Zoals altijd in tijden van uitzonderlijke omstandigheden scheidt men de handelingsbekwamen van de mensen die bewéren handelingsbekwaam te zijn. Thierry Baudet behoort tot die laatste categorie.
Een woord vooraf om de schijn van blinde haat maar gelijk de kop in te drukken: Baudet is een verdienstelijke politieke agitator. Je kunt je voorstellen dat het geen geringe opgave is een vaag denktankachtig praatclubje om te vormen tot succesvol politiek debutant. Daarnaast is hij in staat volzinnen te produceren, zowel op papier als met het gesproken woord. Tot zover de ere wie ere toekomt.
Dan nu terzake.
Voor al zijn oppervlakkige bravoure en ogenschijnlijke scherpzinnigheid beschikt Baudet over de minst wenselijke eigenschappen die we graag in een actief politicus verenigd zien: hysterische betrekkingswaan en gebrek aan impulsbeheersing, aangelengd met een soort schichtige bereidwilligheid om bij elke gelegenheid de gebraden haan uit te hangen; een hemeltergende jankerigheid die maakt dat hij om de twee, drie tweets verklaart te worden ‘geframed’, tekortgedaan, verkeerd geciteerd, gemarginaliseerd, gedemoniseerd, of net welke klachtterm hem nu weer te binnen schiet. Dit is geen man, en dat is iets wat je in het algemeen niet graag zegt over iemand van het voorname geslacht (M).
De Romeinen wisten: niet voortdurend roepen dat je ‘geframed’ wordt is mannelijk. Niet continue janken over verondersteld onrecht is Romeins. En als je dan jankt, jank dan om dingen die het waard zijn om over te janken.
Wees geen janker, met andere woorden. Wees geen Baudet. Scherp een zwaard liever, of kus een cobra.
Je zou Baudet het best kunnen typeren als een soort eeuwig jammerende minstreel, doorlopend plukkend aan de snaren van zijn luit terwijl hij zijn tranen de vrije loop laat. Nee, het is erger: dit type minstreel bezingt ook graag de wapenfeiten van afwezige ridders alvorens het aan te leggen met de wijven. Dit soort slinksheid werd binnen Romeinse garnizoenen doorgaans met een afranseling bestraft. Een lafaard dus, een kletskous en een stoker, gespecialiseerd in zelfbeklag. Het volmaakte tegendeel van de soldaat. Nu is er op zichzelf niets mis met minstrelen, maar wanneer zij zich dingen gaan inbeelden- zoals het koningschap- dient men hen in de toren op te sluiten met pen en papier. Wij zullen belangstellend kennis nemen van zijn pamfletten.
(Tot besluit nog een korte instructie aan de torenwacht: laat geen uitgaande boekenkist ongeïnspecteerd!)
Lees ook: Jurriaan Maessen doet Mulisch: Het Twaalfde Huis van Monsieur Zimbalist
Lees ook: Lente. Thuis. Haldol. Aluminiumfolie.
Lees ook: Thierry Baudet. Is thuis. Lente.