Vorige week was er nog eens een goeie ouwe België – Nederland. Er zijn er in de loop van de geschiedenis ongeveer honderdvijftig geweest en aan een aantal ervan bewaar ik diverse herinneringen. Het doelpunt van Georges Grün! Het doelpunt van Philippe Albert! Het afgekeurde doelpunt van Jan Verheyen!
Eén van de confrontaties waarbij ik aanwezig was, betrof de vriendschappelijke wedstrijd in de Kuip, zo rond het jaar 2000, trouwens de eerste wedstrijd die Robert Waseige voor de Rode Duivels coachte en ik was medegereden in een supportersbus naar Rotterdam samen met ondermeer een meisje op wie ik een oogje had en ik zat naast haar en we babbelden honderduit en was er in die bus een bed aanwezig geweest dan waren we allicht naar bed gegaan, maar ja, het is altijd hetzelfde liedje: in een doorsnee bus is nooit een bed te vinden.
Het stadion was goed gevuld, ook met een paar duizend Belgen. Die zongen diverse liederen waaronder ‘Kluivert is een seksmachien!’, want het was in de periode dat Patrick Kluivert vaagweg beschuldigd werd van het lastigvallen van een vrouw en tevens had hij, in diezelfde periode, met z’n auto iemand doodgereden zodat de Belgen ook zongen: ‘Kluivert is een slecht chauffeur!’ Het zou achteraf een memorabele match blijken, want ze eindigde op een bijna nooit voorvallende 5 – 5. Tevreden gingen we naar de bus om de terugreis aan te vatten en ik zat weer naast het meisje, maar m’n toenaderingen waren, vergeleken met die tijdens de heenreis, zeer sterk afgenomen omdat het meisje op de een of andere manier was gaan stinken. Zo’n gore zweetlucht weet je wel, zo’n geur van een open riool, zo’n aroma van een wijf dat drie weken haar poes niet ingezeept heeft. Omdat ik moeilijk kon zeggen: ‘Je stinkt als de hel’, zei ik: ‘Ik heb er tijdens de wedstrijd ‘ns over na staan denken en ik vrees dat het niks kan worden tussen ons, mede omdat ik getrouwd ben en heel veel houd van m’n prachtige, lieve, intelligente, bloedmooie, geile echtgenote.’ Het meisje begon te snikken en ik ging ergens anders in de bus zitten, want de stank was waarlijk niet te harden.
Maar goed, dat is lang geleden en laten we even stilstaan bij de recente wedstrijd van vorige vrijdag. Alles wees in de richting van een Belgische overheersing, althans in de eerste twintig minuten tot de Nederlandse verdediger Nathan Aké besloot om de fantastische Belgische spits Romelu Lukaku onderuit te schoffelen en wel op zo’n manier dat Lukaku zich ernstig blesseerde aan de enkel en vervangen diende te worden. Die Nathan Aké is een nare, irritante, sadistische klootzak en als ik hem ooit tegenkom in een donker steegje, terwijl ik in het gezelschap ben van m’n vrienden van m’n motorbende, zullen we die Aké zodanig aanpakken dat hij nooit meer een bal zal zien, horen of voelen. Z’n carrière bij z’n club en bij Oranje zal definitief naar de vaantjes zijn. Tot een wrak zal hij verworden zijn, totaal afhankelijk van z’n rolstoel en voor de rest van z’n leven bang voor motorrijders, die à propos ook nog ‘ns geregeld de ruiten van z’n huis gaan ingooien met bakstenen.
Bedoel ik dat de ingreep van Aké op Lukaku de wedstrijd heeft doen kantelen? Ja, dat bedoel ik. Zonder Lukaku is België een renpaard met drie poten, een basketter van een meter veertig, een coureur op een fiets met vierkante wielen. Het was dan ook geen wonder dat Nederland vanaf Lukaku’s vervanging door een onbetekenende nitwit, de touwtjes in handen nam en tenslotte godbetert won met 1 – 4. Let op, ik kan het Oranje goed gunnen, want onze Nederlandse vrienden zijn tegenwoordig simpelweg het beste elftal ter wereld.
Lees ook van Herman Brusselmans: