Fanatisme is de totale overgave aan een geloof dat kost wat kost moet overwinnen. Dit gaat samen met haat tegenover al diegenen die dat geloof niet aanhangen. De fanaticus is niet vatbaar voor redelijkheid en argumenten. Hij denkt dat hij de ultieme waarheid bezit. Hij wil er zijn leven voor geven.
Er zijn vier vormen van fanatisme: nationalisme, racisme, een totalitaire ideologie en religieus fanatisme. Deze vier vormen zijn overdrijvingen van natuurlijke, vaak nobele gevoelens.
Nationalisme bijvoorbeeld is een gehecht zijn aan de geboortegrond en aan de mensen met wie men samenleeft. Dit kan leiden tot vaderlandsliefde. Nationalisme perverteert in fanatisme door al wat vreemd is als vijandig te zien en door alle vermenging van nationaliteiten te bestrijden.
Racisme is de perversie van het legitiem gevoel van trots op de groep waartoe men behoort en wanneer men denkt erfgenaam te zijn van een gemeenschappelijke cultuur. Dit kan perverteren in een superioriteitsgevoel en afkeer van zogenaamd inferieure rassen.
Een totalitaire ideologie, zoals het communisme, vertrekt van het nobele idee van sociale rechtvaardigheid en broederlijkheid. De geschiedenis heeft geleerd tot welke massamoord de klassenstrijd kan leiden.
Bij religieus fanatisme leidt het religieus verlangen naar haat tegenover de ongelovigen.
Zolang groepen mensen niet met elkaar in interactie treden, maakt het niets uit of men zich superieur voelt of zijn geloof als het ene ware ziet. Pas als er vermenging optreedt, ontstaan conflicten en leidt fanatisme tot een bloedige strijd. In bijbelse termen: God heeft de mensheid voor dat gevaar behoed door het project van de toren van Babel in spraakverwarring te laten eindigen. Het particuliere overwon het universele.
In deze tijd is de globalisatie de nieuwe toren van Babel met als ideaal dat alle mensen dezelfde taal spreken en hetzelfde denken en zeggen. Dit wordt ook het politiek correcte denken genoemd. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens promoot eveneens het universele. Dit ultieme ideaal verblindt ons voor de gevaren.
Universalisme, met de globalisatie als actueel voorbeeld, houdt het risico in van totalitarisme. Het uiteindelijk doel is een wereldregering, een mondiale economie, steeds grotere unies en economisch-administratieve structuren met een mondiaal bereik. Doordat het eigene wordt onderdrukt, ontstaan bewegingen om grotere politieke eenheden te doen springen.
De Sovjetunie is uiteengevallen. Groot-Brittanië dreigde opgesplitst te worden. De Europese Unie is in gevaar. De huidige tendensen kunnen fanatieke bewegingen worden omdat de mensen verlangen naar een eigen thuis, een zelfde religie of naar leven in een eigen etnische groep. Etnische zuiveringen hebben ondertussen al plaatsgevonden, onder andere in de Balkanlanden en eveneens in het Midden-Oosten waar de christenen nagenoeg zijn verdreven.
Een cruciale vraag voor behoud van de vrede is wat er in de plaats moet komen van de huidige toren van Babel of hoe we kunnen voorkomen dat globalisatie leidt tot meer en meer fanatieke bewegingen. Wij kunnen dit het best illustreren met het fanatisme onder de moslims.
Fanatisme is niet erfelijk. Het is het product van economisch-politieke omstandigheden en persoonlijke ervaringen. Een gevaarlijke fanatieke beweging ontwikkelt zich niet in een welvarende samenleving met niet al te veel ongelijkheid.
De Franse psychiater Gérard Haddad ziet fanatisme als een ziekte van het narcisme. Arabieren bijvoorbeeld slagen er niet in bij de elite te behoren. De olierijkdom heeft niet geleid tot excellente wetenschappelijke of culturele prestaties in de Arabische wereld. Het Arabische volk lijdt telkens weer nederlagen tegen een minuscuul land als Israël. Vandaar een pijnlijke zelfhaat en de wil terug te keren naar het oorspronkelijke kalifaat.
De moslims in Europa voelen zich vernederd en gediscrimineerd. Ze hebben het gevoel vervolgd te worden. Bij hen heeft de boodschap tot een superieure cultuur te behoren met een religie die de absolute waarheid bevat en de wereld zal overheersen, een enorme aantrekkingskracht. Het zijn vooral ongeletterden en zwakke persoonlijkheden die genieten van hun religieus fanatisme, want alle andere kennis is nutteloos, cultuur is overbodig en boeken zijn vervelend.
De zekerheid de absolute waarheid te bezitten is het voetstuk van elk fanatisme. Als de feiten dit tegenspreken, dan ziet de fanaticus dit slechts als voortekenen van het nakende doel. De crisis van het kapitalisme is een welkome bevestiging van hun gelijk.
Ook complottheorieën doen het goed in deze kringen, waarbij de joden als bron van alle kwaad worden gezien. Haddad zegt hierover:
“De complottheorie die berust op de ontkenning, heeft tot gevolg dat de fanatieke groep zich isoleert van de rest van de mensheid, waarbij elke dialoog, uitwisseling en argumentatie onmogelijk worden en vervangen worden door wantrouwen en haat tegen de vermeende complotplegers.”
Argumentatie en kennis zullen de fanaticus niet veranderen. Het gaat niet om een gebrek aan kennis, maar om de waarden die de fanaticus aanhangt. Dit is ook de reden waarom de vooruitgang van de wetenschap fanatieke bewegingen niet heeft kunnen belemmeren. Het meest tragische voorbeeld hiervan was de opkomst van het nationaal-socialisme. De wetenschap biedt geen waarden en geen moreel fundament. De intenties van de mensen vloeien niet voort uit hun kennis, maar uit hun verlangens. Dit is de reden waarom morele principes niet beargumenteerd kunnen worden.
De strijd moet vooral op politiek en economisch vlak worden gevoerd, tegen het onrecht en de corruptie. Dit is echter een werk van lange adem. Ondertussen zijn de fanatici moeilijk of niet te veranderen. Dank zij de groep kan de fanaticus met zijn gekte leven, want in zijn groep is dit ’normaal’.
Moslims noemen elkaar broeders en toch moorden ze elkaar uit. Een van hun fanatieke bewegingen is de moslimbroederschap. Hier kan de bijbelse wijsheid opnieuw veel leren: vanaf het begin was er sprake van broedermoord (Kaïn en Abel) en de strijd en rivaliteit tussen broeders is een vaak terugkerend thema (Esau en Jacob, Jozef en zijn broers). De oplossing van een conflict zonder uitweg ligt in de vergeving. Jozef heeft zijn broeders vergeven. In onze tijd heeft Mandela hiervan het perfecte voorbeeld gegeven. De mensheid kan slechts overleven door elkaar telkens weer te vergeven.
De strijd tussen broeders wordt bedwongen door de autoriteit van de vader. Uit liefde voor de vader heb ik ook mijn broeder lief. Het probleem is dat in onze tijd de vaderfiguur aan kracht heeft verloren.
De uiteindelijke oplossing van het fanatisme van onze tijd ligt in een herstel van de autoriteit. De Europese Unie mist helaas het gezag. In het gezin, op school, in de sociale instituties, in de landelijke en Europese politiek hebben we leiders nodig die voldoende gezag uitstralen om de mensen, jong en oud, te inspireren voor liefde voor elkaar. Slechts een sterk en rechtvaardig gezag kan de haat overwinnen.