Dit is een hele belangrijke vergadering, vertellen meerdere bestuursleden van het waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV, in de regio Amsterdam-Hilversum). Deze avond wordt er gesproken over de bodemdaling in het veengebied. Deze daling is weliswaar al eeuwen aan de gang, maar pas de laatste jaren wordt de urgentie van dit probleem breed erkend. De bodemdaling komt door de inklinking van het veen en daarbij komt een heleboel CO2 vrij: dat is niet goed voor het klimaat. De daling gaat nog hard ook: soms wel een paar centimeter per jaar.
De bodemdaling heeft te maken met het belangrijkste thema van het waterschap: het bepalen van het waterpeil. Er is een bepaald peil van het oppervlaktewater zoals in sloten, grachten en andere waterpartijen. Dat waterpeil hangt samen met de hoogte van het grondwater. Iedereen die denkt dat het peil van al dat water een gegeven is, heeft buiten het waterschap gerekend. Deze bestuurslaag neemt hier beslissingen over met zogeheten peilbesluiten. Er komt dan opeens politiek om de hoek kijken: sommige mensen willen het waterpeil verhogen, anderen willen het verlagen.
Het waterpeil is vooral belangrijk voor boeren: als er ergens koeien moeten grazen, is een bepaald waterpeil nodig, anders staan de beesten in de modder. In het veengebied wordt het waterpeil steeds verlaagd, met name voor de landbouw, maar daardoor verdroogt het veen, is er bodemdaling en extra CO2-uitstoot. Dan moet het waterpeil wéér verlaagd worden. Zie hier de politieke keuze: moet zo’n gebied een andere functie krijgen waardoor de bodem niet verder daalt? Sommige bestuursleden melden dat koeien vervangen moeten worden door cranberries. De lisdodde is ook een mogelijkheid. Maar daar gaan ze niet over.
In AGV gaat deze vergadering ‘iets historisch’ gebeuren, zegt een bestuurslid. AGV wil stoppen met het verlagen van het waterpeil. Dit is vooral bijzonder omdat nog geen enkel ander waterschap zo’n voornemen heeft, terwijl dit probleem ook elders speelt. In AGV is men van plan het waterpeil voortaan maar deels aan te passen aan de bodemdaling. Dan wordt het land dus natter, daalt het veen minder en neemt ook de CO2-uitstoot af. Of boeren er blij mee zijn kan worden betwijfeld. Tenzij ze cranberries willen gaan verbouwen. Of de lisdodde.
De PvdA mag als eerste het woord voeren. De partij blijkt als enige een stevige tegenstander van de voornemens. Het verlagen van het waterpeil stopt namelijk pas na 2030 en het waterschap grijpt ook niet erg stevig in: AGV gaat het waterpeil minder snel aanpassen aan de bodemdaling: maar 75 procent wordt na 2030 aangepast. Er blijft dus nog zat bodemdaling over. De PvdA vindt dat niet ambitieus genoeg. Er is immers veel urgentie vanwege de klimaatverandering. Daar zit wat in: in de komende tien jaar kan de bodem nog eens een halve meter extra dalen. Dat gaat na 2030 op een iets lager tempo gewoon verder.
Klimaatsceptici bestaan in het waterschap niet. Behalve de PvdA is iedereen blij met de strategie. Wat de VVD betreft mag de nota over bodemdaling ‘de inspraak in’ en Water Natuurlijk – een soort satellietpartij van D66 en GroenLinks – is het daarmee eens. Hoewel het CDA altijd erg op de hand van de boeren is, is men toch vóór deze strategie: de partij wil geen onrealistische doelen stellen maar tegelijk wel ambitie tonen. Volgens het CDA getuigt het van ambitie dat het automatisme stopt dat het waterpeil steeds maar wordt verlaagd.
Deze beleidswijziging is verstrekkend, maar ook weer niet: pas over tien jaar gebeurt er wat en er is eerst nog inspraak. Zelfs bij dit soort grote beslissingen handelt het waterschap zo onpolitiek mogelijk. Men wil over deze beslissing graag consensus hebben binnen het bestuur. In deze vergadering wil men de PvdA dus graag binnen boord houden. Dat mislukt en nu kan het dagelijks bestuur bij de inspraak dus niet zeggen dat de nieuwe strategie met algemene stemmen is aangenomen. Dat soort controverse, dat vindt men hier maar niks.
Er is echter nog een andere reden om dit onderwerp niet al te politiek te willen maken. Het waterschap is ‘een dienende overheid’, horen we. Dat wil zeggen dat het waterschap de functie van een gebied mogelijk probeert te maken door het waterpeil erop aan te passen. Het waterschap beslist echter niet over die functies, want dat doet de provincie. In de praktijk volgt het waterschap de functie waartoe de provincie heeft besloten. In feite zegt AGV dus met haar nieuwe strategie dat ze breekt met die gewoonte: ze zal de waterwensen van de provincie – lees: de boeren – in de toekomst maar voor 75% volgen.
Dat is een kleine revolutie, maar wel eentje die zich pas over ruim tien jaar voltrekt. En alleen als de nieuwe strategie de inspraak overleeft natuurlijk.
Chris Aalberts doet tot aan de verkiezingen van maart verslag van de politiek van de waterschappen. Onder de titel #Waterlanders onderzoekt hij wat er bij deze verkiezingen te kiezen valt. Lees hier de hele serie.