Zelden was het PvdA-congres spannender dan deze zaterdag in Nieuwegein. In het NBC-congrescentrum praten de sociaaldemocraten over een fractiefusie met GroenLinks in de Eerste Kamer. Het is vrijwel zeker de opmaat naar een partijfusie en sommige aanwezigen refereren hier ook expliciet aan: het is een historisch weekend. Deze zaterdag stemmen niet alleen de PvdA-leden over deze samenwerking: ook de leden van GroenLinks doen dat. Rond de lunch komt de uitslag: beide partijen zijn voor.
De ingang van het PvdA-congres herinnert aan de opdringerigheid van de lobby voor de fusiepartij. Hier staan vertegenwoordigers van Rood-Groen, een gelegenheidsbeweging die luidruchtig campagne voert voor een samengaan. De activisten delen flyers uit met de tekst Samen sterker. De flyer bevat wat redenen voor linkse samenwerking plus wat stemadviezen. Ik maak een foto van het groepje activisten. Het komt me op een boze uithaal van voorman Frank van de Wolde te staan.
Die uithaal is raar, want Rood-Groen wilde tot dusver altijd zoveel mogelijk publiciteit. Het incidentje tekent de opgewonden sfeer: de lobby is al een tijdje bezig, maar zonder al te veel succes. Zo was Van de Wolde eerder kandidaat-partijvoorzitter met precies hetzelfde doel. Hij haalde het niet, maar gaf niet op: vandaag staat hij weer op het podium te schreeuwen. Hij krijgt zijn zin.
En nu? Een rondgang laat zien dat de fusie nog een hoop ellende gaat opleveren. Er zijn plekken waar de fusie van grote meerwaarde kan zijn: in kleine gemeenten waar beide partijen een minuscule omvang hebben. Maar leden uit Kampen en Wormerland melden dat PvdA en GroenLinks lokaal niet samenwerken omdat er persoonlijke en inhoudelijke tegenstellingen zijn. De Noordelijke provincies hebben er geen zin in, met de Friese PvdA’ers als meest uitgesproken tegenstanders. Er is geen begin van een idee hoe hiermee om te gaan.
In de grote steden is het ook al lastig. In Groningen heeft de toekomstige combinatie vijftien zetels. Een betrokkene durft niet te voorspellen dat de nieuwe partij bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen gaat groeien. Dat is namelijk onwaarschijnlijk: de tijd van grote volkspartijen is voorbij. De kans dat de fusiepartij terugvalt naar tien zetels is niet ondenkbeeldig. Opeens begrijpen we waarom concurrenten als Bij1, Denk, PvdD, SP en D66 dit weekend de champagne ontkurken. Binnenkort hebben ze een concurrent minder.
We horen de jongerenorganisatie voor de fusie pleiten en allerlei prominenten zijn ook voor, met Ad Melkert en Gerdi Verbeet als belangrijkste uitzonderingen. Vrijwel niemand noemt het grootste risico: dat de drang versplintering tegen te gaan juist leidt tot meer versplintering, bijvoorbeeld in gemeenten waar GroenLinks groot is, een eigen profiel en achterban heeft en de PvdA kleiner is. Of in gemeenten waar de fusie inbreekt op lokale koninkrijkjes en dus tot afsplitsingen gaat leiden.
Maar het is allemaal nog een beetje erger. Tegenstanders beschrijven het fusieproces als een fuik: de PvdA zet nu de eerste stap en kan straks niet meer terug. Als de PvdA op haar schreden zou terugkeren moet de gezamenlijke Eerste Kamerfractie immers weer worden gesplitst. Dat levert gezichtverlies op en vormt de doodsteek voor elke verdere samenwerking. Eigenlijk zeggen de tegenstanders: door te beginnen met de fusie kan de partij organisatorisch niet terug, al beweert het partijbestuur het omgekeerde.
Het probleem is net even anders. De fusie is niet zozeer een organisatorische, maar een inhoudelijke fuik. Deze ontneemt het zicht op een zelfstandige toekomst. Er zijn allerlei opties voor de PvdA, waaronder samenwerking met de SP of een immigratie-kritische koers als die van de Deense sociaaldemocraten, maar door Rood-Groen praat men nog maar over één optie, namelijk fusie met GroenLinks. Voor veel leden is dit de enig denkbare variant geworden. Dat veel leden de PvdA een sleets merk zijn gaan vinden, doet de rest.
Fusie-tegenstanders formuleren andere ideeën, maar hebben de strijd verloren. De Barendrechtse oud-wethouder Reshma Roopram is een voorbeeld. Ze voerde als kandidaat-partijvoorzitter campagne om meer aandacht voor sociaal-culturele thema’s. Het kost weinig moeite te begrijpen waarom ze tegen de fusie is: de nieuwe partij zal meer woke zijn dan de PvdA nu en staat ver af van elke vorm van kritiek op de multiculturele samenleving. Hoe weet de PvdA eigenlijk dat de achterban dat wil?
De PvdA wil een brede volkspartij zijn maar is in de praktijk een club goed verdienende hoogopgeleiden. Miljoenen mensen kunnen momenteel niet meer rondkomen, maar geen enkele aanwezige heeft daar persoonlijk last van. Het maakt de PvdA-pleidooien voor bestaanszekerheid nogal theoretisch. Op dit congres kan hooguit een enkeling de energierekening niet meer betalen. Het toont de enorme implosie van de sociaaldemocratie, die helemaal niet meer wordt gevoed door de mensen waar de partij voor zegt op te komen.
Rooprams kritische pleidooi voor sociaal-culturele thema’s past niet in een fusiepartij met GroenLinks. De nieuwe partij zal multiculti-vriendelijk zijn. Maar de voormalige PvdA-achterban in de oude wijken is zeker niet woke, want daar spelen wel degelijk multiculturele problemen. Ook Nederlanders van kleur klagen erover. Er is echter niemand bij de PvdA die zelf weleens dit soort problemen ervaart. Ze wonen allemaal ergens anders. Als de PvdA een divers ledenbestand had gehad, was de fusie ondenkbaar geweest.
Zo drijft de PvdA richting een ondoordachte samenvoeging in de hoop weer een brede volkspartij te worden. De fusiepartij zal vooral verder van de oorspronkelijke achterban afstaan. Daarnaast ontstaat niet meer eenheid, maar meer versplintering. GroenLinks-leden in de grote steden zullen hun koers niet willen matigen, omdat ze prima zonder de PvdA kunnen. PvdA’ers die multiculturele problemen willen adresseren, niet woke zijn of een beetje islam-kritisch, zullen binnen de nieuwe partij niet welkom zijn en vertrekken.
Misschien hadden de leden er toch wat langer over na moeten denken.
Lees ook van Chris Aalberts: