Vlak voor de coronapandemie was ik in het Europees Parlement. Ik dronk koffie met de nieuwe D66-Europarlementariër Samira Rafaela. Na afloop liepen we richting de gang, waar collega Sophie in ’t Veld kwam aangelopen. In nog geen twee seconden sloeg de sfeer om. In ’t Veld nam het gesprek over en Rafaela zei niets meer. Het is zo’n moment waar je als verslaggever niets mee kunt. Het voelde alsof hier iets in de lucht hing, maar niemand wil daar op zo’n moment eerlijk over zijn. Vragen stellen heeft geen zin.
Begin dit jaar was Volt-Kamerlid Nilüfer Gündogan opeens in het nieuws. Er waren grote beschuldigingen aan haar adres. Toen piepte mijn telefoon. Een anonieme D66’er wilde kwijt dat Rafaela op precies hetzelfde moment ‘voor de bus werd gegooid’. Er waren ook over haar vage klachten binnengekomen en ze was inmiddels al bij de integriteitscommissie geweest. Dit ging niet goed aflopen, appte de D66’er me, maar nieuws bleef wekenlang – op een incidentje na – uit.
Tot zaterdag, toen NRC groots uitpakte met het nieuws dat D66 geplaagd wordt door een nieuwe integriteitskwestie. Drie oud-medewerkers van Rafaela hebben klachten over haar ingediend. Die zijn door de commissie gegrond verklaard. Rafaela herkent zich er niet in en vindt het onderzoek prut. Ondertussen blijkt ze al jaren ruzie te hebben met haar collega In ’t Veld. Dat was inmiddels geen verrassing meer. De grote vraag is: is er iets mis met Rafaela? Of met D66? Vier punten.
Uit het onderzoek van de integriteitscommissie kwam dat Rafaela zich te buiten ging aan ‘intimidatie, machtsmisbruik, pestgedrag en bedreiging’. Die klachten moeten volgens de D66-regels van leden of oud-leden komen. Eén klager voldoet daar niet aan. Waarom staat D66 dat toe? Waarom doet een integriteitscommissie ‘onafhankelijk’ onderzoek terwijl de partijvoorzitter zich er ondertussen mee bemoeit? Op de partijbijeenkomst van afgelopen zondag kon voorzitter Victor Everhardt deze vragen niet beantwoorden.
Dit komt bovenop het feit dat het rapport over Rafaela volgens D66 zelf uitdrukkelijk voor intern gebruik was. Het had nooit met NRC gedeeld mogen worden. Het rapport gaat over zware beschuldigingen die in NRC niet worden geconcretiseerd – welk machtsmisbruik precies? – want dat is kennelijk niet gelekt. Rafaela houdt er nog lang last van. Is het klagen én uitlekken niet gewoon een ordinaire wraakactie? We lezen dat de eerste klager – een ontslagen medewerker – andere oud-medewerkers expliciet wees op de klaagmogelijkheden.
Dat klinkt als een gezamenlijke actie ‘hoe nemen we Samira te grazen?’
Waarom zouden oud-medewerkers boos zijn? Bij D66 was gedoe over het personeel. De partij kromp in 2019 van vier naar twee Europarlementariërs. Er was toen personeel over. In NRC lezen we dat Rafaela eigen mensen wilde aannemen en In ’t Veld bestaand personeel wilde houden. Lees: In ‘t Veld zorgde voor baanzekerheid, Rafaela niet. Uiteindelijk ging Rafaela kennelijk door de knieën en behield een deel van het personeel van haar voorgangers.
Een onbegrijpelijke situatie, zo melden medewerkers van andere fracties. Europarlementariërs gaan sowieso over hun eigen personeel. Rafaela had destijds gewoon gelijk dat ze haar eigen team wilde samenstellen. Ook blijkt uit niets dat ze de klagende oud-medewerker niet had mogen ontslaan. Nu hebben haar oud-medewerkers zich als blok tegen haar gekeerd. Een van hen klaagt bij een commissie terwijl dat formeel niet eens mag. De partijvoorzitter vindt het goed.
Wat is Rafaela’s positie eigenlijk binnen D66? Door NRC weten velen nu van de ruzie tussen Rafaela en In ’t Veld. Weinig mensen weten hoe het zat in 2019. Sophie in ’t Veld – toen nog dikke maatjes met Rafaela – bezong publiekelijk de geneugten van diversiteit en committeerde zich bij een lijsttrekkersdebat aan een zeer diverse kandidatenlijst. Dat leverde een conceptlijst op met Nederlanders van kleur op de plekken twee en drie, precies zoals In ’t Veld wilde.
Toen vonden D66-mastodonten als Laurens-Jan Brinkhorst en Carla Pouw dat het te gek werd en riepen de leden op om Felix Klos – de roomblanke nummer vier – omhoog te stemmen ten koste van alle kleur. Dat mislukte, maar het was wel een mooi bewijs dat een deel van de D66-top niet op Rafaela zit te wachten. Helaas voor Brinkhorst en consorten: bij de echte verkiezingen werd Rafaela met voorkeursstemmen gekozen. Maar het kwaad was al geschied: haar positie stond voortaan onder druk.
Toen Rafaela in het Europees Parlement kwam, had ze nooit eerder een gekozen functie vervuld. Geen politiek niveau is zo ingewikkeld als het Europees Parlement en dan zat Rafaela ook nog in een wespennest waar ze geen enkele coaching of training kreeg. Eigenlijk prima voor D66, want dat vergrootte de kans dat Rafaela zou mislukken, om in 2024 alsnog te worden afgevoerd. Felix Klos kan als huidig woordvoerder van Sigrid Kaag nog steeds doorschuiven naar Brussel om het roer van In ’t Veld over te nemen.
Het lijsttrekkerschap is met deze voorgeschiedenis sowieso niet voor Rafaela weggelegd. Dat is raar, want ze blijkt een prima Europarlementariër. Ze wist al een belangrijk rapport op haar naam te schrijven. Dat doen andere nieuwkomers haar niet of nauwelijks na. Een redelijke zichtbaarheid en een fanbase onder de D66-jongeren doen de rest. Een jonge gekleurde vrouw die intelligent is, goed uit haar woorden komt en politiek succes behaalt? Je zou bijna denken dat D66 haar moet koesteren.
Of is ze te lastig? Misschien. Maar waarom wordt dat dan bij In ’t Veld al jaren geaccepteerd?
Lees ook van Chris Aalberts: