Nederland heeft nooit excuses gemaakt voor de mogelijke bijdrage aan de Palestijnse terreuraanslag waardoor het 17-jarige Israëlische meisje Rina Shnerb om het leven kwam. Dat is opmerkelijk, vorige week nog zei minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66) dat de Nederlandse ambassadeur op bezoek was geweest bij de nabestaanden. Dat schrijft De Telegraaf.
Wakkere redactie ON! stelde haar daarom gisteren deze vraag: pic.twitter.com/2S4pgQohYn
— Ernst Lissauer (@ErnstLissauer) May 19, 2021
“Er is nooit iemand langs geweest”, zegt rabbijn Eitan Shnerb, de vader van de omgekomen Rina, tegen de krant. Kort na de onthulling dat de Palestijnse terroristen deels door Nederland betaald werden, nam de Nederlandse ambassade in Tel Aviv telefonisch contact met hem op. “Maar dat ging nergens over”, stelt Shnerb. Er werden geen excuses aangeboden, en het was ook niet de ambassadeur zelf die belde, maar een medewerker.
Vorig jaar werd bekend dat twee Palestijnen die worden verdacht van een bomaanslag op een Israëlische familie in augustus 2019 waarbij de 17-jarige Rina Shnerb om het leven kwam, deels werden betaald van Nederlands ontwikkelingsgeld. In 2017 hebben beide personen bovendien een pasje gekregen van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Ramallah waarmee zij zich konden identificeren als ‘medewerkers van een partnerorganisatie van de Nederlandse vertegenwoordiging’.
Lees ook – Geert Wilders (PVV): Sigrid Kaag (D66) heeft bloed aan haar handen