Kamerlid Maarten Groothuizen (D66) ontvouwde in De Telegraaf zijn visie op de toekomst van de rechtstaat. Dat omvat het plan om allochtonen dichter te betrekken bij de magistratuur:
“Rechters zijn nu ook nog bijna allemaal blank en autochtoon. Dat maakt het voor hen moeilijker zich in mensen met een migratie-achtergrond te verplaatsen. En die vinden het op hun beurt moeilijker dan anderen om de rechter te vertrouwen. Dat moet anders, vindt Groothuizen. Hij wil dat rechtbanken voortaan minder door een ouderwetse bril naar sollicitanten kijken. Dan zou een talentvol meisje van Marokkaanse afkomst, dat misschien een dunner cv heeft omdat haar familie zwaar op haar leunt, meer kans maken.”
Allereerst even de onzin van deze bewering uitfilteren. Dat betreft ten eerste het deel over “een dunner cv”. Sinds de invoering van de participatiemaatschappij moeten ook Nederlandse kinderen flink bijzetten in het huishouden, als het gaat om het verzorgen van gezinsleden. D66 heeft kennelijk die briefing gemist. Het cliché van D66 als partij voor welgestelde kosmopolieten is niet ontweken.
Vervolgens is deze opmerking natuurlijk puur giftige identiteitspolitiek: “Dat maakt het voor hen moeilijker zich in mensen met een migratie-achtergrond te verplaatsen.” Wat een belediging voor alle professionals die dit land rijk is! Een allochtone leraar kan zich niet verplaatsen in een autochtone leerling? Een autochtone psycholoog niet in een allochtone patiënt? Laten we de samenleving dan maar opdoeken! We kunnen ons toch met elkaar verbinden op grond van ons mens-zijn? Dat is immers de premisse van de Verlichting en van de rechtspraak die daarop is gebaseerd. Of geeft Groothuizen hier stiekem toe dat er andere loyaliteiten zijn, die tussen de allochtone medeburger en de Nederlandse rechtstaat instaan? Zoals bijvoorbeeld de loyaliteit naar de islam?
Allochtonen begrijpen vaak hoe andere allochtonen denken en snappen dus ook dat de Westerse benadering van strafoplegging vaak weinig effectief is. Gevoelens van eer en schaamte naar de eigen gemeenschap wegen dikwijls zwaarder dan persoonlijke verantwoording, schuldgevoel en individuele aansprakelijkheid. Er zijn zeker migranten die Nederland graag in de positie van rechter zou zien. Een allochtone dame is op stap met een blanke man, gewoon als vrienden. Vervolgens hoort ze andere allochtonen over hen in het Arabisch: “Deze hoer is zonder schaamte en geeft zich weg aan een onbesneden penis.” Inclusief klodders spuug op de grond. Zo’n dame kent het klappen van de zweep en zien we graag in de toga!
Zodoende is er zeker veel te zeggen voor rechters van allochtone afkomst. Zodat minder het beeld heerst: het recht is van de blanke machthebber, die de niet-blanke straft.
Dit doet denken aan een discussie die ik voerde met een zwarte man. Hij ging helemaal los omdat hij meende dat de politie vaker zwarte mensen zou aanhouden om hen te controleren.
Ik vroeg: “Maar wat nu als de politie uit ervaring weet dat ze dan vaker iets ontdekken?”
“Dat zal vast! Maar dan nog is het racistisch!” antwoordde hij.
“Maar jij hebt er als lid van deze rechtstaat toch belang bij dat zij worden gecorrigeerd als ze dingen doen die niet in de haak zijn? Als zo iemand van de weg wordt gehaald ben jij toch ook veiliger? Is die investering in jouw veiligheid dan ook racistisch?”
“Euh…”
Plots draaide het plaatje om. Het was nu niet ‘de blanke onderdrukker die hem wil controleren als lid van de zwarte gemeenschap’, maar: hij heeft er als Nederlands staatsburger belang bij dat misdrijven aan het licht komen. Precies zo onderstreept de allochtone rechter dat de allochtoon eerst lid is van het Nederlandse burgerschap met bijbehorende rechten en plichten, en pas op de tweede plek behoort tot de allochtone gemeenschap met de daar geldende waarden en normen. Rechters van allochtone afkomst kunnen bijdragen aan de versterking van dit denkraam.
Het is bekend dat de sociale cohesie binnen migrantengemeenschappen vaak sterker is dan die van autochtone gemeenschappen (sommige blanke christelijke dorpen daargelaten). Dit is wel iets wat moet worden meegenomen bij het aanstellen van allochtone rechters. Ik zal nooit de Turk vergeten die vertelde: “Ik wil graag een onderneming beginnen. Maar dan niet in Nederland. Want hier ken ik teveel Turken – die verwachten van mij dat ze uit saamhorigheid dingen met korting krijgen of zelfs gratis. Als ik daaraan niet meewerk dan krijg ik het later te horen.”
‘Infiltratie’ is een risico dat per geval zorgvuldig moet worden bekeken. Verder: interessant plan!
Kom allemaal naar de Café Avond op 2 september in Rotterdam. Meerdere mensen die verbonden zijn aan het project ‘De Nieuwe Kerk’ zullen aanwezig zijn. Paul Cliteur zal spreken over Pim Fortuyn en, als geestelijk vader van het project, over het boek Cultuurmarxisme. Daarna zal Jesper Jansen, zowel redacteur als mede-auteur van het boek, één en ander vertellen over cultuurmarxisme in de praktijk, zijn eigen bijdrage aan de bundel en zijn persoonlijke ervaringen met media-framing.