Oud-Transavia-directeur Michiel Meijer heeft maandag opnieuw verklaard dat het Openbaar Ministerie hem heeft gezegd dat er in de zaak-Julio Poch sprake was van ‘een hoger belang’. Een uitspraak daarover van een officier van justitie met wie Meijer over ‘zijn’ piloot Poch heeft gesproken staat hem ‘in het geheugen gegrift’. Het hogere belang zou neerkomen op het ongemoeid laten van Jorge Zorreguieta, de inmiddels overleden vader van koningin Máxima.
Dat zei Meijer als getuige op vragen van de rechter-commissaris in Rotterdam. Meijer wordt gehoord op verzoek van oud-Transavia-piloot Poch (67), die in zijn vroegere vaderland Argentinië is vervolgd voor zijn betrokkenheid bij zogeheten dodenvluchten tijdens het bewind van de Argentijnse dictator Jorge Videla in de jaren tachtig. Poch bereidt een schadeclaim voor tegen de Nederlandse Staat, omdat hij meent dat Nederland hem met onzuivere politieke motieven in handen heeft gespeeld van justitie in Argentinië.
Nederland zou hebben meegewerkt aan de uitlevering, via Spanje, van Poch aan Argentinië, om op die manier Zorreguieta uit de wind te houden. Zorreguieta was staatssecretaris van Landbouw onder Videla.
Meijer had in 2010 op eigen initiatief contact met het OM, onder meer om zich te beklagen over de manier waarop de Nederlandse recherche met zijn personeel omging. Transavia-medewerkers werden thuis opgezocht en naar eigen zeggen geïntimideerd. Zij waren het niet eens met het negatieve beeld dat van Poch werd geschetst. Poch was toen al in Spanje aangehouden, maar nog niet aan Argentinië uitgeleverd.
Poch heeft acht jaar in voorarrest in gezeten en werd uiteindelijk door de Argentijnse rechter vrijgesproken. Meijer heeft in de strafzaak hetzelfde verklaard als maandag in Rotterdam.
Dinsdag volgen de verhoren van Meijers toenmalige gesprekspartner bij het OM, Guus Schram, tegenwoordig hoofdofficier van justitie. Ook oud-Justitieminister Ernst Hirsch Ballin wordt gehoord. Later volgen nog twee andere verhoren.
ANP