Nou, dat was even schrikken. Toen ik Sylvana Simons vorige week hoorde, in een debat met Renske Leijten over discriminatie. ‘Column na column na column na column na column’ zou ik over Simons hebben geschreven, waarbij ik het Kamerlid zou hebben gedemoniseerd. Ik zocht het even na: dit is de 474e column die ik op deze plek schrijf en in slechts één van deze columns komt Simons ter sprake. Dat was op 28 februari 2019 – ruim tweeënhalf jaar geleden. De laatste keer dat ik schreef over discriminatie was op 24 juli 2020, omdat mijn vrouw en ik hier toen zelf mee te maken kregen, op een vlucht van de KLM. De column van 28 februari 2019 ging vooral over DENK, onder andere omdat deze partij een tijd lang (met name vrouwelijke) politici met een Turkse achtergrond beschuldigde dat zij niet ‘Turks’ genoeg waren. Daar is de partij mee gestopt.
In dezelfde column kwam Sylvana Simons aan de orde, omdat zij had gezegd dat mensen van kleur zouden vrezen voor de Amsterdamse politie. Aanleiding was een tragisch incident waarbij discriminatie geen rol speelde. Een SP-raadslid vroeg tijdens een debat om terughoudendheid met oordelen, voordat de feiten bekend waren. Daarop kreeg zij het verwijt dat zij een ‘witte-cis-vrouw’ was. In de column heb ik dat discriminatie genoemd, omdat hier iemand vanwege haar huidskleur werd gediskwalificeerd en geen bijdrage zou mogen leveren aan het debat. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat deze column ruim tweeënhalf jaar later aanleiding is voor de opmerkingen van Simons van vorige week. Dit is geen demoniseren, maar een inhoudelijke discussie. Iets wat een Kamerlid altijd zou moeten willen en waar die niet kleinzerig over moet doen.
Reden voor de uitval van Sylvana Simons waren vragen die Renske Leijten stelde, omdat zij door medewerkers van BIJ1 voor racist was uitgemaakt. Hetzelfde Tweede Kamerlid dat samen met Pieter Omtzigt heeft gestreden voor de ouders van het toeslagenschandaal en door deze mensen (ongeacht hun kleur) op handen wordt gedragen. Het is niet goed om mensen zomaar van racisme te beschuldigen en zeker niet als die zo hard strijden tegen elke vorm van discriminatie. Iemand wees mij op nog een tweede (en nog oudere) column waarin ik Sylvana Simons heb genoemd, dat was op 3 juni 2016. Die ging niet over discriminatie maar over Bekende Nederlanders die de politiek in wilden. Daarin zei ik dat de Tweede Kamer meer moet zijn dan een talkshow.
Onze nationale vergaderzaal verdient in ieder geval beter dan deze vreemde spelletjes.