Minstens tien van de 44 mensen die aangifte hebben gedaan tegen rapper Akwasi spannen een zogeheten artikel 12-procedure aan bij het gerechtshof. Ze zijn het er niet mee eens dat het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten de rapper niet te vervolgen voor zijn uitspraak over Zwarte Piet tijdens de Black Lives Matter-demonstratie op 1 juni op de Dam in Amsterdam. Ze willen dat justitie Akwasi alsnog gaat vervolgen. Dat meldt De Gelderlander maandag.
De belanghebbenden vinden dat dat de zaak toch voor de rechter moet worden gebracht en starten daarom een klachtenprocedure, zegt Pieter Hollenberg tegen de krant. Hij is een van de 44 mensen die in juni aangifte hebben gedaan tegen Akwasi. De rapper zei op de Dam dat hij een zwarte piet hoogstpersoonlijk op zijn gezicht zou trappen als hij hem in november tegenkomt.
Na een gesprek met de officier van justitie en zijn advocaat heeft Akwasi vorige week afstand genomen van zijn volgens het OM opruiende woorden. Daarop heeft de officier van justitie besloten de zaak tegen Akwasi voorwaardelijk te seponeren.
Tijdens de Black Lives Matter demonstratie op 1 juni gaf Akwasi – ten overstaande van duizenden aanwezigen – een speech. Akwasi sloot zijn speech af met de volgende woorden: “(…) “Op het moment dat in november dat ik een Zwarte Piet zie, ik trap hoogstpersoonlijk op zijn gezicht.” Het OM beoordeelt deze uitspraak in samenhang met de rest van de door hem uitgesproken tekst en hele optreden als opruiend nu Akwasi met deze uitspraak heeft aangezet tot het plegen van een strafbaar feit, namelijk de mishandeling van een persoon verkleed als Zwarte Piet. Dat Akwasi aangaf dat hij ‘hoogstpersoonlijk’ zal overgaan tot geweld, staat aan dit oordeel volgens het OM niet in de weg.
Lees ook – Bart Collard – Akwasi geniet van privileges die Geert Wilders niet heeft