Om de zoveel tijd laait de discussie op over de vraag of het uitnodigingsbeleid van de talkshows niet een hemeltergende draaicarrousel is, waarbij steeds weer dezelfde praathoofden komen bovendrijven. Eigenlijk is deze discussie al min of meer doodgebloed volgens de lijn dat een talkshowgast nu eenmaal moet ‘leveren’ (ander woord voor: strak uit zijn of haar woorden komen en daarbij een goed punt maken) en er maar een select groepje Nederlanders is die tot dat ‘leveren’ in staat is. Met andere woorden, de verdediging van de carrousel luidt dat het een kwestie van overmacht is dat we steeds opnieuw diezelfde hoofden gepresenteerd krijgen. ‘Zoek er niks achter,’ is het impliciete verweer van de talkshowredacties. ‘Er zijn gewoon geen betere.’
Misschien hebben de talkshows ergens wel een punt, en is het een soort ‘natuurwet’ dat binnen elke partij, organisatie of type standpunt zich iemand naar voren dringt die het ’t beste kan overbrengen. Maar nu ik twee recente optredens van PvdA-er en Schiphol-baas Dick Benschop bij de NPO heb gezien, is het niet te missen dat er ook nog een andere mechanisme speelt bij de gezichtsbepalende talkshows: dat ze in het uiterste geval ook stuntelaars aan tafel uitnodigen mits ze maar een belangrijke functie vervullen in de gevestigde orde (Dick Benschop, dus) en dat ze die, in het geval die persoon van een betrouwbare politieke kleur is, er een flink handje bij helpen om diens boodschap niet al te amateuristisch te kunnen ‘leveren’.
Woensdag nam oude rot Charles Groenhuijsen het in Op1 op zich om zijn generatiegenoot Benschop door het mijnenveld van zijn eigen falen heen te loodsen. Het begon er al mee dat Benschop uitgebreid mocht trompetteren over het zojuist behaalde akkoord met de vakbonden, dat, beloofde de Schiphol-baas, het begin van het einde zou betekenen van alle stress en ellende op de luchthaven van de afgelopen weken. Benschop mocht het zonder weerwoord ook nog eens presenteren als zou dat akkoord in lijn zijn met beleid dat al was ingezet, terwijl elke eencellige begreep dat het een draai was die onder druk van de publieke opinie tot stand was gekomen.
Maar de operatie ‘Herstel-Imago-Dick-Benschop’ was nog lang niet afgelopen. Charles Groenhuijsen bracht, zeer waarschijnlijk met medeweten van de afdeling communicatie van Schiphol, ter sprake dat Benschop in zijn jonge jaren zelf ‘koffergooier’ was geweest, met andere woorden: alvorens Dick kon worden beschuldigd een afgedwaalde PvdA-er te zijn die gaandeweg zijn loopbaan naar het grootkapitaal was overgestapt en in die hoedanigheid arbeiders tot de laatste cent uitkneep, gaf Charles hem de kans zich te etaleren als een voorman die zelf ook wist hoe er vuile handen gemaakt moesten worden. Dick hakkelde wat over vergaderingen die hij wel eens onderbrak om een geel hesje aan te trekken en zich onder het personeel te begeven, en dit moest het gevoel bij de kijker verstevigen dat het hart van Dick nog steeds, ondanks de door hem gefaciliteerde concurrentiestrijd op Schiphol, op de juiste plek zat.
Daarna was Charles zelfs nog zo behulpzaam om te vragen of in de ruimhartige salarisverhoging die was afgesproken niet het ‘PvdA-hart’ van Benschop zichtbaar was (alsof hij dat niet allang verraden had). Overbodig te melden dat Benschop deze voorzet van Groenhuijsen dankbaar inkopte. De enige aan tafel die nog een beetje wakker was, luisterde naar de naam Thomas van Groningen die ‘de verantwoordingskwestie’ in het voorbije gesprek had gemist. Ja, was de reactie van Benschop, hij was verantwoordelijk, maar nee, hij vond het niet nodig om terug te treden. Einde gesprek.
Zo rollen de talkshows in Nederland.
Lees ook van Hans van Willigenburg: