Dat escaleerde zoals verwacht snel: de uitgever van de New York Times (NYT) heeft de chef van de opiniesectie, James Bennet, met het hoofd naar beneden van een gebouw gesmeten wegens de publicatie van De Verkeerde Mening in de courant. Het gaat uiteraard om dit UITSTEKENDE opinie-artikel van Republikeins senator Tom Cotton die schrijft blij te zijn met legerinzet tegen rellend, plunderend, slopen, standbeeld omgooiend en brandstichtend Antifa-tuig. En dat mag natuurlijk niet want netjes door het volk verkozen Republikeinen moeten hun smoel houden in de oh zo tolerante en inclusieve ‘vrije’ ”’liberale”’ democratie der US of A, zo bepaalt een extreme luidruchtige minderheid al drammend op social media. Kennelijk is dat hoe ‘liberale democratie’ werkt: de kleinste minderheid die het hardst kan drammen krijgt het grootste gelijk. Het lijkt Amsterdam wel.
De van het dak gegooide Bennet stapte officieel zelf op volgens de uitgever van de NYT maar het lijkt er niet op dat hij echt veel keuze had aangezien een groot gedeelte van de NYT-redacteuren (voorheen journalisten, tegenwoordig activisten) al petities hadden ondertekend om hem weg te krijgen.
Alsof het moeten opstappen voor gewoon je werk doen, namelijk het plaatsen van opinie, nog niet voldoende was heeft Bennet via Zoom aan alle NYT-medewerkers zijn excuses moeten aanbieden. Letterlijke woorden: ‘Het artikel had niet mogen worden gepubliceerd’ en ‘het was niet nauwkeurig genoeg geredigeerd’. Ook liet hij in een mail weten dat het stuk ‘een nodeloos kwetsende toon’ had en dat het ‘niet voldoet aan onze standaard’.
Bennet mag kortom van geluk spreken dat hij niet na te zijn gemarteld naakt op een platte kar door de hippe buurten van New York is getrokken zodat alle zogenaamd ‘democratische’ liberals hem hebben kunnen bekogelen met tomaten en eieren. Al zal het ongetwijfeld niet lang duren voordat hij wordt beschuldigd van #metoo en op de voorpagina van zijn ‘eigen’ New York Times zal worden karaktervermoord, want dat is toch een beetje hoe dit soort woke, ‘liberal’ en vooral tolerant-inclusieve ‘kwaliteitsjournalistiek’ tegenwoordig werkt.
In Nederland is de ”’journalistiek”’ er tenslotte ook groot mee geworden.
Interessant in deze context is dit artikel waarin Cotton zelf uitlegt hoe het stuk tot stand is gekomen, namelijk na langdurig en nauwkeurig redigeren en het tot op de komma af grondig factchecken van elke bewering door de NYT-redactie. Hoe het dan toch kan dat het artikel nu ineens ‘niet goed is geredigeerd’ en ‘niet voldoet aan onze standaard’ is een wel erg groot raadsel.
Voor wie denk: ‘Ach, dit is de NYT, dat is maar een of andere woke folder, dus waar lullen we over’, denk dan even verder. Inmiddels is ook de hoofdredacteur van The Philadelphia Inquirer ‘opgestapt’ (lees: ook van het dak geduwd) omdat hij de misdaad had begaan om boven een artikel de kop ‘Buildings matter too‘ (‘gebouwen doen er ook toe’, wat waar is) te zetten. En dit is nog maar het begin want in veel newsrooms en op krantenredacties zien de (in meerderheid roomblanke) moralistische activisten die zich al die tijd verdekt hebben opgesteld als ‘journalist’ hun kans schoon om eindelijk weer eens macht en controle uit te oefenen en te doen waar ze het allerbeste in zijn: slopen, vernietigen en wraak nemen op alles en iedereen wat niet in hun ‘inclusieve’ wereldje past.
Hee, zei iemand ‘marxistische reflexen’? Als dat geen guillotines en goelags worden. Jammer dat Hugo Brandt Corstius niet meer leeft om dit mee te mogen maken.
Lees ook: New York Times kotst eigen vrijheid van meningsuiting uit, legt knie in nek van het vrije debat