Opinie

Ongecontroleerde migratie maakt landen onbestuurbaar

10-06-2018 16:37

STEUNT DR. SID LUKKASSEN EN DONEER

De meest prikkelende én existentiële kwestie van onze tijd is ongetwijfeld de massamigratie. Volksverhuizingen zoals de afgelopen jaren in gang gezet, zijn niet voorgekomen sinds de val van het Romeinse Rijk. Hoog tijd om dit onderwerp te belichten vanuit twee perspectieven: dat van de Hongaarse president Viktor Orbán en het Nederlandse Kamerlid Daniël Koerhuis.

Waar Orbán de EU-opvatting tart door een realistisch migratiebeleid te voeren, loopt Koerhuis te hoop tegen wat hij noemt het “linkse tuig” dat woningen kraakt. De Kamer heeft zijn motie aangenomen om dit te stoppen: de bestuurlijke elite houdt echter het tuig de hand boven het hoofd en weigert hen uit te zetten. Koerhuis bekritiseert de “linkse bestuurders”.

CDA maakt ruzie met Orbán

Ondertussen zit het CDA flink in de maag met Orbán. Om in good standing te blijven binnen precies die linkse bestuurscultuur, moet het CDA uiteraard Orbán afwijzen: een resolutie van deze strekking is aangenomen tijdens een partijcongres. Maar stiekem is de CDA-achterban het feitelijk met Orbán eens. De CDA-achterban zit er immers niet op te wachten dat Europa verandert in Afrika met Europese decorstukken – zij herkennen in Orbán een politicus die hierover realistisch is. Sybrand Buma kan dit publiekelijk niet toegeven maar weet dat dit klopt.

Waar het om realisme gaat, kunnen wij niet buiten de filosofie van Niccolò Machiavelli: geestelijk vader van de realpolitik. Hij stelt in De heerser: “Velen hebben zich ideale politieke systemen uitgedacht, die in werkelijkheid nooit hebben bestaan. Wie iets wil schrijven dat praktisch én uitvoerbaar is, moet dergelijke constructen terzijde schuiven.” Vandaag betekent dit: Orbán is dan misschien niet perfect – zelf zou ik klassiek liberale nuances aan zijn beleid willen toevoegen – but he’s all we have.

Dit wil zeggen dat er geen Europese Trump of een ‘rechtse’ Soros is. De enige keuze die we hebben, is dus óf Orbán óf Soros. Want Soros geeft veel geld aan linksliberale projecten.

Vergeefse hoop op een ‘rechtse’ Soros

Zie als bewijs het lot van Joshua Livestro: hij was tot voor kort knetter-rechts. Waar het hele maatschappelijk middenveld is verlinkst, kan een ‘rechtse’ publicist nu eenmaal niet overleven. Sommigen gaan de Kamer in – anderen bedelen bij Soros en ‘bekeren’ zich.

Daarom is Trump een goed voorbeeld: normaal had Trump met zijn rechtse opvatting over soevereiniteit nooit media-aandacht gekregen. Omdat hij miljardair is, genoot hij het unieke voordeel dat hij zijn eigen media-aandacht kon kopen. Gezien de meeste miljardairs echter globale belangen hebben, kijken zij wel uit om steun te geven aan critici van het globalisme.

Kijkend naar de realiteit waarmee we het te stellen hebben, is de keuze snel gemaakt. Het is enigszins ‘de strop of de kolen’ – dan maar beter wat meer restricties in een land dat tenminste nog op Europa lijkt, dan een ‘Eurabia’ dat sowieso een oriëntaalse politiestaat wordt. Over deze kwestie debatteerde ik recent met de Vlaamse scepticus Maarten Boudry en de islamcriticus Wim van Rooy. Tegen deze achtergrond van merkbare cultuurveranderingen is Orbán het laatste bastion en dus hebben we het met hem te doen. Punt uit.

Hoe billijk is de CDA-kritiek?

Is de kritiek van het CDA-congres wel terecht, dat Orbàn zo repressief zou zijn? Er is de levendige herinnering aan wat de CDA’ers Piet Hein Donner en Ernst Hirsch Ballin verkondigen in de nasleep van de moord op Theo van Gogh. Zij wilden het beledigen van godsdiensten strenger kunnen vervolgen, om zo “minderheden te beschermen”. Wat natuurlijk het begin is van zo’n politiestaat: de overheid moet dan met censuur en repressie de verschillende bevolkingsgroepen uit elkaar houden, omdat bij de minste belediging de vlam in de pan kan slaan.

