“Niets minder dan een revolutie”, “een mokerslag”, of in zijn eigen woorden: “Een Renaissance”. Met zijn op zijn minst radicale denkbeelden is het nog maar de vraag of Thierry Baudet zijn klinkende verkiezingsuitslag politiek weet te verzilveren. Belangrijker nog: wat heeft Forum voor Democratie in bredere zin te bieden op belangrijke maatschappelijke dossiers? Daar is nu nog geen peil op te trekken. Bij alle strijdlust en overwinningsretoriek worden de plannen niet erg concreet. Waar vinden we aanknopingspunten?
Misschien in ‘de speech’? De uitdaging dient zich aan om de relevante thema’s uit dit samenraapsel van al dan niet juist geciteerde denkers en dichters te destilleren. Opvallend is dat de woorden van Hegel selectief (maar slim) worden ingezet voor een uiterst particularistische maatschappijvisie, terwijl de Duitse filosoof in Hoofdlijnen van de Rechtsfilosofie zijn ethische richtlijnen juist rechtvaardigt op grond van het bestaan van een substantieel verband dat individuen verenigt. De wijsheid achteraf die de bij schemering opstijgende uil van Minerva verbeeldt zet Hegel bovendien in voor een positieve heroriëntatie op de gevestigde orde: de staat. De staat, als voltooiing van algemeenheid, dient voor Hegel als noodzakelijke compensatie voor doorgeslagen individualiteitsdenken. De ‘verenigingsgedachte’ van Hegels universele bepaling mist vooralsnog bij Baudet.
Het themapallet van Forum voor Democratie dan? De ideologie van deze nieuwkomers kan grofweg langs drie lijnen worden uitgelegd en in sommige gevallen ook vrij eenvoudig worden weerlegd. Baudets klimaatrelativisme getuigt bijvoorbeeld niet van grote werkelijkheidszin: de temperatuurstijging gaat vele malen sneller dan eerdere opwarmingen in onze geschiedenis die door natuurlijke processen werden veroorzaakt. Nu de reikwijdte van Baudets project zich langzaam ontvouwt moet men overigens niet raar opkijken als blijkt dat het omlaag helpen van de energierekening slechts een ondergeschikt punt blijkt: er is immers een hele beschaving te redden. Ook de voortdurende roep om een Nexit kan moeilijk nog als onomstreden worden beschouwd: de uiterst pijnlijke, slepende Brexit-procedure werkt niet bepaald uitnodigend.
Zijn onderliggende pleidooi voor vaderlandsliefde lijkt grondiger uitgewerkt en concretiseert de nuttige, kritische functie die Forum voor Democratie zou kunnen vervullen. De lofuiting aan “de grootste beschaving die de wereld ooit heeft gekend” is echter zo theatraal en gelardeerd met een bijna naïef soort nostalgisme en apocalyptische waanbeelden dat het middel de boodschap in negatieve zin bijna overstijgt. Een gemiste kans, want hierin schuilt een wezenlijk punt. Het is niet voor niets dat andere partijen al eens pogingen hebben ondernomen dit thema op de agenda te zetten. Naast de usual suspects van de PVV (‘patriottische lente’) deden ook de PvdA (‘progressief patriottisme’) en het CDA (‘bescheiden patriottisme’) eerder een duit in het zakje. Allen tegen de achtergrond van een sociale cohesie die onder druk staat. Waar nationale verkiezingen in Europese landen, maar ook in de Verenigde Staten, voorheen thematisch werden gedomineerd door het verdelingsvraagstuk, of heel concreet door de economische crisis, is dit nu vervangen door een identiteitsvraagstuk. In vergelijking met voorgaande overheersende thema’s is dit een veel complexere, meer gevoelige en minder tastbare problematiek.
Voor de oorsprong verwijst men al snel naar de recente migratiestromen; interessanter is het om een meer structurele oorzaak te belichten. De moderne problematiek schuilt namelijk in de neiging om ons af te zetten tegen voorheen verbindende praktijken die het materiële ontstijgen, zoals het geloof. De visie op het hogere, die voorheen voor verbinding zorgde, is voorbijgestreefd door een nieuw vertrouwen in moderne inzichten. Nu deze steunpunten binnen samenlevingen wegvallen, ontstaat het gevaar dat de afstand tussen mensen vergroot wordt en dat zij vervreemden van de identiteit die hen voorheen volgens henzelf definieerden. De (liberale) minimummoraal die als enige richtlijn is overgebleven uit het vooruitgangsgeloof is gezien de huidige spanningen in de samenleving te beperkt. Het is vandaag de dag een grote uitdaging om oplossingen aan te dragen voor de ambivalentie van het moderne denken en uitkomst te bieden voor de discrepantie tussen de diversiteit van anderen en het Westerse ‘zelf’ dat zich ontzield waant door de toetreding van al die nieuwe culturen.
De tussenkomst van symbolen (zoals taal en cultuur) zijn in die zin noodzakelijk om de wereld te blijven begrijpen. De symbolen die deze tussenkomst mogelijk maken, vormen gezamenlijk een verhaal waardoor we onszelf kunnen begrijpen als levensverhaal door de tijd heen. Zonder diepere overtuigingen, opvattingen en associaties met waar je vandaan komt ben je immers eerder vatbaar voor externe invloeden. De Nederlander begrijpt zich in historische gebeurtenissen en in gedeelde tradities die bij vergaande pluralisering vervagen en in algemene zin geldt dat wanneer je jezelf goed kent en begrijpt, je de ander ook beter kunt begrijpen. Vertaald naar een natie impliceert dit een noodzaak aan historisch besef, maar ook een voortdurend herinnerd worden aan die historie.
Bij gebrek aan een dergelijk verhaal klampen meer Nederlanders dan verwacht zich nu vast aan het verhaal van Baudet, dat bol staat van romanticisme en meerdere malen teruggrijpt op de esthetische en symbolische ervaring, maar voor een toekomstig maatschappelijk ideaal een essentiële bouwsteen mist: inclusiviteit. Hij grijpt terug op het werk van de Britse conservatieve denker Roger Scruton, tevens zijn co-promotor, maar lijkt net als bij Hegel diens kerngedachte (al dan niet bewust en mogelijk inspelend op de groeiende identitair-rechtse beweging) wat te verdraaien. Volgens Scruton is de basis van het menselijk leven een verticale spanning tussen enerzijds het binnen van het huis, het gevoel van de groep, en anderzijds het buiten van de andere idealen en groepen. Elke ervaring begint vanuit lokale verbanden; daar worden mensen in beginsel gevormd. De balans tussen ‘het huis’ en ‘het buiten’ mag niet worden verstoord door te grote wereldwijde verbanden.
Het is echter maar de vraag of Baudet met zijn compromisloze aanpak en ongelukkige woordgebruik (“onze boreale wereld”) deze noodzakelijke balans nog wel in het vizier heeft; angstvallig dicht worden de grenzen van een gevaarlijk nationalisme benaderd en dat kan onmogelijk een basis vormen voor een maatschappelijk ideaal, laat staan voor een vruchtbare samenwerking.
Zo komen we dus niet tot een gezamenlijk verhaal. Maar, onvolkomen als het is, Baudet heeft in ieder geval een verhaal. Wie volgt?
Lees ook: De uil en de feniks: wat zei Baudet en wat zei hij niet.
Lees ook: De kruisweg van Thierry Baudet: analyse van FvD-overwinningsspeech.
Lees ook: De romantiek van Thierry Baudet en de hyperboreïsche beschaving van Willem Bilderdijk.
Lees ook: Woorden zijn multi-interpretabel, behalve wanneer ze door Baudet worden uitgesproken.