Nu de kruitdampen van de nieuwjaarsnacht zijn opgetrokken, pleiten activisten voor een vuurwerkverbod. Een vuurwerkverbod is niet een kwestie van wat voors en tegens afwegen en dan tot een genuanceerde conclusie komen, om vervolgens de vuurwerkvrijheid jaarlijks stapsgewijs af te bouwen – neen! Vuurwerkvrijheid is existentieel.
In de kern gaat het om drie zaken. Ten eerste, alles wegreguleren wat jongens en mannen leuk en spannend vinden. Ten tweede worden we een norse brompotsamenleving die geen spektakel en risico’s meer aandurft: dit komt neer op het uitdoven van de levensfelheid. Ten derde, we noemen het beestje niet bij de naam – namelijk de specifieke overlastgevende groepen waar het in de kern om draait – maar spreken in termen van een algemeen verbod. Dit is niet alleen laf en een teken van karakterzwakte: het wijst op een regelmanie waarbij de goeden onder de kwaden lijden.
Zo vat het gepruttel over een vuurwerkverbod dus in de kern alles wat er mis is met ons land. Net zoals we nu met zijn allen door scans en poortjes moeten bij iedere vliegtuigreis en we zelfs tubes tandpasta apart moeten inpakken – dit heeft niets van doen met Surinaamse bolletjesslikkers noch met Roemeense mensenhandelaren. Dit is vanwege een zekere religie die steeds sterker haar stempel op de samenleving drukt – dit facet wordt nooit benoemd wanneer onze vrijheden en bewegingsruimte worden ingeperkt: precies dit is waar burgers hun buik vol van hebben. Het gespeculeer over een vuurwerkverbod volgt dezelfde dynamiek.
Dit betekent niet dat alle problemen rond vuurwerk per definitie gerelateerd zijn aan jongeren met een moslimachtergrond (hoewel die achtergrond ongetwijfeld meespeelt, gelet op het sektarische ‘incrowd’ versus ‘buitenwereld’ gevoel dat er vanuit gaat – de schade die je aanricht ervaar je wellicht niet als schade aan je eigen gemeenschap). Het is hoe dan ook idioot om ook maar te overwegen ons eigen volksfeest af te schaffen, omdat er groepen zijn die zich kennelijk niet in de hand kunnen houden en we niet in staat blijken hen te bedwingen. Een natie die dit zelfs maar overweegt is cultureel doorgerot.
Tegelijk is juist het tegenovergestelde waar: vuurwerk verbroedert alle lagen en klassen van de samenleving. In mijn jeugd was het vuurwerk een van de weinige momenten waarop de allochtone en autochtone jeugd samen optrok. De jongeren uit de buurt staken vuurwerk af op een dichtgevroren slootje. Iemand lanceerde een vuurpijl die per ongeluk rakelings over het ijs schoot. Een andere jongen van de groep was ook iets aan het afsteken en zag het gelukkig op tijd: hij viel plat op zijn buik op het ijs en de vuurpijl vloog net over hem heen. En nu zijn het zuurpruimen die zijn vergeten dat ze zelf ook jong waren en toen lol beleefden aan vuurwerk, die het de jongeren van nu niet gunnen om zulke avonturen te beleven.
Er zitten uiteraard wel zekere risico’s aan – ooit kreeg mijn broertje kruit in zijn oog toen een stuk vuurwerk ontplofte van tien meter afstand. Voor de zekerheid bezocht hij de huisartsenpost – gelukkig ving zijn lens het kruit op en hield hij er niets aan over. Je moet natuurlijk veilig omgaan met vuurwerk en bijvoorbeeld een vuurwerkbril dragen. Maar sluipenderwijs en in de greep van angst voor risico’s zijn we alles aan het verbieden. Totdat er niets leuks overblijft. VVD-voorman Klaas Dijkhoff sprak hierover zinnige woorden:
“Ik snap heel goed dat je het gezellig vindt om samen met je vrienden en buren wat vuurwerk af te steken. Dat je het hele jaar uitkijkt naar de enthousiaste gezichten van je kinderen wanneer ze de show zien die hun vuurwerk veroorzaakt. Dat je ook wel snapt dat anderen het minder leuk vinden, maar dat dat één keer per jaar toch moet kunnen. Dat die traditie belangrijk voor je is en niet wil kwijtraken.Fatsoenlijke vuurwerkliefhebbers ergeren zich ook kapot aan het tuig dat oud & nieuw elk jaar weer verpest, maar dreigen met een totaalverbod zelf gestraft te worden. Terwijl ze niets verkeerd doen. Zij vragen zich af waarom politici hun brave in Nederland gekochte sierpotten willen verbieden, terwijl net over de grens veel zwaarder spul gewoon in de winkels ligt.”
Dijkhoff is niet de enige die dit scherp ziet. CDA-Kamerlid Chris van Dam ziet geen heil in een landelijk vuurwerkverbod. “Dat is niet te handhaven.” Zijn ambtsgenoot Antoinette Laan-Geselschap (VVD) staat hem bij: “Dat er problemen zijn, ligt niet aan het vuurwerk, maar aan het gedrag van mensen. Een landelijk verbod is een te draconische maatregel. Het gedrag van een aantal klojo’s moet niet de maatstaf worden.”
Het is een reflex geworden om bij alles wat er misgaat de staat ter verantwoording te roepen en te pleiten voor een verbod. Dit is een zieke ontwikkeling die aantoont dat de sociale cohesie wegvalt en we er niet meer samen uitkomen: mensen ontwikkelen een afwachtende en staatsaanhankelijke basishouding. Morgen ontploft er een gasfles op een camping – je zult zien dat er dan een verbod voor gasflessen op campings wordt geëist. Zo wordt Nederland onleefbaar. Trek dit maar door naar carbidschieten, de pitspoezen van Formule 1 races, paasvuren, de Zwarte Cross, prostitutie – overal rukt de betutteling en de knechting op: “Gij zult deugen!”
Er zijn tienduizenden landgenoten met een gigantische passie voor vuurwerk: zij leven er het hele jaar naartoe. Vergeet niet dat er duizenden kleine hardware winkels zijn die een belangrijk deel van hun opbrengsten jaarlijks uit het vuurwerk halen. Dat zijn de middenstandswinkeltjes die voor cohesie zorgen en de ‘talk of the town’ bepalen. Met oud en nieuw brengt vuurwerk alle lagen en klassen van de samenleving in deze winkels bijeen: wie het voor het vuurwerk opneemt, heeft in alle dorpskernen aanhang. Misschien ligt het in sommige grote steden anders, omdat er daar te veel klojo’s zijn die het voor anderen verpesten. Dat is eerder een gedragsprobleem dat samenhangt met demografie en cultuur. En – zoals de Kamerleden terecht aanstippen – een afwezigheid van handhaving.
Ook de gedachte dat het volk zomaar bij kruit kan is voor de elite een beangstigende gedachte, zeker nu ze merken dat hun beleid steeds minder populair is. Mede hierom willen sommige bestuurders ervan af. Juist dit is een reden – voor wie wil dat het volk uiteindelijk de baas is in een land en niet een technocratische regentenklasse – om vóór vuurwerk te zijn.
Als mensen beginnen over vuurwerk gooien naar handhavers en hulpdiensten, dan is dit absoluut niet representatief voor onze bevolking. Ten eerste gebeurt dit in niet-geïntegreerde jihadnesten die Balkenende al had moeten uitroken – ten tweede zijn dit klojo’s die van welke afkomst dan ook moeten worden aangepakt. De oplossing is handhaving: politie op straat. Niet onze tradities verbieden want die klojo’s vinden wel iets anders om te etteren.
Bijvoorbeeld in Scheveningen waren de brandstapels van de vreugdevuren te hoog volgens de voorgeschreven normen en de gemeente wist dit. Wat gebeurde er? Er werd niet gehandhaafd maar achteraf ingezet op een verbod. De kern ligt in de handhaving en dit doen bestuurders niet: ze omzeilen liever. Zij kiezen voor symboolbestrijding en gaan niet terug naar de bron.
Tot slot: als je huisdieren last hebben van vuurwerk, neem ze dan mee naar een vuurwerkvrije camping, of breng ze naar een opvang speciaal hiervoor. Ook dit is weer business voor kleine ondernemers. Blijf van het vuurwerk af en stop de regelzucht – de bestuurders moeten naar de bron gaan en zorgen dat zij nu eindelijk eens handhaven. Anders verstikken we onszelf met bureaucratie en regels, klojo’s gaan door met terroriseren en klojo-zijn terwijl de goedbedoelende vuurwerkliefhebber de dupe is. Hopelijk houdt Dijkhoff stand tegen de deugdrammers.
Steun Sid Lukkassen via BackMe en/of volg zijn nieuwsbrief (allebei is het beste!)