Politiek

Een verwarde Thierry Baudet zocht weer eens aandacht – Wat Er Toen Gebeurde Zal Je Verbazen

01-12-2020 17:25

Baudet en Freek Jansen in de fractiekamer van FvD, foto: screenshot Telegraaf

Zo’n hekel als Baudet aan het Tweede Kamerwerk heeft, zo’n liefhebber is hij van het geven van zeer pijnlijke interviews. Dat is althans een conclusie die zich opdringt aan mensen die afgelopen week de redder van boreaal Europa hebben gevolgd. Ditmaal heeft Baudet ervoor gekozen finaal af te gaan voor de camera’s van De Telegraaf.

Het interview begint met de vraag hoeveel mensen er nu nog op de lijst staan. “De besten zijn over denk ik”, zegt Baudet, bedenkelijk kijkend. Verslaggever Pim Sedee reageert met de voor de hand liggende vervolgvraag om wie dat dan zou gaan: “Nou de ehm, de de de, de groep is, eh, het is nog niet helemaal duidelijk omdat sommige mensen…”, antwoordt de partijleider fractievoorzitter lijsttrekker ziel van FvD daarop.

Er komt in ieder geval een nieuwe lijst, en Wybren van Haga zal daar zeker opstaan verklaart Baudet. De kans dat Freek Jansen ook op de uiteindelijke lijst zal belanden is klein, omdat deze “zélf er helemaal tabak van heeft”. Maar van Baudet had dat wel gemogen omdat hij “geen schuld in hem ziet”.

De interviewer is ook heel benieuwd of Baudet misschien ergens spijt van heeft, na wat er de afgelopen week allemaal gebeurd is.

“Ja, ik heb er spijt van dat ik de verkeerde mensen om me heen heb verzameld in Forum voor Democratie, mensen die mij dolken in de rug hebben gestoken.”

“Dat is niet heel zelfkritisch, of wel”, vraagt Sedee daarop met een legendarisch gevoel voor understatement. Middels een voorzet legt hij de vraag nog eens voor aan Thierry. Deze reageert daarop gepast met een lofzang over zijn eigen karakter en kwaliteiten:

“Ik heb de partij opgebouwd. En natuurlijk heb ik een flamboyant karakter, en als je bijzondere kwaliteiten hebt, dan heb je rafelranden. Maar ik heb Forum voor Democratie ziel gegeven. En de mensen waarmee ik hier dagelijks werk die staan 100% achter mij. En dat zijn ook mensen met migratieachtergronden, dat zijn mensen met homoseksuele gerichtheid, dat zijn mensen met een joodse afkomst enzovoorts. Dus die weten dat al die valse aantijgingen niet kloppen.”

Sedee lijkt niet onder de indruk en begint Baudet te confronteren met enkele van de uitspraken die hij gedaan zou hebben tijdens het ‘beruchte samenzijn op die vrijdag waardoor mensen zijn opgestapt’.

Baudet stelt dat hij, ten eerste, “als strafrechtjurist genoeg weet van hoe het menselijk geheugen werkt”. Kennelijk bedoelt hij daarmee dat mensen in theorie veelvuldig zeer opmerkelijke uitspraken kunnen doen, zonder zich daar korte tijd later ook nog maar een flard van te herinneren. Helaas kan hij in verband met zijn kennis over het menselijk geheugen dus niet expliciet ontkennen dat hij heeft gezegd dat het coronavirus afkomstig is van George Soros.

Bovendien is het, ten tweede, “helemaal niet relevant als je in een privé setting bij elkaar zit”. Ook zat Olaf Ephraim de hele avond naast Baudet en die herkent zich – zoals aangegeven in een schriftelijke verklaring – volstrekt niet in het beeld dat Baudet “vuile nazistische ideeën daar zou hebben gespuid”. Baudet wil “daar echt een hele duidelijke streep trekken. Je zult mij nooit horen zeggen over dingen in het verleden dat is wel of niet gebeurd, omdat dat een absurde stelling zou zijn”.

Plots komen er weer herinneringen boven bij Baudet: “Wat ik wel herinner is dat het een behoorlijk ruzie-achtige sfeer was, dat ik flink heb lopen stangen”. Verslaggever Pim vraagt zich vol verbazing af hoe het kan dat hij dit wél nog weet, terwijl hij niet meer weet of hij bepaalde opmerkingen heeft gemaakt:

“Nou ja nee, niet zo letterlijk wat daar precies is gezegd, maar wel dat onder andere ging over een gedicht van Rilke wat ik mooi vind, namelijk een panter die achter tralies zit, en dat gevoel van jongens we zitten allemaal opgesloten in de coronatijd, waar is de vitaliteit, waar is de energie van onze partij, we kunnen geen events doen en ik denk ook dat een groot deel van de spanningen opliepen omdat we zo bezig zitten in die lockdown enzovoorts.”

Aldus de ziel van FvD.

Het valt Sedee direct op dat dit heel gedetailleerde herinneringen zijn dus hij herhaalt vastberaden de vraag of Baudet nou antisemitische opmerkingen heeft gemaakt op het bewuste diner. Baudet kan zich dat “absoluut niet herinneren” en als het zo zou zijn neemt hij er in de “grootst mogelijke bewoordingen afstand van”.

“Dus u heeft het wellicht wél gezegd,” herhaalt Pim zijn vraag:

“Nee, nee nee nee nee, ik zeg tegen jou dat ik me werkelijk niet kan voorstellen dat ik iets zou hebben gezegd waaruit zou blijken dat ik mensen met een joodse afkomst, zoals je suggereert, of anderen minderwaardig acht dan anderen.”

De vragensteller geeft aan dat hij niet meer weet wie hij moet geloven nu zó veel mensen die dichtbij Baudet stonden hem “zo hard de rug toekeren”.

Baudet zegt dat de politiek een hard vak is en dat mensen meegesleurd worden in machtswellust. Mogelijk heeft het ook met de onervarenheid en beïnvloedbaarheid van de jeugd te maken, voegt de boreale politicus hier aan toe.

“Wanneer is dat bindend referendum,” houdt de interviewer de vaart er in. Baudet weet niet wanneer het ‘bindende referendum’ over het lijsttrekkerschap is maar wel dat hij uit een heel grote poel kandidaten kan selecteren. “Die is een stuk kleiner geworden”, spreekt Pim Sedee dan tegen. “Valt erg mee”, houdt Baudet vol, “uit de top tien zijn er een aantal weg”. Maar dat zijn eigenlijk mensen die Baudet op de lijst had gezet om te laten zien welke stromingen er allemaal in de partij zitten, en hoe breed het perspectief wel niet is. Maar hij heeft alsnog “veertig vijftig mensen om uit te kiezen”, laat hij weten.

Vervolgens krijgen we nog een stukje te zien waarbij zowel Jair Ferwerda als ook Pim Sedee de fractiekamer van FvD betreden. Deze zit, niet geheel verassend, helemaal vol met trouwe jonge boreaalknullen – waaronder Andreas Bakir en Gideon van Meijeren – én Wybren van Haga. “Ik zit even te kijken wie daar zit”, zegt Sedee, die Freek Jansen ontwaart. Jair priemt hem meteen een microfoon onder de neus: “ga jij op de lijst staan, Freek”, vraagt hij.

“Je mag hier eigenlijk niet filmen, dus je moet even…”. “We hebben echt hier duidelijke afspraken over gemaakt”, valt Baudet Freek in de rede, “maar ik heb al gezegd, ik zie geen enkele schuld in hem, maar de kans dat hij zélf dit nog wil is klein”.

Sedee vraagt waarom Freek er dan eigenlijk nog zit, en of dat niet een signaal is dat Baudet niet zou moeten willen afgeven. “Waarom niet,” vraagt Baudet, met de inmiddels bekende gespeelde verbazing. “Nou dat is precies waar net dat hele interview over ging,” reageert Pim snedig. “Misschien even niet iemand zo dicht op je hebben waar zoveel te doen over is geweest?”

Baudet doet een Cliteurtje door te stellen dat hij verder niks doet met beschuldigingen van derden. “Misschien kan hij zelf even antwoorden,” stelt Jair voor, “Freek kom jij op de lijst toevallig, of niet?” Freek antwoord ontwijkend dat er eerst een lijsttrekkersverkiezing komt, of nee een leiderschapsverkiezing, en dat hij gewoon aanwezig is in zijn rol als medewerker.

Vooral het laatste segment in de fractiekamer moet de meer boreale FvD-aanhanger hoopvol stemmen. De ‘Grote Leider’ (dixit Freek Jansen) is eindelijk niet meer omgeven met allerlei extremistische liberale elementen die alles willen, behalve hartstochtelijk strijden voor het Avondland. Ons prachtige Avondland, dat zonder extreemrechtse interventie, met grote zekerheid, ten onder zal gaan.