In het Reformatorisch Dagblad beschreef Jan Schippers wat hij noemt ‘seculier selfisme’. Hij is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het wetenschappelijk instituut voor de SGP. Schippers bekritiseert “de cultus van het zelfbepalende en onbegrensde ik”. Ook geeft hij weer wat volgens hem de centrale levensvisie is van de seculiere selfist: “Als je alles kunt doen wat je leuk vindt en pijn vermijdt, bereik je het volmaakte geluk.” De column behandelt de lezing van Peter Hitchens over een ‘opstand tegen God’ – waarnaar ik eerder verwees in een eigen artikel. Daarin beargumenteerde ik waarom God niet noodzakelijk is als draagsteen voor de moraal.
Allereerst merk ik op dat wat Schippers beschrijft als een onbegrensde zelfbepaling, meer resoneert met Nietzsche, terwijl het tweede punt overeenstemt met de geluksethiek van Jeremy Bentham en John Stuart Mill: zo veel mogelijk geluk voor een zo groot mogelijk aantal mensen. Nietzsche zelf zag deze geluksethiek als een doctrine voor kinderen en eigenlijk voor massa’s en schapen. Want wie volwassen wordt kan er niet omheen dat ook pijn en lijden bij het leven horen. Nietzsche, die iedere christelijke moraal verwerpt, stelt: wie iemand liefheeft, wenst hem of haar lijden toe, want het lijden maakt ons sterker. Zodoende verwerpt het stormachtige genie achter de meestermoraal het massaverlangen naar een kalm voortkabbelend geluk. Het échte leven – dat leven dat bij uitstek menselijk is – vindt plaats in de pieken én de dalen.
Los van dit canonieke punt klopt Schippers’ diagnose überhaupt niet. Ja, er is een ernstig probleem met sociale cohesie in West-Europa en het lukt ons niet om minderheden – met name moslims – voor onze cultuur te winnen. Deze malaise toont zich ook internationaal, omdat Europa zich enkel lijkt te verzwakken door in het tijdperk Trump/Poetin/Erdogan/Xi Jinping nog in te zetten op de verspreiding en verdieping van ‘universele’ mensenrechten. Dit alles zette ik reeds in 2015 uiteen in Avondland en Identiteit: de genotzucht als leefstijl is eerder een coping mechanism, een poging om met vluchtige pleziertjes een gebrek aan culturele weerbaarheid op te vangen.
Eenzelfde opkomst-ondergang patroon was te zien in het heidense Rome, dus het leeglopen van de kerken is hier niet de oorzaak van. Het is eerder zo dat het christelijke ethos van ‘de andere wang toekeren, niet oordelen, de tweede mijl gaan en bidden voor zij die u vervolgen’, dit verval heeft versneld. Zie hierover niet alleen Nietzsche (De Antichrist) maar ook Edward Gibbon (The History of the Decline and Fall of the Roman Empire). De marxistische strategie om slachtoffers op de voorgrond te stellen is geworteld in de christelijke obsessie met het heilige offer en het ‘de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten’.
Terug naar de tekst van Schippers, die “de cultus van het zelfbepalende en onbegrensde ik” ziet als oorzaak van het West-Europees verval. In de praktijk kun je mensen bijna niet overhalen om volledig intrinsiek validerend te zijn. Als je ze in een positie brengt waar ze kunnen zondigen zonder iemand pijn te doen, dan vallen velen terug op cliché’s die er zijn ingehamerd door de groep. Juist die ingesleten kuddemoraal maakt mensen zo laf en slaafs aan het bestel, en staat dus een genezing van de toestand in de weg. Het is zoals niemand minder dan Kanye West onlangs zei: “Alleen vrij denken en onafhankelijk oordelen, kunnen de ketens doorbreken waarmee wij aan onze meesters gekluisterd zijn.”
Die onstuimige levensfelheid die Nietzsche bewondert is zo vreemd aan de Nederlander; sowieso aan de West-Europeaan:
“Noord-Europeanen sluiten saaie, liefdeloze huwelijken, maar laten zich wel voorstaan op hun soberheid en trouw. Tegelijk zijn ze gefascineerd door de naakte, sensuele en onbekommerde heidenen, die ze steeds weer afbeelden in werken die verwijzen naar de Oudheid. De passies die de ongeremde vrouwelijke seksualiteit losmaakt staan dus tegenover de vooruitgang, de beschaving en de intellectuele masculiniteit zoals gebundeld in de Noord-Europese volksgeest. Het was maar goed dat de herinneringen aan Helena, Aphrodite en Kalypso onder de ruïnes van Pompeï waren bedolven.” (Avondland en Identiteit, p. 208)
De trieste conclusie is: de postmoderne westerling heeft niet eens genoeg levensfelheid om zichzelf op meeslepende wijze te gronde te richten!
Intrinsieke validatie betekent dat er geen spijt is voor iemand die in het reine leeft met zijn eigen waarden, hooguit inschattingsfouten gebaseerd op onvolledige kennis. Maar héél weinig mensen zetten consequent het ik, het ‘selfisme’ in het centrum en leven zoals Nietzsche of Ayn Rand. Niemand zegt consequent zoals Iwan Karamazov: “Als God niet bestaat, is alles geoorloofd!” Bestonden deze mensen maar! Ze zouden beslist interessanter zijn dan de politiek-correcte deugers die vandaag West-Europa bevolken! Politiek correct in hun meningen, opportunistisch in hun vriendschappen.
Waren ze dan tenminste consequent in hun zelfzucht – dan was er nog iets schitterends aan, iets extravagants. Zoals er iets schitterends is aan een hedonistische prins die een gekostumeerd paleisbal organiseert waar de bezoekers op elkaar beginnen in te hakken. Maar, het is zoals Machiavelli schreef: de meeste mensen zijn veel te laf om óf consequent goedaardig, óf consequent kwaadaardig te zijn. Nee, voor de massamens geldt dat hij publiekelijk altruïsme versmelt met persoonlijk kapitalisme.
Het gebeurt toch zelden dat mensen ontwrichtende daden plegen omdat ze denken dat God niet bestaat of omdat de moraal niet bestaat? Als misdaden uit die overtuiging werden gepleegd, dan zouden het majestueuze misdaden zijn. Misdaden die ergens nog bewondering konden opwekken vanuit hun visionaire en consequente opbouw. Maar de praktijk is dat misdaden plaatsvinden doordat luie en talentloze mensen een quick fix zoeken en het lamlendige systeem niet in staat is hen daarvan af te brengen. Zet het aantal christelijke gevangenen in de VS en moslimgevangenen in de EU maar eens af tegen het aantal atheïstische gevangenen!
Hun misdaden zijn niet consequent geregistreerd vanuit een grondgedachte en lopen klungelig af. De Nietzscheaanse misdadigers zouden tenminste echte schurken zijn – lieden waarmee we nog met een zeker ontzag de strijd kunnen aanbinden, in plaats van de high school dropouts die elkaar in de hoofdstad met machinegeweren wegblazen omdat ze een acteercarrière hebben gemist.
Nee, het menselijk bestaan is een breed spectrum, en dat spectrum omvat ook het lijden. De moderne mens is hedonist, niet uit overtuiging, maar uit gemakszucht. Hij of zij durft nauwelijks een slippertje te maken, want teveel gedoe. Zo gedomesticeerd is die “seculiere selfist”, die volgens SGP’er Schippers op het punt staat een “absolute machtsgreep” te doen.
Hoe haaks staat het secularisme zoals hij het presenteert, op een werkelijk doorleefd humanisme! Een humanisme met levensfelheid! Hartstocht hoort erbij maar ook het lijden: je wordt verliefd op een partner die niet jouw partner is – dat brengt lijden met zich mee en hartepijn, maar ook die emoties verdiepen ons bestaan en laten ons ten volle mens zijn. Mens-zijn is een spectrum met hoge pieken en diepe dalen. De selfist echter is absoluut niet Nietzscheaans bezig met het verkennen van die reikwijdte: die kiest enkel de weg van de minste weerstand – hij is in die zin de totale stroman.
Maar ik wil Schippers niet bekritiseren door me achter Nietzsche te verschuilen – ik wil zélf ingaan op de vraag: ‘Wat is geluk?’. Geluk is een gewaarwording die men bereikt door een doel te stellen dat raakt aan iets van een grotere en hogere betekenis dan het zelf en zijn vluchtige pleziertjes: door een talent aan te scherpen en dat in te zetten ten gunste van dat doel.
Gaandeweg, naarmate u deze taak beter in de vingers krijgt, zal u zich dan gelukkig voelen. Want u kunt uw eigen kracht op waarde schatten: u voelt zich gewaardeerd en op uw plek. De huidige maatschappij ziet geluk als iets waarnaar moet worden toegewerkt, als iets dat kan worden gekocht als er eenmaal voldoende is geaccumuleerd. Zoals de kapitalist die nu eindelijk dat buitenhuis kan laten bouwen zodat zijn verwende echtgenote in de serre kan brunchen met de andere verwende vrouwen uit het dorp. Met geluk heeft dat niets te maken. Geluk is een bijproduct van a life well lived. Geluk is alles wat sterker maakt; ongeluk is alles dat verzwakt.
Om levensfelheid op te wekken, mag tot slot dit citaat uit Levenslust en Doodsdrift niet ontbreken:
“Laat de opflakkerende ziel van de tiran los – waardeer de regenbloogkleurige gloed van zijn felle begeerten als esthetisch fenomeen. The star that burns twice as bright, burns half as long – tenminste hebben we dan een spektakel. Beter één dag te leven als een leeuw, dan vele jaren als een lam.” (p. 274)