Kernenergie moet een vast onderdeel worden in de energievoorziening van de toekomst, naast wind- en zonenergie. Dat zegt Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, tegen de NOS.
Mulder heeft met twee andere hoogleraren onderzoek gedaan naar de mogelijke rol van kernenergie, en het bijbehorende kostenplaatje. Ze concluderen dat, hoewel windmolens en zonnepanelen voor goedkope energie zorgen wanneer de omstandigheden gunstig zijn, kernenergie veel efficiënter is als de wind gaat liggen.
Ook wijst Mulder erop dat veel windparken nu draaien op overheidssubsidie. Omdat de staat veel kosten op zich neemt bij investeringen in schone energie, lijkt deze stroom goedkoper dan ze is. Als commerciële investeerders dit zouden moeten betalen, zouden ze het niet doen.
Als het nodige geld wordt gevonden en de vergunningen zijn verleend, duurt het volgens de onderzoekers zeven jaar om een nieuwe kerncentrale te bouwen. Volgens Mulder zal de politieke gevoeligheid van het onderwerp een groter probleem zijn dan de bouw zelf:
“De meeste tijd gaat in de discussies zitten: kernenergie is een gevoelig onderwerp en er is weerstand, want partijen zijn duidelijk voor of tegen kernenergie. Maar als een kerncentrale eenmaal is gebouwd, gaat die lang mee.”
In een discussie bij BNR van 12 april was Mulder nog terughoudender, en wees hij uiteindelijk op de investeringsrisico’s van kernenergie, zoals de opslag van kernafval. Tegenover de NOS zegt hij echter dat de kosten van afvalverwerking zijn meegenomen in het nieuwe onderzoek:
“De CO2-uitstoot verlagen met alleen zonne- en windenergie is niet genoeg. Kernenergie is dus ook nodig. En dat is zelfs goedkoper, wat ook in de portemonnee van de burger scheelt. Want subsidies worden door de burger betaald.”
Lees ook: