“Waak voor de guerrillatactieken van populisten”, waarschuwt Eelco Runia in NRC. “Populistisch-rechts heeft de asymmetrische oorlogsvoering omarmd, waar liberaal-democratisch links ridderlijk wil argumenteren.” We moeten over de loopgraven heen kijken, stelt Runia, en elkaar bestrijden met argumenten en analyses. Ondergetekende wil niets liever en publiceerde hierom onlangs Links en Rechts in dialoog (2020). In een crowdfunding werd hiervoor meer dan 10.000 euro opgehaald en de hand is ruiterlijk uitgestoken. Toch blijft het sinds de publicatie angstvallig stil op de linkerflank.
Als politiek filosoof constateer ik drie grote systematische problemen, die alléén overstegen kunnen worden in een dialoog tussen ideologische tegenstanders. Deze problemen betreffen het publiek-maatschappelijk debat. De belevingswerelden van kiezersgroepen groeien alarmerend snel uit elkaar: dit leidt tot ongekende tegenstellingen en een polarisering waarbij het wederzijds begrip verdwijnt. “Links Nederland loopt steeds harder haar eigen grachtengordel-fuik in”, schrijft Peter Lamberts.
Zoals ik in mijn proefschrift De Democratie en haar Media heb onderbouwd, is publiekelijk debat een voorwaarde voor een vertegenwoordigende democratie zoals in Nederland bestaat. Het eerste probleem is dat deze groepen eigen termen hebben die hele andere belevingswerelden oproepen. Zie de opkomst van ideologisch beladen Engelse termen zoals ‘cisgender’ en ‘white privilege’. Wat termen als ‘islam’, ‘klimaat’ en ‘feminisme’ betekenen voor PVV politici en stemmers, verschilt totaal van hun betekenis voor D66 politici en stemmers: hierdoor praat men ook bínnen hetzelfde debat langs elkaar heen.
Dit laatste maakt politici weinig uit. Ze zijn bezig hun thema’s te ‘primen’ om in hun beperkte zendtijd zoveel mogelijk eigen stokpaardjes te presenteren. Hierdoor worden kiezers niet meegenomen in de achterliggende denkbeelden. Terwijl juist die denkbeelden de lijm zijn tussen burgers, politieke partijen en maatschappelijk engagement. Anders blijft alleen one-issue activisme over.
Ten tweede worden die niet-overlappende belevingswerelden versterkt via filterbubbels. Dit brengt ons op gepersonaliseerde politieke advertenties die zijn afgestemd op voorkeuren gebaseerd op onze internetactiviteit. Mogelijk krijgen onze buren een heel ander wereldbeeld voorgeschoteld: voor ons wordt het moeilijker om ons in hun (politieke) belevingswereld in te leven, en vooral om te weten waarom zij vinden wat zij vinden.
Ten derde wordt de ‘populistische’ levensbeschouwing zelden recht gedaan binnen de mainstream media, wat de aanhangers wegjaagt bij gevestigde media. De filosofische onderbouwing komt zelden aan bod en de argumenten worden doorgaans karikaturaal neergezet. Dit is precies wat geen recht wordt gedaan in het betoog van Runia, die zelf aan de linkerkant staat. Als je stelselmatig wordt weggezet als ‘complotdenker’ of ‘populist’, zonder dat iemand ooit op je onderbouwing ingaat, natúúrlijk trek je dan de integriteit van tegenstrevers in twijfel.
Verduidelijkend is de rechtszaak van FvD tegen het tv-programma Buitenhof. Daarin werden uitspraken van Thierry Baudet eenzijdig racistisch weergegeven, terwijl hij zich in het betreffende Kamerdebat tegen racisme had uitgesproken. De rechter oordeelde dat een tv-presentatrice het recht heeft om uitspraken te parafraseren, en dat Baudet genoeg eigen media kanalen heeft om zijn visie te delen.
Dat oordeel miste de kern. Het gaat er niet om of een journalist het recht heeft om politieke uitspraken te parafraseren. De kern is dat het electorale landschap is verkaveld in mediabubbels die geen kennis nemen van elkaars verhaal. Hierdoor wordt de parafrasering voor waar aangenomen door een aanzienlijk deel van het electoraat dat is afgeschermd van de FvD mediamachine. Deze bubbelvorming zal uitmonden in oplopende spanningen. Hier speelt mee dat Buitenhof door belastingbetalers wordt bekostigd en voor velen een ‘neutraal’ stempel draagt.
Hoe tegennatuurlijk het voor progressieve journalisten ook aanvoelt: er zijn nu eenmaal verliezers van de multiculturele, geglobaliseerde en automatiserende samenleving. Elke redactie dient zich oprecht af te vragen wat zij kunnen doen om de rationele boventonen recht te doen die opborrelen uit de onderbuik van de samenleving.
Dit probleem bestrijkt ook de instellingen. Een Spaanse Europarlementariër spreekt bijvoorbeeld met conservatief-katholieke grondtonen over genderbeleid. Journalisten – en ook het administratief personeel van de instellingen, waaronder vertalers – zijn in hun vorming echter vooral blootgesteld aan een links-liberaal en zelfs links-identitair woordgebruik. Hierdoor kunnen zij deze input minder goed vangen en overzetten, wat leidt tot een ongelijk politiek spel. Er hoeft dus geen kwade opzet te zijn bij de vertalers – het gaat domweg om de overheersing door een links-identitair vocabulaire en wereldbeeld, dat overal in binnendringt.
Het gevolg van deze drie ontwikkelingen is dat burgers niet meer betrokken zijn op dezelfde publieke ruimte. Het spectrum van ideeën waarmee zij vertrouwd zijn, is vernauwend – wantrouwen en rancune nemen over en weer toe. De oplossing is om links en rechts in dialoog te brengen. Het boek Links en Rechts in dialoog is precies geschreven om de democratische gewetensvorming te stimuleren. Het overstijgt partijdogma’s en bevat briefwisselingen met vrijdenkers van allerlei politieke pluimage: van VVD tot en met SP.
U kunt Sid Lukkassen volgen via de nieuwsbrief op Sidlukkassen.com. En steun De Nieuwe Zuil via BackMe om dergelijke publicaties mogelijk te blijven maken.