadwerkelijk beleid wil veranderen. Hoe het ook zal lopen: FVD is een partij om komende periode goed in de gaten te houden.