Lodewijk Asscher kan in Buitenhof van 30 september niet nalaten nog even terug te komen op minister Bloks uitspraak over “het genetische onvermogen om met andere mensen om met andere mensen om te gaan.” Die uitspraak vindt Asscher heel erg verkeerd. Ik denk dat de PvdA vooral verheugd is dat de VVD zich bekeerd heeft tot het van oudsher linkse dogma van de naar wens kneedbare mens. De VVD raakt hiermee op zijn minst één van haar belangrijkste liberale veren kwijt.
De wijze waarop minister Blok de mond is gesnoerd naar aanleiding van diens uitspraken tijdens bijeenkomst met Nederlanders die werkzaam zijn bij internationale organisaties, is te zien als een politiek correcte bezwering om terechte kritiek op de multiculturele samenleving onbespreekbaar te maken. Op de avond na het debat in Nieuwsuur van 5 september vreest ook VVD’er Mark Verheijen dat door de berisping van Blok het komende coalitiejaren niet meer over problemen met de multiculturele samenleving zal gaan.
Velen zagen Klaas Dijkhofs voorstel tijdens de algemene beschouwingen om bepaalde misdrijven in bepaalde wijken begaan, strenger te bestraffen, als een manoeuvre om af te leiden van het kabinetsvoorstel tot afschaffing van de dividendbelasting. Puur inhoudelijk gezien, is het veeleer te interpreteren als een reactie op de afgedwongen knieval van Blok. De VVD houdt zo de discussie over de multiculturele samenleving gaande. Tegelijk laat de VVD zien dat ze zich wél inspant om de multiculturele samenleving tot een succes te maken.
In die uitzending van Nieuwsuur na het debat, zit behalve Verheijen ook Arend Jan Boekestijn, eveneens VVD’er. Boekestijn laat al snel zijn ware Orwelliaanse gezicht. Wat hem betreft mag één term niet gebruikt worden in een debat over multiculturalisme: de term genetica moet “in de vuilnisbak,” dan wel “zo diep mogelijk worden begraven.” Dit omdat het begrip “allerlei duistere connotaties” heeft, waarmee ongetwijfeld gedoeld is op het nazisme met haar racistische denkbeelden. Dat genetica vandaag de dag allerminst als achterhaalde wetenschap geldt, vergeet Boekestijn gemakshalve. Met de ontwikkeling van de genetica begrijpen wetenschappers steeds beter hoe DNA invloed heeft op ons gedragsrepertoire, waaronder ook onze sociale gedragingen. Vasthouden aan connotaties uit een duister verleden, en dan de naoorlogse genetica op basis van deze verouderde connotaties tot een voor de politiek verboden terrein buitensluiten, getuigd niet alleen van een achterhaalde denkwijze, maar ook van een luie denkwijze. DNA is trouwens pas in 1952, dus na de val van nazistisch Duitsland ontdekt, en voor de oorlog sprak men niet van genetica maar van eugenetica.
Het misverstand kan bestaan dat Blok heeft gezegd dat in de multiculturele samenleving voortdurend onenigheid bestaat vanwege het feit dat de verschillende etnische bevolkingsgroepen genetisch van elkaar verschillen. Dat heeft hij niet gezegd. Tijdens de bijeenkomst waarover de ophef is ontstaan, zegt Blok juist uitdrukkelijk dat de genetische neiging tot onenigheid niks te maken heeft met blank of gekleurd. Genetica gaat ook niet enkel over genetische verschillen, maar net zo goed over genetische overeenkomsten tussen mensen. Blok doelt op genetische eigenschappen die alle mensen met elkaar delen.
Blok zegt dat we door onze evolutionaire voorgeschiedenis genetisch zo geprogrammeerd zijn, dat we ons het meest op ons gemak voelen in een overzichtelijke groep die groot genoeg is om mee te jagen of een dorpje te onderhouden, en dat mensen het moeilijk vinden om buiten de vertrouwde groep bindingen aan te gaan. Dat bij praatprogramma’s zoals Pauw, Jinek, De Wereld Draait Door en RTL Late Night dezelfde gasten steeds circuleren, is bijvoorbeeld omdat programmamakers weten dat kijkers het onprettig vinden om elke avond te wennen aan een tafel met louter nieuwe gasten. Dat komt omdat de menselijke capaciteit om nieuwe mensen te leren kennen beperkt is. Volgens antropoloog en evolutiebioloog Robin Dunbar kunnen onze hersenen maar een bepaald aantal vriendschappen aan. Te denken valt aan maximaal 5 beste vrienden, 10 goede vrienden, 35 kennissen en 100 contacten. Meer relaties kan ons brein niet goed verwerken. Ook het begrip “naaste” in de Bijbel wijst op onze beperkte sociale capaciteiten: meestentijds investeren we in mensen die we al kennen, en slechts af en toe is er ruimte voor een nieuw persoon. Een partner vinden, of een hechte vriendschap aangaan, is zo gemakkelijk nog niet.