Levenslust en Doodsdrift gaat verder nog in op een voorstel van de partij, namelijk om te kijken of columnisten kunnen worden beboet. Hierbij past ook het debat met het CDA-Kamerlid Martijn van Helvert over mijn proefschrift bij BNR: hij zei dat het no platformen van kritische stemmen een aanvaardbaar middel is om de harmonie te bewaren. Dit alles opgeteld is de kritiek van het CDA op Orbán dus onterecht.

De strijd van Koerhuis

Daniël Koerhuis zal de migratie – en de vrijheid om daar kritiek op te geven – heel anders zien dan de zojuist genoemde politici. Toch bevestigt zijn relaas precies de reflecties van mijn proefschrift: namelijk dat zowel de bestuurlijke slagkracht als de morele autoriteit van het parlement, in ernstig verval zijn.

De politieke versplintering en het feit dat alleen de fractievoorzitters van ‘grote’ partijen nog inzicht krijgen in de meest precaire veiligheidsdossiers, zijn tekenen aan de wand. Het Kamerlidmaatschap is een juniorfunctie geworden en volksvertegenwoordigers zijn door minister Ollongren al op meerdere dossiers afgewimpeld. Koerhuis wordt bijna rood van woede omdat er niks met zijn aangenomen motie gebeurt. “Wat gaat u nu doen dan?” vraagt een journalist. “Ik heb gedaan wat ik moet doen!” zegt Koerhuis fel. “Ik ben volksvertegenwoordiger en geen uitvoerder. Nu moet dit linkse tuig het land uit!”

Pijnlijke machteloosheid

Zijn gemeende woorden maken pijnlijk duidelijk: de Tweede Kamer heeft minder te zeggen in dit land. Allerlei instituties spelen eigen spelletjes en werken langs elkaar heen. ‘Links’ heeft via ambtenaren en juristen alsnog de macht, al zou de hele Kamer volzitten met VVD’ers. Het Generaal Pardon (uitgevaardigd onder Balkenende) heeft het al jaren geleden verboden om asielzoekers op eigen houtje op te vangen. Het parlement staat machteloos.

Een beroep op de eeuwenoude bestuurlijke zelfstandigheid van gemeenten is – waar het aankomt op migratie – totaal geen argument. Destijds was er een andere mediadynamiek en ook de transportmiddelen waren ouderwets. Mediastunts, zoals illegalen die nu het pand overspoelen van een VVD’er die de linkse burgemeester Van Aartsen daarvoor verantwoordelijk houdt, waren destijds onmogelijk. Sowieso zijn moties niet aan de grondwet te toetsen en dus zou het politiek primaat liggen bij het parlement. De maatschappelijke orde valt uiteen als men migratie niet centraal regelt. Lieden die eenmaal binnen zijn, blijven rondgaan en dat schept bestuurlijke anarchie.

Bouw een kerk!

Ondanks de illusie van centralisatie zit Nederland beleidsmatig en bestuurlijk nog in het verzuilde stelsel. Dus wees consequent en bouw een zuil voor soevereine realisten. Want nu het maatschappelijk middenveld door ‘linkse’ advocaten en activistische ambtenaren is overgenomen, staat de politiek machteloos. De verontwaardiging van Koerhuis toont dat de wet en de instituties geen gezag meer hebben en dat de morele statuur van de wetten is vervlogen. De ‘Nieuwe Kerk’ is het levensbeschouwelijke huis dat die moraliteit kan herstellen.

Zodoende leidt de vergelijking tussen Koerhuis en Orbán tot de volgende conclusies:

 

  1. Om zonder burgeroorlog in een land te kunnen samenleven, moet er een Leitkultur zijn.
  2. Ongereguleerde migratie maakt die leidende cultuur kapot: dit betekent normverval en chaos.
  3. Instituties werken mee aan dit kapotmaken – als gevolg daarvan kunnen zij als losgeslagen eilandjes nog meer een eigen gang gaan.
  4. Politici die dit aankaarten, verdienen morele steun.

Tot slot

Als het puntje bij het paaltje komt, kunnen onze volksvertegenwoordigers niet meer doen dan anderen ‘oproepen’ om eindelijk eens hun plichten te vervullen. Toch heeft een politicus nu de moed opgebracht om in gewone mensentaal te verwoorden hoe die bestuurlijke eilandjes een eigen ‘lange mars door de instituties’ voeren en daarbij het parlement botweg negeren. Die eerlijkheid zal ik altijd verdedigen tegen allerlei deugers die het Kamerlid terug in zijn hok willen. En ondertussen werk ik aan een project om deze perverse dynamieken blijvend te kunnen belichten – steun dit project. En kom langs.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens