Mogelijk is dit anti-intuïtief voor velen, maar soms is de notie van een specifieke videogame, boek of film minstens zo inspirerend als het werk in kwestie. Ergens hoor of lees je de titel – je verneemt dat het werk in ontwikkeling is en begint voor jezelf al te filosoferen waar het over zou kunnen gaan. Dat leidt soms tot ideeën, analyses en fantasieën. Zo nu en dan blijken die interessanter en origineler dan het betreffende werk, als je dat eenmaal onder ogen krijgt. De Deense filosoof Søren Kierkegaard schrijft in Of / Of (1843) zoiets over het lezen van romans. Soms wekt een titel zo’n rijke voorstelling op aan verhalen en avonturen, dat het daarna zonde is om het boek nog te lezen en de magie te verbreken.
De film Joker (2019) legt de diepere oorzaken onder het hedendaagse onbehagen bloot. Het begint al sfeervol: het afval wordt sinds weken niet meer opgehaald vanwege stakingen en er zijn grote ratten gesignaleerd. Er is een tekort aan stookolie en de geestelijke gezondheidszorg wordt wegbezuinigd. In mijn ‘voorverstaan’ van de film zou Joker verduidelijken hoe een nihilistische, geatomiseerde hopeloosheid het hedendaagse bestaan doordrenkt. En hoe een persoon overgaat tot moorden door een levensweg van disfunctionaliteit, geestelijke gezondheidsproblemen, het pure kwaad en een vacuüm aan sociale warmte. Zo zou deze film een wake-up call zijn voor de maatschappij.
Joker lokt de woede uit van het linksliberale cultuur-establishment, die immers hun brood krijgen toegeworpen door de gevestigde orde zolang zij precies de harde realiteit taboeïseren. Wie dit thema wil bespreken, zijn naam wordt direct geschrapt uit de subsidielijst van de Kultuurkamer.
Achteraf blijkt dit voorverstaan grotendeels juist, zij het dat de film een stempel drukt dat nóg explicieter revolutionair is dan tevoren gedacht. Als de hoofdpersoon eenmaal begint door te draaien streept hij als eerst de woorden ‘forget to‘ weg in de bedrijfsslogan ‘don’t forget to laugh‘ – dit is een kritiek op de terreur van de positiviteit. We zijn vandaag allen ondernemers van ons eigen leven en in die zin marketeers van ons imago. Om mee te mogen doen moeten we continu een blijmoedig tsjakka-optimisme uitstralen (“Doeners!”).
Dat blijmoedige gedoe staat echter in een escalerende wanverhouding tot de dilemma’s die écht spelen: bevolkingsverandering, klimaatpaniek, schuldenbubbels, geopolitieke conflicten, censuur van de vrije mening en broodroof door de globalisering. Het is een kwestie van tijd totdat dit actieve ‘Jokers’ voortbrengt. En eigenlijk is die chaos – dit is wat de film doet indalen – het beste scenario. Omdat de verandering hoe dan ook niet vanuit het vastgeroeste establishment zal komen.
De film opent met een scène waarin de hoofdpersoon Joker tegenover een jongen in de tram zit. Hij maakt een clowngezicht en de jongen lacht. Direct maant de moeder hem te stoppen: “Laat mijn zoon met rust!” Dit is typisch voor een maatschappij waarin de interactie tussen mannen en kinderen wordt gewantrouwd en waar er geen ruimte is voor contact tussen vreemden. Deze maatschappij is de perfecte broedplaats voor eenzaamheid, wanhoop en mentale gestoordheid, omdat zij die anders denken moeten worden uitgesloten en gecensureerd. Hier zijn uiteindelijk de media verantwoordelijk voor: zij scoren clicks en views via puriteinse lynchmeutes en kunstmatig opgewekte morele verontwaardiging.
Als film is Joker een uitdaging voor het gevestigde discours, dat behelst dat een geflipte schutter gewoon een gekkie is met een pistool. De media willen het liefst dat er wordt gezwegen over hoe de onderliggende gekte en ziekte leiden tot geweld, omdat zij er in de eerste plaats – als broedplaats – verantwoordelijk voor zijn. Denk aan de grote farmaceutische industrieën en de media die floreren door vuurtjes van massale morele verontwaardiging op te stoken: dáár moeten we kijken als we het escalerende geweld door eenzaten willen verklaren. In Joker is er veel minder geweld dan in neem nu de trilogie John Wick, en daar is nooit ophef over geweest. Waarschijnlijk omdat dat verhaal zo zwak is als een natte krant in een wasdroger en geen inkijk biedt in de huidige tijdsgeest.
CNN schreef zelfs dat Joker ‘onterechte legitimiteit’ geeft aan de onvrede van blanke mannen die Donald Trump aan de macht hielpen. Het is duidelijk dat de cultuurcritici bezig zijn hun eigen culturele revolutie te voltrekken naar maoïstisch model: alles dat niet voldoet aan hun cultuurmarxistische mantra’s moet kapotgerecenseerd. Deze politiek-correcte deugcensuur was ook de opgegeven reden voor regisseur Todd Philips om Joker te maken: “Vandaag kan comedy niet meer leuk zijn omdat men overal aanstoot aan neemt.”
Ondergetekende herkent dit van een boekreview in NRC: de recensent moest toegeven dat het proza meeslepend was en de thema’s prangend en urgent, maar gaf uiteindelijk lafjes één ster, wat een politieke agenda duidelijk kenbaar maakte. Terwijl Elsevier het werk met vier van de vijf sterren beoordeelde. Zodoende heb ik begrip voor de regisseur, die met Joker bewust de politiek-correcte voorkeuren van recensenten trotseert.
Nog even over die ‘onterechte legitimiteit’ – feitelijk gaat het hier om een empathisch monopolie. Welke groepen mogen aanspraak maken op maatschappelijk medeleven? De diepere vraag is of het linksliberale cultuurkartel überhaupt wil toestaan dat het existentiële onbehagen van een blanke man in 2019 vertegenwoordigd wordt op het witte doek? Onvermijdelijk komen we uit op het leven in een grote clownshow. Hier is de enige zinnige reactie op een leefomgeving die is ontwricht door social justice warriors, identiteitspolitiek en politieke correctheid, om een clownmasker op te zetten en te trollen. Joker zegt het zo: “I used to think that my life was a tragedy… but now I realize it’s a comedy.” Trekken we dit door naar ons tijdsgewricht, dan volgt: “I used to think that the fall of Western civilization was a tragedy… but now I realize it’s a comedy.”
Aan het begin heerst de indruk: hoe kan zo’n timide schlemiel nu een schurk zijn die een bedreiging vormt voor Batman? Maar naarmate Joker moorden pleegt wordt hij gevatter in zijn spraak, sterker in de creatieve expressie van zijn lichaamstaal en zelfs ook seksueel voortvarend. Het is een subversieve én artistiek geniale boodschap. Zéker ook tegen de achtergrond van het klassenconflict, met rijke zakenlui die op tv praten over meritocratie terwijl ze mensen onderaan de maatschappelijke ladder wegzetten als ‘clowns’. Dit leidt in de film tot revolutionaire clownprotesten. Joker komt in opstand tegen een wereld waarin sociale stijging enkel mogelijk is door naar boven te likken terwijl je de vernederingen vanuit de top lijdzaam ondergaat en je gezonde gevoel van eigenwaarde inslikt. Velen compenseren dit laatste door naar beneden te trappen.
De confrontatie tussen Joker en de butler van de Wayne-familie maakt veel duidelijk over het klassenconflict. De butler lacht hem uit, ziet hem als een uitgemergelde, wereldvreemde schooier, letterlijk een ‘clown’. Hij voelt zich erg superieur terwijl hij zelf ook maar een dienaar is van een rijke pief. Totdat Joker hem bij de keel grijpt en begint te wurgen – dan heeft hij plots ontzag. Dit doet denken aan de boerenopstand in Den Haag en de wijze woorden van Theo Hiddema (FvD): “Bijna iedereen in de Haagse kaasstolp hoopt dat jullie morgen afdruipen en dat Nederland jullie zal vergeten. Alleen als je blijft komen, kan er wat veranderen.”
De clownprotesten in Joker zijn verwant met een scène in Fight Club (1999): obers trekken er rijke zakenmensen naar de toiletten om hen daar te intimideren. “Wij koken jullie eten, halen jullie vuilnis op en rijden jullie naar het ziekenhuis met de ambulance – fuck niet met ons.” Zo’n staaltje uitgehard zelfbewustzijn van de werkende klasse is vandaag ver te zoeken. In een tekenende scène vraagt Joker een medisch dossier aan. Hij mag het inzien maar eigenlijk toch niet – halverwege besluit een man die zichzelf omschrijft als ‘kantoorklerk’ dat er meer bureaucratische goedkeuringen nodig zijn. Joker merkt dat de administratieve instituties weinig doen voor de onderklasse en trekt het dossier uit zijn handen. Dit illustreert de overgang van een tijdperk van de pen naar een tijdperk van het zwaard.
Een kritiekpunt is dat Jokers gewetensvragen voor de kijker een ‘black box’ blijven. Onduidelijk is in hoeverre zijn ogenschijnlijke gewetenloosheid ingebakken is in hemzelf, of veroorzaakt wordt door de absurditeit van het systeem waarin hij leeft. Hier had de regisseur mee kunnen spelen om er interessantere, subversievere dialogen uit te persen.
Al met al is deze film een accurate kritiek op de plastische cultuur van een vluchtige jacht naar beroemdheid waar mensen elkaar behandelen als krabben in een emmer. Over elkaar heen klimmen, elkaar belachelijk maken en naar beneden trappen zoals in Idols en Xfactor. Om te lachen ten koste van anderen en zo ‘fifteen minutes of fame’ te winnen – wat overigens óók een sterke film is die ik iedereen kan aanraden. Alles en iedereen die authenticiteit wil uitdrukken moet stuk en dit geheel moet dan doorgaan voor entertainment terwijl het nauwelijks inspiratie of verheffing biedt. Het is een vervlakte cultuur waarvan velen zich afvragen of deze het nu waard was om er soldaten op de stranden van Normandië voor te laten sterven.
De oplossing is om samen na te denken over de rol van de familie en het gezin in de samenleving. Nadenken over wat nodig is om een hechte en samenhangende gemeenschap met goed nabuurschap, civil society en burgerdeugd te doen floreren. Kortom: het aankweken en koesteren van moreel en sociaal kapitaal. De oplossing ligt dus in verbinding, gemeenschap en vriendschap – het is zoals ik eerder schreef en ook in Kerkgangers en Zuilenbouwers (2018) onderstreep: “Veel logische redeneringen, empirische observaties en psychische inzichten nopen vandaag tot een herwaardering van organisatievormen en leefverbanden die links eerder als historisch achterhaald verklaarde.” (p. 210)
De kern is dat de in-verval-geraakte cultuur Joker geen ruimte gunt om zijn menselijkheid te ontplooien in het sociale verkeer. Hij gaat ons voor naar de nihilistische, geatomiseerde eenzaamheid waar onze beschaving op afkoerst – de regisseur gaat de meest sombere en gruwelijke aspecten van dat bestaan niet uit de weg. Het kijken van de film voelt alsof er een Apocalyps in gang is gezet maar de schokgolf van de vernietiging ons nog niet heeft bereikt. Joker is een brandbrief die noopt om vele uitgangspunten te heroverwegen, van zowel de ‘progressieve’ achtenzestigers als van de ‘meritocratische’ liberalen. Misschien is de radicale isolatie die ons wordt verkocht als ‘autonomie’ niet het antwoord.
Steun de auteur via BackMe om dit geluid te blijven verkondigen. Dat is erg belangrijk want van losse, incidentele donaties kun je geen hypotheek krijgen.