Update 10 juni 2022: persverklaring van GroenLinks-Statenlid Hicham Ismaili Alaoui.
De fracties GL, PVV, DENK, SP, JA21 en FvD van de Provinciale Staten Flevoland stellen aan Gedeputeerde Staten vragen over ‘discriminatie en ongewenste omgangsvormen’ bij sollicitatieprocedures ‘binnen het ambtelijk apparaat van de provincie’. Dit nadat ‘verontrustende signalen’ en klachten bij de fracties zouden zijn binnengekomen.
Volgens GroenLinks Statenlid Hicham Ismaili Alaoui zijn ze “niet zomaar over één nacht ijs gegaan” en is er ook “onderliggende documentatie”. Maar de inhoud van deze ‘verontrustende signalen’ of de ‘onderliggende documentatie’ wordt vooralsnog niet vrijgegeven.
Verder zegt Alaoui:
“Het is voor ons duidelijk dat het om een bestuurscultuur gaat. Hoe kijk je tegen de maatschappij aan? We hebben een sollicitatiecode bij de provincie. Die code geeft de norm aan voor een transparante en eerlijke werving- en selectieprocedure. We hebben niet voor niets vragen gesteld over het gebruik van deze code. En we willen weten of Gedeputeerde Staten überhaupt op de hoogte is van omgangsvormen die leiden tot uitsluiting of discriminatie of meldingen hiervan.”
Geen van de andere fracties wil verder iets toelichten tegenover Omroep Flevoland.
Merkwaardig genoeg heeft op Hicham Ismaili Alaoui na de gehele GroenLinksfractie in de PS Flevoland inmiddels afstand genomen van de beschuldigingen die Alaoui en vijf andere fracties uiten.
De fractieleider van GroenLinks Flevoland zegt tegen Omroep Flevoland dat “GroenLinks zich distantieert van de suggestieve toonzetting van deze vragen en van de aantijgingen in de media waarin onze partijnaam wordt gebruikt.”
Het zou slechts gaan om ‘één klacht over de sollicitatieprocedure’ die Alaoui persoonlijk ‘zeer geraakt heeft’. Dat was voor de fractie reden vragen te stellen aan Gedeputeerde Staten.
Maar in de media heeft Alaoui het over meerdere mensen die hebben geklaagd. Bovendien stoort het de GroenLinks-fractie dat Alaoui “het doet voorkomen alsof er sprake is van een angstcultuur en patroon van discriminatie, dat gaat ons te ver”.
De GroenLinks-fractie beraadt zich inmiddels op de positie van Alaoui.
1. Heeft het college van Gedeputeerde Staten kennisgenomen van handelswijzen die leiden tot uitsluiting en/of achterstelling van sollicitanten op basis van politieke gezindheid, burgerlijke staat, nationaliteit en/of godsdienst in het werving- en selectieproces van de Provincie Flevoland?
1.1. Zo ja, welke stappen en/of maatregelen heeft het college van Gedeputeerde Staten inmiddels ondernomen en in hoeverre zijn deze stappen toereikend naar het oordeel van college van Gedeputeerde Staten?
1.2. Zo nee, welke stappen gaat het college van Gedeputeerde Staten ondernemen?
2. Heeft het college van Gedeputeerde Staten kennisgenomen van signalen en/of meldingen van ongewenste omgangsvormen die leiden tot discriminatie en/of uitsluiting leiden binnen de organisatie?
2.1. Zo ja, om hoeveel signalen en/of meldingen gaat het en welke stappen en/of maatregelen zijn er door Gedeputeerde Staten ondernomen?
2.2. Zo nee, welke stappen gaat het college van Gedeputeerde Staten ondernemen?
3. In hoeverre is het college van Gedeputeerde Staten bekend met het ‘Wetsvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie’ dat momenteel wordt besproken in de Tweede Kamer?
4. Op welke wijze wordt ‘arbeidsdiscriminatie’ en ‘onwenselijk gedrag’ bestreden binnen het huidige coalitieakkoord?
5. In hoeverre zijn er functies binnen de ambtelijke organisaties waarbij de bij politieke voorkeur/opvattingen van een sollicitant en/of medewerker relevant zijn?
6. In hoeverre maakt de Provincie Flevoland gebruik van een sollicitatie- of gedragscode binnen het werving- en selectieproces?
6.1. Op welke manier is de uitvoering hiervan geborgd binnen de organisatie?
6.2. Op welke manier merken sollicitanten hier iets van?
6.3. Hoe ziet het proces van werving & selectie en in het bijzonder de
afwijzing eruit?
7. Welke trainingen, opleidingen en/of bijeenkomsten worden er gefaciliteerd op het gebied van ‘arbeidsdiscriminatie’ en ‘ongewenste omgangsvormen’ binnen de organisatie?
8. In hoeverre worden er medewerkerstevredenheidsonderzoeken gehouden onder medewerkers van de ambtelijke organisaties?
9. Waarom worden sollicitanten bij de Provincie Flevoland gevraagd naar wat hun opvatting is over politieke partijen die onderdeel uitmaken van de Provinciale Staten?
10. Is het college van Gedeputeerde Staten bereid om een extern onderzoek te laten doen naar de signalen van discriminatie en/of ongewenste omgangsvormen op de werkvloer?
