Spreker van de Joan Muysken Lecture was dit jaar Tom van Veen. Titel en tevens centrale vraag van de lezing was:
Have macroecnomic models lost their connection with economic reality?
Achtergrond van vraag is dat modellen en theorieën niet in staat zijn gebleken de laatste financiële crisis te voorspellen. Het korte antwoord op de vraag luidt: ja! Van Veen pleit ervoor dat economen zich minder blindstaren op hun modellen, en eens wat vaker om zich heen kijken om te zien: What’s going on? Daarbij dient ook gekeken te worden naar ontwikkelingen die op het eerste oog minder met economie te maken hebben, om zo te komen tot een breder plaatje.
Wat mij betreft mag er inderdaad eens wat breder gekeken worden dan louter naar economische variabelen. Als ik om me heen kijk en me af vraag what’s going on, dan zie ik de noodzaak om economische en demografische ontwikkelingen in samenhang te bezien. Daaraan wil ik dan wel toevoegen dat ik probeer de demografische variabelen om te zetten in economische variabelen. Zo wordt mijn benadering uiteindelijk toch weer gewoonweg economie. Dat is ook goed, want discussies over onvergelijkbare grootheden, hebben de neiging eindeloos voort te duren.
“Het gaat goed met de economie!” Deze boodschap is afgelopen jaren herhaaldelijk te horen op het journaal. Echter, gaat het wel zo fantastisch met de economie? Wat er niet bij wordt verteld, is dat we afgelopen jaren onderhevig zijn aan een ongelofelijk fors stimuleringsbeleid. ECB-president Mario Draghi heeft het zo weten draaien dat het streven naar een stabiele euro hand in hand gaat met een omvangrijk stimuleringsbeleid. Twee vliegen in één klap, dat is efficiënt, zou je denken, totdat je beseft om wat voor een enorme klap het gaat: onder Draghi zijn voor € 2.600 miljard aan leningen opgekocht door ECB. Dat kun je zien als een enorme monetaire financiering, waarbij je nog maar mag hopen dat alle leningen worden afgelost. Bij dit monetair stimuleringsbeleid heeft Draghi waarschijnlijk Italië als ijkpunt genomen. In ieder geval niet Nederland. Voor Nederland is de mate van stimulering eigenlijk veel te krachtig. Waarschijnlijk had Nederland überhaupt niet gekozen voor monetaire financiering. Toen we nog de gulden hadden, beschouwden regeringen van diverse pluimage monetaire financiering als vies en voos. Als op het journaal dus gezegd wordt dat het goed gaat met onze economie, dan zou daar eigenlijk bij moeten worden gezegd dat het té goed gaat met onze economie, dat de groei kunstmatig is, en dat de rekening voor die kunstmatige groei, later nog zal volgen. Waarschijnlijk is dat de opkoopregeling van leningen leidt tot een enorme transitie van rijke landen naar arme landen binnen de EU. Italië wordt daar beter van. Nederland wordt daar slechter van.
Een indicatie dat de huidige groei van de economie helemaal niet op gezondheid van de economie duidt, is het feit bij de groei van het bbp (bruto binnenlands product) samengaat met een opvallend lage groei van de arbeidsproductiviteit. Een vuistregel is dat de arbeidsproductiviteit louter door technische ontwikkeling met 2% per jaar stijgt. De daadwerkelijke stijging van de arbeidsproductiviteit blijft de laatste jaren echter steeds beneden de 1% en soms zelfs beneden de 0%. Dat betekent dat de economie groeit op basis van input van laagwaardige arbeid. Populair gezegd: het aantal flutbanen neemt toe.
Maar er is nog iets aan de hand. Al vijf jaar op rij breekt Nederland het migratiesaldo record na record. Afgelopen 5 jaar is het aantal inwoners met ongeveer 500.000 zielen toegenomen, waarvan 400.000 door migratie. Als je enkel naar de immigratie kijkt, zonder daar de emigratie van af te trekken, kom je tot bijna 1,2 miljoen nieuwgedienden in 5 jaar tijd. Dan heb je het over ongeveer 7% van de totale bevolking. In de Macro Economische Verkenning 2020 wordt echter geen enkel verband gelegd tussen de deze aanzienlijke demografische ontwikkelingen en de economische vooruitzichten. Sterker nog: over de bovengenoemde immigratiestromen wordt met geen woord gerept. Toch is overduidelijk dat immigratie allerlei belangrijke economische consequenties heeft.
De combinatie van een lage groei van de arbeidsproductiviteit en de instroom van migranten, doet sterk denken aan de jaren ’60 toen er gastarbeiders naar Nederland werden gehaald. Werkgevers waren voorstander, want een vergroting van het arbeidsaanbod zou de krapte op de arbeidsmarkt dempen, waardoor ook de lonen minder zouden stijgen. De idee, en ook de belofte naar de Nederlandse bevolking toe, was dat het slechts om tijdelijke arbeidsmigratie ging. Verteld werd dat gastarbeiders mensen zijn die tijdelijk in Nederland komen werken, om met het hier verdiende geld, in het thuisland een toekomst op te bouwen. Die terugkeer bleek evenwel problematisch. Inmiddels weten we dat de komst van gastarbeiders destijds, heeft geleid tot permanent vestiging van aanzienlijke Marokkaanse en Turkse gemeenschappen in Nederland. Blijkbaar was het gemakkelijker om mensen voor werk in Nederland aan te werven, dan om die mensen na verrichte arbeid weer terug te laten keren.
Mijn inschatting is dat iets soortgelijks ook gaat gebeuren met de huidige toevloed aan immigranten. Ook nu heeft de toevloed van arbeidsmigranten geleid tot minder krapte op de arbeidsmarkt en dus tot minder loonstijging. Ook nu zullen vooral de werkgevers hierover tevreden zijn. Het voor Nederland te forse stimuleringsbeleid zorgt dus voor krapte op de arbeidsmarkt, maar de arbeidsmigratie zorgt ervoor dat die krapte niet uit de hand loopt. Het stimuleringsbeleid van Draghi is dus een medicijn dat we eigenlijk niet nodig hebben, maar met vervelende bijwerkingen. De arbeidsimmigratie is een tweede medicijn om de ongewenste bijwerkingen van het eerste medicijn te dempen. Ook dit tweede medicijn heeft echter ongewenste bijwerkingen.
Laat ik allereerst zeggen dat het tweede medicijn (arbeidsmigratie), niet alleen de bijwerkingen, maar ook het beoogde effect van het eerste medicijn (monetaire stimulering) ondermijnt. Meestal wordt nagelaten de groei van het inwoneraantal te relateren aan de groei van het bbp. Als je de groei van 2,6% in 2019 evenwel moet delen met 0,65% meer mensen, dan is de groei per inwoner nog slechts 1,9%. Je zou kunnen zeggen dat gewichtstoename niet alleen leidt tot groei in de lengte, maar ook tot groei in de breedte. Als land hebben we iets meer te eten, maar ook meer magen te vullen.
Van bijwerkingen is bekend dat ze vaak pas na enige tijd optreden. Dat is ook met arbeidsmigratie het geval. De voorspellingen zijn dat reeds volgend jaar de economie veel minder zal groeien dan dit jaar. Wat gebeurd er dan met al die mensen die afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen? Zullen die dan weer vertrekken om buiten Nederland werk te zoeken? Zullen de records met betrekking tot het migratiesaldo van afgelopen jaren gecompenseerd worden door evenzo grote negatieve migratiesaldi komende jaren? Met andere woorden: is de internationale arbeidsmarkt werkelijk zo mobiel als de EU veronderstelt, of functioneert zij vooral als middel om steeds meer mensen naar rijke landen met een goede sociale zekerheid te loodsen? Het was John Maynard Keynes die erop wees dat arbeidsmarkten imperfect werkten. Ik voeg daaraan toe dat internationale arbeidsmarkten zo hun eigen imperfecties kennen.
Velen van hen die afgelopen jaren naar Nederland geïmmigreerd zijn, zullen hier al enkele jaren wonen. Als men zonder werk komt, kan men de tijd in Nederland nog wat rekken vanuit een uitkeringssituatie. Voor velen ligt daarom de norm van vijf jaar, wat recht geeft op de Nederlandse nationaliteit en dus permanente vestiging in Nederland, binnen handbereik. Als nu op Europees niveau of wereldwijd een crisis toeslaat, dan zullen veel van die mensen ook moeite hebben om buiten Nederland werk te vinden. Ook zal in veel gevallen de uitkering in Nederland hoger zijn dan het loon in het land van herkomst. De kans is dan groot dat velen in Nederland blijven, en gebruik gaan maken van de sociale zekerheid die Nederland hen te bieden heeft. Dat betekent voor Nederland niet alleen aanzienlijk hogere kosten in een tijd van crisis. Dat betekent ook dat een tijdelijke oplossing (arbeidsmigratie) voor een gecreëerd probleem (overstimulering) leidt tot een ongewenste permanente groei van de bevolking, waarbij gezegd mag worden dat Nederland reeds het meest dichtbevolkte land van Europa is. Ik vind dat niet alleen onverantwoord beleid, ik vindt het ook naar de bevolking toe slecht uitgelegd beleid. Als dan mensen als Paul Scheffer en Jan latten wijzen op het enorme immigratiesaldo van de laatste jaren, dan weet het kabinet die boodschap onder het mom van “daar gaan we onderzoek naar doen” weer uit het zicht van niet alleen de kiezer, maar ook het parlement te krijgen. Ik vind het bovendien uitermate slordig beleid. Het heeft onomkeerbare gevolgen voor de toekomst van Nederland. Wat dat betreft is het huidige migratiebeleid, of de afwezigheid daarvan, te vergelijken met slecht milieubeleid.
Maar er is nog een overduidelijke bijwerking van het al jaren torenhoge migratiesaldo. Kijken we naar huisvesting dan zien we momenteel grote tekorten in zowel de huursector als in de koopsector. Blijkbaar is de vraag naar woningen veel groter dan verwacht. Hoe zou dát nu komen? Dan kijk ik toch allereerst naar dat immigratiesaldo van 100.000 personen elk jaar. Dat betekent dat alleen al door migratie ieder jaar 100.000 mensen extra gehuisvest dienen te worden. Daarmee is een aanzienlijk deel van het woningtekort en alle gevolgen van dien verklaard. Maar, vraag ik me dan af, betekent dat ook dat er weer veel woningen beschikbaar komen als het komende jaren slechter gaat met de economie? Gaan veel van de mensen die afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen, dan vetrekken om elders te gaan werken? Idealiter is dat het geval. De EU zet erop in dat de arbeidsmarkt tussen de lidstaten in hoge mate mobiel is. Maar uit het voorgaande valt op te maken dat de werkelijkheid weerbarstiger is, dan economische modellen en theorieën aannemen. De Nederlandse economie deint mee met andere economieën. Als het hier minder gaat, dan zal dat elders ook het geval zijn. En als men dan toch geen goed betaald werk kan vinden, dan blijft men maar liever in Nederland met haar prima stelsel van sociale zekerheid. Als het verblijf in Nederland bevalt, dan verkast men niet meer zo snel. De zogeheten mobiliteit van de arbeidsmarkt dient dan als katalysator van permanente migratie.