Dat onze evolutionaire voorgeschiedenis ons beperkt in onze hedendaagse mogelijkheden, is geen onbekend verschijnsel. Hetzelfde principe verklaart ook waarom nogal wat mensen last hebben van overgewicht. Vanwege schaarste ontwikkelt de mens tijdens de langdurige evolutionaire voorgeschiedenis een voorkeur voor calorierijk voedsel. Dat is goed om te overleven in barre tijden. Onder de huidige voortdurend overvloedige omstandigheden, is deze genetisch ingebouwde voorkeur echter contraproductief. Met onze goede en minder goede eigenschappen zijn dus wie we zijn, vanwege onze evolutionaire voorgeschiedenis. Deze evolutionaire voorgeschiedenis is vastgelegd in ons genetisch profiel. Genetica is daarbij niet de oorzaak, maar juist het gevolg van deze evolutionaire voorgeschiedenis. Via de genetica verwijzen we dus naar onze evolutionaire voorgeschiedenis. Zo bedoelt ook Blok het. Daar is op zich niks mis mee.
Waar Blok zich met zijn boetedoening voor de Tweede Kamer zich ertoe beperkt te stellen dat het niet zo handig (maar niet foutief) was om in een discussie over de multiculturele samenleving over genetica te beginnen, daar stelt Verheijen dat liberalisme en genetica onverzoenbaar zijn. Verheijen schaart zich daarmee achter Boekestijn. Samen houden zij het VVD-front gesloten. Ik denk dan: een geneticus die op de VVD stemt, heeft blijkbaar het verkeerde beroep of de verkeerde partij gekozen.
Verheijens onderbouwing luidt als volgt: Omdat mensen over een vrije wil beschikken, leven we niet onder de dwingelandij van onze genen. Dat klinkt op het eerste gehoor logisch, maar is toch een vreemde redenering, omdat het raar is te denken dat onze vrije wil ons bevrijdt van onze biologische beperkingen. Als ik bijvoorbeeld na een drukke dag honger krijg, dan is dat omdat mijn lichaam behoefte heeft aan voedsel, en niet omdat ik besluit om honger te hebben. Net zo word ik rond middernacht moe, en besluit ik niet moe te worden. Ik kan zelfs in slaap vallen, zonder dat daar een wilsbesluit aan ten grondslag ligt. Als ik daarentegen besluit te gaan slapen zonder moe te zijn, loop ik de kans de slaap niet te kunnen vatten. Wat mensen willen, wordt op zijn minst meebepaald door allerlei processen binnen het organisme, waarbij genen ongetwijfeld een rol spelen. Als dat soort basale wetenschap ontkent wordt, dan wordt – heel Orwelliaans – een zinvol gesprek onmogelijk gemaakt.
Daar komt nog bij dat juist door liberalen de vrije wil dikwijls als een uniek menselijke eigenschap naar voren wordt geschoven. Als dat klopt, dan is toch moeilijk te ontkennen dat juist deze uniek menselijke vrije wil wordt gerepresenteerd door het menselijk genoom. Vrije wil staat dus niet, zoals Verheijen stelt, tegenover genetica. Vrije wil veronderstelt juist genetica.
Ook vanuit politiek oogpunt, acht ik het van uitzonderlijk belang rekening te houden met hoe een mens door zijn evolutionaire voorgeschiedenis geworden is tot wat hij of zij is. De vormen die een samenleving kan aannemen, zijn bijvoorbeeld beperkt door hoe de individuele subjecten in de samenleving in elkaar zitten. Zoals de sociale structuur van een roedel wolven, verschilt van die van een kudde schapen, zo is ook de mens bepaald en dus beperkt in haar sociale mogelijkheden. Ik heb een broertje dood aan politici die vanuit maatschappelijke idealen menen de mens wel even naar wens te kunnen kneden. Een weldenkende politieke stroming geeft rekenschap van hoe de mens nu eenmaal is. En hoe de mens is, is tot stand gekomen in een langdurige evolutie, die zijn weerslag heeft gekregen in de genen. Het taboeïseren van genetica staat voor mij gelijk aan het miskennen van de mens, zoals deze nu eenmaal is, waarbij de deur wordt geopend voor een totalitaire denkwijze, links of rechts, waarin mensen niet meer zijn dan pionnen in een maatschappelijk spel. Het betreft de ideologie van de kneedbare mens.
Meer lezen van Paul Hekkens: Zie hier